Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ5146

Rechtbank Den Haag
06-03-2013
21-03-2013
SGR 12/4033
Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2014:1140, Bekrachtiging/bevestiging
Belastingrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Eisers echtgenote verbleef, blijkens de tekst van de verblijfsvergunning, in Nederland wegens studieredenen.

Nu zij daardoor ingevolge het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 onder de beperking van de kring van verzekerden viel was zij niet verzekerd voor de volksverzekeringen.

Zij was dus niet ten onrechte niet verzekerd voor de Zorgverzekeringswet en daarom heeft eiser recht op zorgtoeslag ex artikel 2, vierde lid, van de Wet op de zorgtoeslag.

Rechtspraak.nl
V-N Vandaag 2013/769

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team belastingrecht

zaaknummer: SGR 12/4033

uitspraak van de enkelvoudige kamer van in de zaak tussen

[X], wonende te [Z], eiser

en

Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft bij beschikking van 30 maart 2011 het voorschot zorgtoeslag 2011 herzien en vastgesteld op € 410 (het primaire besluit).

Op 12 april 2012 heeft verweerder tegen deze herziening een bezwaarschrift ontvangen.

Bij beslissing op bezwaar van 8 mei 2012 werd het bezwaar ongegrond verklaard (het bestreden besluit). Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 september 2012. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn echtgenote. Namens verweerder is verschenen [A].

De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst. Partijen hebben, nadat verweerder de nadere informatie had verstrekt, desgevraagd ermee ingestemd een nadere zitting achterwege te laten. De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Feiten

1. Eiser heeft op 11 oktober 2005 een aanvraag zorgtoeslag gedaan. Op grond van artikel 15, vierde lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) wordt deze aanvraag geacht mede te zijn gedaan voor de daaropvolgende berekeningsjaren.

2. Met dagtekening 24 december 2010 is aan eiser een voorschot zorgtoeslag voor het berekeningsjaar 2011 verleend van € 836.

3. Eisers echtgenote (de echtgenote) beschikte tot 12 september 2011 over een regulier verblijfsdocument voor bepaalde tijd met de aantekening:

“Studie aan HBO te [B].

Arbeid niet toegestaan muv

arbeid van bijkomende aard.

TWV vereist. Beroep op publieke middelen kan

gevolgen hebben voor verblijfsrecht”

Met ingang van 12 september gold de aantekening:

“Verblijf bij echtgeno(o)t(e) [X]. Arbeid vrij toegestaan. TWV niet vereist”.

4. Tot 12 september was de echtgenote verzekerd via een zogeheten "Insurance Passport for Students"-polis bij [verzekeringsmaatschappij C]. Blijkens de door eiser overgelegde verzekeringsbescheiden betreft het de "Primary"-variant van de IPS-polis (de IPS-polis). Met ingang van 12 september 2011 heeft de echtgenote een verplichte Nederlandse zorgverzekering afgesloten.

Geschil

5. In geschil is het besluit van verweerder dat eiser in 2011 over de periode tot 12 september 2011 geen recht op zorgtoeslag heeft. Meer in het bijzonder is in geschil de vraag of de echtgenote ten onrechte geen verzekering krachtens de Zorgverzekeringswet heeft afgesloten.

6. Eiser is van mening dat zijn echtgenote geen zorgverzekering af kon sluiten en dat er dus geen sprake was van ten onrechte niet verzekerd zijn.

7. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de echtgenote zich verplicht diende te verzekeren voor een zorgverzekering omdat zij ingezetene van Nederland was, inkomen uit arbeid genoot en daarom ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Algemene wet bijzondere ziektekosten als verzekerde moet worden aangemerkt.

Beoordeling van het geschil

8. Ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is voor die wet verzekerd degene die ingezetene is en degene die geen ingezetene is maar die ter zake van in Nederland in dienstbetrekking verrichte arbeid aan de loonbelasting is onderworpen.

9. In artikel 20 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 staat dat niet verzekerd zijn op grond van de volksverzekeringen:

a. de persoon die uitsluitend wegens studieredenen in Nederland woont en jonger is dan 30 jaar; en

b. de vreemdeling die een geaccrediteerde opleiding aan een hogere onderwijsinstelling in Nederland heeft afgerond, en die beschikt over een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 op grond waarvan verblijf is toegestaan uitsluitend voor het zoeken naar werk.

10. Gezien het doel van de verblijfsvergunning van de echtgenote oordeelt de rechtbank als volgt. Zoals blijkt uit de tekst van de verblijfsvergunning verbleef de echtgenote in Nederland omdat ze een studie volgde aan de Hogeschool te [B]. Nu zij wegens studieredenen in Nederland woont valt zij onder de beperking van de kring verzekerden voor de volksverzekeringen, hetgeen betekent dat zij niet verzekerd is voor de volksverzekeringen. Dit betekent tevens dat zij niet ten onrechte niet verzekerd was ingevolge de Zorgverzekeringswet. Het beroep is derhalve gegrond.

11. Dat de echtgenote een bestaan heeft opgebouwd doet niet af aan de tekst van de verblijfsvergunning waaruit blijkt dat zij in Nederland woont wegens studieredenen. Het inkomen waarop verweerder zijn standpunt mede heeft gebaseerd is ontvangen voor het, binnen de kaders van de verblijfvergunning, lopen van een stage. Nu de echtgenote niet ten onrechte geen verzekerde is voor de Zorgverzekeringswet dient de zorgtoeslag van eiser op grond van artikel 2, vierde lid van de Wet op de zorgtoeslag worden vastgesteld op 50 procent van het op grond van artikel 2, eerste lid van die wet berekende bedrag.

12. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep gegrond te worden verklaard.

Proceskosten

13. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, omdat niet is gesteld dat eiser kosten heeft gemaakt die op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking komen.

Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt het bestreden besluit;

- herroept de beschikking van 30 maart 2012 en bepaalt dat deze uitspraak daarvan in de plaats treedt;

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 42 aan eiser te vergoeden.

Deze uitspraak is gedaan door mr. E.I. Batelaan-Boomsma, rechter, in aanwezigheid van

mr. M.L. Scholte, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 maart 2013.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. (Nadere informatie www.raadvanstate.nl)

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1. - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2. - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.