3.1
Inleiding
Over de hierna genoemde feiten, waarvan onderdelen in de tenlastelegging zijn terug te vinden, heeft ter terechtzitting geen discussie plaatsgevonden. De rechtbank is van oordeel dat deze feiten als vaststaand kunnen worden aangemerkt en dat de tenlastelegging in zoverre wettig en overtuigend kan worden bewezen. De rechtbank grondt dat oordeel op de redengevende inhoud van de bewijsmiddelen waarnaar in de voetnoten is verwezen.
Feiten 1 en 3: valsheid in geschrift, oplichting en verduistering
Zaaksdossier 1 Casade Woonstichting
Namens de stichting Casade Woonstichting (hierna: Casade Woonstichting) heeft[B] aangifte gedaan van oplichting door verdachte. In 2009 is er tussen Casade Woonstichting en Bouwbedrijf Gebr. [C] een civielrechtelijk geschil ontstaan over een bouwproject aangaande een koetshuis. Casade Woonstichting werd bijgestaan door [S.] Advocaten, in de persoon van verdachte. Op grond van door verdachte aan Casade Woonstichting overgelegde valse bescheiden heeft Casade Woonstichting betalingen verricht. De geleden schade bedraagt minstens € 3.600.000, aldus Casade Woonstichting.1
[D], senior administratief medewerkster van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, heeft op 16 augustus 2012 aangifte gedaan en verklaard dat de rechtbank ’s-Hertogenbosch de hierna te noemen documenten niet heeft opgemaakt.2
1) Brief van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 27 juli 2010
Een brief, met kenmerk 2010000325, van de Rechtbank ’s-Hertogenbosch gedateerd 27 juli 2010 gericht aan [E] van [S.] Advocaten. In de brief staat vermeld dat Woonstichting Casade per 23 september 2010 een depot dient te stellen van € 2.500.000. De brief is ondertekend door de griffier.3
Aangeefster [D] heeft over deze brief verklaard dat de lay-out en het lettertype niet overeenkomt met de wijze waarop door de rechtbank ’s-Hertogenbosch brieven worden verstuurd. Het als kenmerk genoemde zaaknummer is volgens [D] voorts onbekend, een dergelijk hoog depotbedrag wordt nimmer gevraagd en de paraaf onder de brief is aangeefster onbekend.4
2) Beschikking van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 24 augustus 2011
Een beschikking van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 24 augustus 2011 in de zaak van Casade Woonstichting tegen Bouwbedrijf Gebr. [C] B.V. waarin staat vermeld: “De rechtbank stelt de hoogte van het voorschot voor haar rechter vast op € 370.000.-. Dit voorschot dient binnen door ieder der partijen voor de helft te worden overgemaakt op bankrekeningnummer (…).”5
Aangeefster [D] heeft over dit document verklaard dat deze beschikking niet bekend is bij de rechtbank ’s-Hertogenbosch en dat er nooit voorschotten voor rechters worden gevraagd.6
3) Beschikking van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 8 februari 2012
Een beschikking van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 8 februari 2012 in de zaak van Bouwbedrijf Gebr. [C] B.V. tegen Casade Woonstichting waarin als titel vermeld staat: ‘Beschikking’.7
Aangeefster [D] heeft over dit document verklaard dat de rechtbank het woord ‘beschikking’ niet met een hoofdletter uitprint zoals in voornoemd stuk wel is gedaan. Voorts heeft zij verklaard dat de rechtbank in de zaak met het nummer dat op voornoemde beschikking staat wel, en dat was op 27 januari 2012, een beschikking heeft doen uitgaan, maar dat in deze zaak nooit een tweede, aanvullende, beschikking is afgegeven.8
Betalingen
[F], manager financiën bij Casade Woonstichting, heeft op 11 juni 2012 – onder meer – het volgende verklaard:9
“In de civielrechtelijke procedure was door partijen overeengekomen om ter zekerheidsstelling een depot te storten. Doordat de tegenpartij de eis steeds verhoogde werd door [verdachte] ook de eis van Casade verhoogd. Dit heeft erin geresulteerd dat meermalen door Casade grote geldbedragen zijn betaald en gestort op de bankrekening van [S.] Advocaten. Deze betalingen werden onderbouwd door schriftelijke bescheiden die ons door [verdachte] werden toegezonden. Als eerste werd een bedrag van € 750.000 betaald.”
Casade Woonstichting heeft op 16 oktober 2009 € 750.00010, op 7 april 2010 € 450.00011 en op 23 september 2010 € 1.300.00012 op de bankrekening van [S.] Holding B.V.
met nummer [nummer 4] gestort. Op 23 september 2010 hebben [G] namens Casade Woonstichting en verdachte namens [S.] Advocaten een depotovereenkomst ondertekend waarin is opgenomen dat Casade in totaal een bedrag van € 2.500.000 in depot heeft gegeven door storting van dat bedrag op de derdengeldrekening van [S.], een en ander in verband met een geschil tussen Casade en Gebr. [C] BV.13 Op 29 april 2011 hebben [H] namens Casade Woonstichting en verdachte namens [S.] Advocaten een depotovereenkomst ondertekend waarin is opgenomen dat Casade in totaal een bedrag van 3.215.000 in depot heeft gegeven door storting van dat bedrag op de derdengeldrekening van [S.], een en ander in verband met een geschil tussen Casade en Gebr. [C] BV.14 Op 2 mei 2011 heeft Casade Woonstichting € 715.000 gestort op voornoemde bankrekening.15
Voorst is er op 1 maart 2012 een bedrag van € 135.000 betaald16 voor verschotten deskundigen in de zaak Casade /het Koetshuis17 en op 22 september 2011 een bedrag van
€ 185.00018 voor ‘verschotten Koetshuis’19.
Zaaksdossier 2 Juwelier [A]
Juwelier[A] heeft op 12 juni 2012 aangifte gedaan tegen verdachte. Hij heeft verklaard dat verdachte in de periode van 2007 tot december 2011 voor een bedrag van
€ 300.000 aan sieraden bij hem heeft gekocht en deze heeft betaald. In december 2011 en januari 2012 kocht verdachte sieraden ter waarde van € 129.720 bij hem. Voor deze sieraden heeft verdachte niet betaald. Ook heeft zij geen sieraden teruggegeven aan [A].20 De in het dossier bevindende emailwisseling hieromtrent houdt, voor zover van belang, het volgende in:21
op 10 december 2011 11:12 uur verzonden:
“Mevrouw [verdachte]
Hiermee het overzicht van de aangekochte sieraden
(…)
Retour witgouden ring met princess geslepen diamant 2.01 crt. € 10.000. (…)
Netto TOTAAL
€ 65.375”
Op 11 december 2011 19:05 uur ontvangen:
“Hartelijk dank!”
(…)
“[verdachte]”
Op 14 december 2011 9:38 uur verzonden
“Goede morgen mevrouw[verdachte]
Op uw verzoek geïnformeerd naar een zelfde model gouden horloge
(…).
Dit horloge kost netto € 5750.”
Op 14 december 2014 13:30 uur ontvangen:
“Dank, ik neem hem graag (…)
[verdachte]
”.
Op 15 december 2011 15:01 uur verzonden
“Goede middag mevrouw [verdachte]
(…)
Het horloge ligt voor u in de kluis gereserveerd.
Misschien is het een idee dat als de ring 2.01 crt retour gezonden wordt het betreffende horloge mee te geven.” (…) “
Netto € 5750”
Op 15 december 2011 15:01 uur ontvangen:
“Dat is goed, dat wordt wel begin januari. Hartelijk dank en fijne feestdagen! (…)
[verdachte]
”
Op 4 januari 2012 11:42 uur verzonden:
“Goede morgen mevr [verdachte],
Hierbij het overzicht van de aangekochte sieraden”
(…)
“NETTO TOTAAL € 47.500”.
(…) “
Als het mogelijk is gaarne de princess diamant retour.”
Op 4 januari 2012 12:45 uur ontvangen:
“Hartelijk dank het was weer een genoegen!(…)
[verdachte]
”
Op 6 januari 2012 12:00 uur ontvangen:
“Beste heer [A],
Afgelopen woensdagavond heb ik. een longbloeding gehad, waaraan ik gisteren ben geopereerd (…) Ik ben daardoor niet in staat om morgen naar u toe te komen. (…)
[verdachte]
”
Op 6 februari 20.12 17:37 uur ontvangen:
“Allereerst hartelijk dank voor uw bloemen: erg mooi!
Inmiddels ben ik weer actief: ik heb de bank opdracht gegeven om het geld voor de sieraden van spaarrekening naar mijn rekening courant over te maken; zekerheidshalve denk ik dat u in de eerste helft van volgende week het geld hebt. (…)
[verdachte]
”
Op 20 februari 2012 9:01 uur ontvangen:
“(…) Het afwikkelen van uw betaling heeft enige vertraging ondervonden omdat ik het formulier voor het vrijmaken van mijn spaargelden volgens de bank niet volledig zou hebben ingevuld; ik heb het formulier alsnog aangevuld en opnieuw ingestuurd; het geld zou er binnenkort moeten zijn, maakt u zich daar geen zorgen over. (…)
[verdachte]
”
Op 11 april 2012 15:52 uur verzonden:
“(…)
Mevrouw [verdachte] (…)
Hiermee een overzicht van de aangekochte sieraden
December 2011
December € 75.375
December € 5.750.
December € 47.500
Gereserveerde vitrine € 1.095
TOTAAL € 129.720”
Zaaksdossier 3 BL Huisvesting B.V.
Namens BL Huisvesting heeft [I] op 19 juni 2012 aangifte gedaan van oplichting door verdachte. BL Huisvesting heeft door telefonische mededelingen en door overlegging van valse bescheiden (brieven en een factuur) door verdachte betalingen verricht. Verdachte (bijgestaan door mr. [Z] van [S.] Advocaten) vertegenwoordigde BL Huisvesting in een procedure over het bestemmingsplan voor bedrijventerrein Wolfsveld de Gemert. BL Huisvesting heeft een bedrag van € 24.230,55 overgemaakt.22
[J], secretaris van de Raad van State, heeft op 15 juni 2012 aangifte gedaan en heeft verklaard dat de hierna te noemen onder 1 en 2 genoemde documenten niet afkomstig zijn van de Raad van State.23
1) Brief van de Raad van State van 6 maart 2012
Een brief van de Raad van State van 6 maart 2012 waarin onder meer het volgende wordt vermeld:24
“Raad van State Afdeling bestuursrechtspraak
Betreft: BSL Vastgoed B.V.
Mr. [verdachte] (…)
Onderwerp: Gemert-Bakel Bp. en Ep. ‘Bedrijventerrein Wolfsveld 2010’
In bovenvermelde zaak staat nog een factuur open van 12 december 2011 ten bedrage van € 24.230,55 inzake de advieswerkzaamheden van de StAB uit de periode oktober 2011. Dit bedrag dient door uw appellant, uw cliënt, te worden voldaan. Wij hebben dit bedrag heden van uw rekening courant depot bij onze Afdeling afgeschreven. (…)
Hoogachtend,
[K]
Griffier”
2) Brief van de Raad van State van 9 maart 2012
Een brief van de Raad van State van 9 maart 2012 waarin onder meer het volgende wordt vermeld:25
“Raad van State Afdeling bestuursrechtspraak
Betreft: BSL Vastgoed B.V.
Mr. [verdachte]. (…)
Onderwerp: Gemert-Bakel Bp. en Ep. ‘Bedrijventerrein Wolfsveld 2010’
Hierbij deel ik u, onder verwijzing naar de brief van 6 maart 2012, mede dat de Afdeling na overleg met u heeft besloten de waarborgsom te verlagen naar € 20.000,-. Het bedrag van € 55.000,- wordt vandaag op uw rekening courant depot teruggestort. (…)
Hoogachtend,
[K]
Griffier”
[J] heeft verklaard dat in deze brieven een ander lettertype is gebruikt dan het lettertype dat door de Raad van State wordt gehanteerd, dat de brieven zijn ondertekend door [K] en dat deze persoon niet bekend is en niet werkzaam is bij de Raad van State en dat de brieven van de Raad van State nooit worden ondertekend met ‘griffier’.26
In het dossier bevindt zich voorts een brief van [L] namens [S.] Advocaten aan BL Huisvesting van 12 maart 2012 waarin onder meer het volgende wordt vermeld.27
“Geachte heer [I],
Bijgaand treft u aan de factuur 20120262 in bovengenoemde zaak betreft de
advieswerkzaamheden StAB in de periode oktober 2011. Dit bedrag is door de Raad van State op 6 maart 2012 van de rekening courant depot van [S.] Advocaten afgeschreven. Aangezien het hier gaat om een door [S.] Advocaten voorgeschoten bedrag, verzoeken wij u vriendelijk deze factuur binnen 3 dagen te voldoen op het bankrekeningnummer dat vermeld staat onder aan de factuur.”
Betalingen
Bij voornoemde brief van 12 maart 2012 is een factuur gevoegd. Op die factuur (met nummer 20120262) staat vermeld: advieswerkzaamheden van de StAB 24.230,55.28 Op 18 maart 2012 is op de bankrekening met nummer [nummer 2] ten name van [verdachte] B.V. een bedrag van € 24.230,55 en een bedrag van € 20.000 bijgeschreven ten laste van BL Huisvesting.29
Zaaksdossier 4 Van Swaaij Advocaten B.V.
Namens Van Swaaij Advocaten B.V. heeft [M] aangifte gedaan inzake valsheid in geschrift door verdachte. Van Swaaij Advocaten B.V. heeft voor verdachte als procureur in de zaak van Stichting Woonvisie tegen de gemeente Ridderkerk opgetreden. De hierna te noemen facturen aan mr. [verdachte] die in de administratie van Stichting Woonvisie zijn aangetroffen zijn bij Van Swaaij Advocaten B.V. geheel onbekend.30
1) Factuur 1 maart 2010
Een factuur van 1 maart 2010 van Van Swaaij Advocaten B.V. aan mr. [verdachte] inzake St. Woonvisie/Gem. Ridderkerk betreffende een incidenteel procureurshonorarium (op verzoek van mr. [N]) ten bedrage van € 11.542,60.31
2) Factuur 2 februari 2010
Een factuur van 2 februari 2010 van Van Swaaij Advocaten B.V. aan mr. [verdachte] inzake St. Woonvisie/Gem. Ridderkerk betreffende een incidenteel procureurs honorarium (op verzoek van mr.[verdachte] en mr. [N]) ten bedrage van € 7.593,49.32
3) Specificatie factuur 27 april 2012
Een specificatie factuur van 27 april 2012 van Van Swaaij Advocaten B.V. aan mr. [verdachte] inzake St. Woonvisie/Gem. Ridderkerk betreffende een bedrag (honorarium) van € 32.900.33
4) Specificatie factuur 8 mei 2012
Een specificatie factuur van 8 mei 2012 van Van Swaaij Advocaten B.V. aan mr. [verdachte] in zake St. Woonvisie/Gem. Ridderkerk betreffende een bedrag van
€ 32.900.34
Zaaksdossier 5 Stichting Woonvisie
Namens Stichting Woonvisie heeft[O] aangifte gedaan van oplichting door verdachte. Stichting Woonvisie heeft door overlegging van valse bescheiden door verdachte betalingen verricht. Verdachte vertegenwoordigde Stichting Woonvisie in een aantal procedures tegen onder meer BAM Woningbouw B.V. en de gemeente Ridderkerk. Van Swaaij Advocaten B.V. was ook betrokken bij een procedure. De geleden schade bedraagt € 991.300,06.35
[P], adjunct directeur en secretaris bij de Raad van Arbitrage, heeft verklaard dat de hierna te noemen brief vals is.36
Brief van 23 juni 2009
Een brief van de Raad van Arbitrage voor de bouw van 23 juni 2009 waarin onder meer het volgende wordt vermeld:37
“[S.] Advocaten
T.a.v. mevrouw mr [verdachte] (…)
betreft: BAM/Woonvisie nr. 321.068
Zoals telefonisch met u besproken is inzake bovenstaande zaak het depotbedrag
onvoldoende. Gezien de hoogte van de financiële belangen gaan wij uit van een totaal depotbedrag van € 863.683,99. (…)
Wij verzoeken u uw cliënt overeenkomstig te informeren en er zorg voor te dragen dat het betreffende bedrag op uw derdengeldenrekening wordt gestort.”
[P] heeft over deze brief verklaard dat de lay-out niet overeenkomt met de door de Raad van Arbitrage gebruikte lay-out. Het dossiernummer is onjuist en het lettertype klopt niet, aldus [P].38 Op 23 juni 2009 heeft de Raad van Arbitrage wel een brief gestuurd aan verdachte en aan de Koninklijke BAM Groep N.V. Hierin werd verzocht om een waarborgsom van € 10.000 over te maken naar de bankrekening van de Raad van Arbitrage.39
Betalingen
Stichting Woonvisie heeft op 7 juli 2009 € 513.683,99 overgemaakt naar de bankrekening van [S.] Advocaten als depotbedrag inzake ‘vierjaargetijden te Ridderkerk’ en als aanvulling daarop op 10 juli 2009 € 100.000.40
Op de bankrekening met nummer [nummer 3] ten name van [verdachte] B.V. zijn op de volgende data de volgende bedragen van Stichting Woonvisie ontvangen41:
- -
op 14 september 2011 € 20.000;
- -
op 4 april 2012 € 6.072,57;
- -
op 4 april 2012 € 2.249,10;
- -
op 4 april 2012 € 3.023,79;
- -
op 4 april 2012 € 2.748,90;
- -
op 4 april 2012 € 5.041,73;
- -
op 16 mei 2012 € 14.001,28`.
Zaaksdossier 7 Stichting Zorgpalet
Op 3 juli 2012 heeft [Q] namens Stichting Zorgpalet aangifte gedaan van oplichting en valsheid in geschrift door verdachte. Zorgpalet had een geschil met Woonzorg Nederland waarbij verdachte als advocaat optrad. In dat kader is € 125.000 in depot gestort op de derdengeldrekening van verdachte. Dit bedrag zou uiterlijk na een jaar, met rente, worden teruggestort. Woonzorg Nederland heeft geen betalingen uit het depot ontvangen. Stichting Zorgpalet heeft het bedrag van € 125.000 niet teruggestort gekregen.42
Op 30 juni 2011 hebben [R] namens Stichting Zorgpalet en [verdachte] namens [S.] Advocaten een depotovereenkomst ondertekend waarin wordt vermeld dat Stichting Zorgpalet op 30 juni 2011 € 125.000 in depot heeft gegeven door storting van dat bedrag op de derdengeldrekening van [verdachte], zijnde rekeningnummer [nummer 4]. In de overeenkomst wordt ook vermeld dat als het bedrag na één jaar nog steeds in depot staat, [verdachte] het bedrag, inclusief rente, zal teruggeven aan Stichting Zorgpalet.43
Op 1 juli 2011 is op de bankrekening met nummer [nummer 4] ten name van [S.] Holding B.V. € 125.000 ten laste van Zorgpalet bijgeschreven. Op 1 januari 2012 betrof het saldo van voornoemde bankrekening € 115,66.44
Zaaksdossier 8 Suijssenwaerde Project Beheer B.V.
Op 9 juli 2012 heeft [T] namens Suijssenwaerde Project Beheer B.V. aangifte gedaan van oplichting en valsheid in geschrift door verdachte. Suijssenwaerde had een geschil met HD Projectrealisatie waarbij verdachte als advocaat namens Suijssenwaerde optrad. In dat kader is € 75.000 in depot gestort op de derdengeldrekening van verdachte. Dit bedrag zou uiterlijk na een jaar worden teruggestort. Verdachte heeft op 1 juni 2012 toegezegd het bedrag aan Suijssenwaerde terug te geven omdat Suijssenwaerde daar recht op had. Het geld is niet teruggegeven.45
Op 19 juli 2011 hebben[U] namens Suijssenwaerde Project Beheer B.V. en verdachte namens [S.] Advocaten een depotovereenkomst ondertekend waarin wordt vermeld dat op 19 juli 2011 € 75.000 in depot aan [S.] Advocaten is gegeven door overschrijving van dat bedrag op de derdengeldrekening van [verdachte]. In de overeenkomst wordt ook vermeld dat als het geld na een één jaar nog steeds in depot staat, [verdachte] het bedrag, inclusief rente, zal teruggeven aan Suijssenwaerde Project Beheer B.V.46
Op 25 juli 2011 is op de bankrekening met nummer [nummer 4] ten name van [S.] Holding B.V. € 75.000 ten laste van Suijssenwaerde bijgeschreven. Op 1 januari 2012 betrof het saldo van voornoemde bankrekening € 115,66.47
In oktober 2009 zijn betalingen van respectievelijk € 16.250 en € 1.495,75 gedaan aan Britisch Car Centrum in verband met een Landrover [nummer 5]. Daarnaast is in dezelfde maand € 12.750 betaald aan Lexus Fin. Services met betrekking tot een Lexus RH 450h.48
In de periode van 5 januari 2011 tot en met 15 februari 2012 zijn van de bankrekening met nummer [nummer 4] ten name van [S.] Holding B.V. voor een bedrag van in totaal
€ 348.044,86 mode, accessoires en aanverwante goederen betaald. Er is € 175.000 betaald voor de aankoop van een boot. Er is € 101.500 betaald aan juwelier [A] en € 14.194,05 voor een poppenhuis.49
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging
[V] (gewezen echtgenote van [... 1]), vanaf 2006 tot 2012 werkzaam bij [S.] Advocaten, afwisselend als secretaresse en chef de bureau, heeft onder meer het volgende verklaard:50
“Als er cliënten belden om te informeren hoe het met hun zaak stond, moest ik ‘het bestand’ sturen. Dat was een bestand dat niet geopend kon worden.
(…)
December 2011 heeft zij het hele kantoor rondverteld dat zij op de operatietafel in Zwitserland lag. Dat was volkomen gelogen. Er werd bij alle cliënten stelselmatig teveel uren in rekening gebracht. Ik kan drie zaken noemen waarbij stukken werden vervalst: Casade Woonstichting, BL Huisvesting en Woonvisie. In alle drie gevallen ging het om hetzelfde. Namelijk het vervalsen van brieven van de rechtbank en het vervalsen van beschikkingen van de rechtbank. Steeds met het doel het verhogen van de door de rechtbank genoemde te betalen bedragen. In de zaken van BL Huisvesting en Woonvisie ging het ook om stukken van de Raad van State en van de procesadvocaat Van Swaaij.
[S.] gaf door middel van mail, fax en telefoon opdracht wat ik moest doen. Ik moest dit onder grote druk van haar doen. Ze zei: “Het gaat ook om jouw toekomst. Anders verlies je je baan. We hebben nog twee weken (tot het vervolgbezoek van de Deken) de tijd. Alles hangt af van deze twee weken.”
Ik heb een stapel facturen moeten maken in de zaak Casade Woondiensten. Al die facturen waren vals. Het was alleen om de Deken tevreden te stellen.
Ik moet u zeggen dat [verdachte] nu op allerlei manieren probeert de dans te ontspringen. Ook heb ik valse stukken naar de Deken moeten sturen betreffende haar gezondheidssituatie. Dit zijn bescheiden met het logo van de ziektekostenverzekeraar De Amersfoortse. Daaruit moet blijken dat zij erg ziek is en dat zij het daarom in die periode allemaal niet gedaan kan hebben. Omdat zij zogenaamd ziek was. De inhoud van die stukken heeft zij mij via de mail aangeleverd. Ik heb met plakken en knippen het logo van De Amersfoortse er boven gezet. Ook heb ik valse bankafschriften moeten maken. Ook heeft ze ons een soort draaiboek gegeven. Daarin stonden de antwoorden op mogelijke vragen van de Deken.
De beschikking van de rechtbank van 27 januari 2012 heb ik aangepast. Ik kreeg de instructie per mail. De beschikking van 8 februari 2012 heb ik ook aangepast. Er stond een hoog bedrag in van € 130.000.
De beschikking van 24 augustus 2011 heb ik ook aangepast. De beschikking heb ik gemaild naar de heer [W].
Voor zover ik weet zijn de bedragen betaald. De bedragen van Woonvisie zijn nadien nog verhoogd. Ik kreeg opdracht om valse facturen te maken voor € 100.000. Cliënt was het daar niet mee eens en vroeg om de originele brieven van de Raad van State. Ik heb in opdracht van [verdachte] die brieven vervalst.
De brieven van 18 november 2011 en 14 december 2011 ken ik wel. Ik weet dat deze brieven vals zijn, maar ik heb deze niet opgemaakt. Ik heb wel op een factuur ergens een nul achter moeten zetten. De nummers 16-22 van bijlage 1 van de aangifte van Woonvisie heb ik gemaakt in opdracht van [verdachte].
De facturen van Van Swaaij van 7 april en 8 mei 2012 zijn vals. [verdachte] dicteerde altijd de inhoud.
BL Huisvesting: Brieven 6 maart 2012, 12 maart 2012 en 19 maart 2012 van de RvS en aan [I]. Daarnaast e-mails van 12 maart 2012 aan Van der Laar. Ik heb het gemaakt in opdracht van [verdachte].”
[Y], sinds 16 januari 2012 werkzaam als secretaresse bij [S.] Advocaten, heeft onder meer het volgende verklaard:51
“Tijdens het archiveren van het dossier Casade kwam ik een brief van de rechtbank tegen waar ik grote vraagtekens bij plaatste. De lay-out klopte niet. [V] zei dat het klopte dat er werd gesjoemeld. Ik weet dat op een maandagmorgen in maart [verdachte] huilend aan de telefoon met [V] hing omdat ze iets doms gedaan zou hebben. Ze kwam geld tekort en in het dossier BL Huisvesting moesten brieven worden aangepast. Ik weet niet of het van de Raad van State was of van de rechtbank. Er moest een groot bedrag worden overgemaakt en [V] moest het doen. Ik heb het er met [V] over gehad dat ze het niet kon maken. [V] zei dat anders de salarissen niet konden worden uitbetaald.”
[Z], vanaf 1 januari 2011 tot maart 2012 werkzaam als advocaat-stagiair bij [S.] Advocaten, heeft onder meer het volgende verklaard.52
“Eind februari 2012 belde mevrouw [verdachte] mij of ik een cliënt wilde manen een factuur te voldoen. In die zaak was een schikking afgegeven door de rechtbank in Den Bosch waaruit bleek dat de cliënt een bedrag van € 15.000 moest voldoen ter vergoeding van deskundigenkosten. Toen ik de cliënt aan de telefoon kreeg noemde deze een bedrag van € 130.000. Ik ben toen naar [V] gegaan. Die vertelde dat de beschikking van € 130.000 niet bestaat. Zij liet de beschikking zien: scheve tekst, vreemd gebruik van hoofdletters en enige motivatie van de rechtbank ontbrak. Een vals stuk. In dat dossier viel nog een brief op: de rechtbank Den Bosch vroeg een depot van € 2,5 miljoen. Ik was ervan overtuigd dat dit een vals stuk betrof. Ik heb mij daarna ziek gemeld en ben niet meer op kantoor geweest. Ik heb mijn verhaal aan de Deken van de Orde van Advocaten verteld.”
Nadat [Z] een depotovereenkomst met Casade werd getoond waarin een bedrag van € 715.000 werd genoemd, verklaarde [Z] als volgt:
“Op verzoek van mevrouw [S.] heb ik deze ondertekend.”
Nadat [Z] een e-mail van [Z] aan Wieringa van Casade werd getoond waarin wordt vermeld dat een waarborgsom € 185.000 moet zijn in plaats van € 85.000, verklaarde [Z]:
“Ik heb deze mail verstuurd op verzoek van mevrouw [S.]”.
[boekhouder], vanaf 2005 tot 2010 werkzaam als boekhouder bij [S.] Advocaten, heeft onder meer het volgende verklaard nadat hem een e-mail van 19 juni 2009 aan [medewerker stichting Woonvisie] van Stichting Woonvisie werd getoond over de verhoging van het depot verklaard:53
“Deze mails werden mij gedicteerd door [verdachte]. Ik weet dat als het saldo op de rekening eindigend op [... 2] te laag werd, er dit soort brieven de deur uitgingen.
Ik kan mij nog herinneren dat wij een klant hadden, Rijswijk Wonen. Die kreeg ook geld terug uit een depot. Dat geld was er toen niet. Vervolgens is er bij een cliënt, ik weet niet welke, geld voor een zekerheidsstelling gevraagd. Als er weer geld op de rekening stond, zag ik dat [verdachte] voor € 70.000 aan juwelen had gekocht.”
[N], vanaf 1 mei 2010 tot 25 juni 2011 werkzaam als advocaat-stagiair bij [S.] Advocaten, heeft onder meer het volgende verklaard:54
“Ik kwam er met [Z] achter dat stukken in de zaak Casade niet klopten. Samen zijn we naar de Raad van toezicht gegaan.”
Verdachte heeft op 5 juni 2012 onder meer de volgende verklaring afgelegd.55
“Ik heb in verschillende dossiers van cliënten van mijn kantoor brieven en dergelijke vervalst. Ik heb deze brieven door middel van plakken en knippen vervalst. Het ging erom, om de bedragen voor vergoedingen en zekerheidsstellingen te veranderen. Daardoor heb ik diverse cliënten benadeeld door hen veel te veel in rekening te brengen, dan wel door mij gelden uit de zekerheidstellingen toe te eigenen. De te hoge bedragen zijn in alle gevallen betaald.”
Ten aanzien van de zaak betreffende Casade Woonstichting heeft verdachte het volgende verklaard:
“Bij de beschikkingen zijn de bedragen vervalst. De brief heb ik helemaal vals opgemaakt. In de brief heb ik verantwoord € 3,4 miljoen. Dit bedrag was in de loop van de tijd opgebouwd. Dat geld is er niet meer. In de beschikkingen van de rechtbank heb ik de bedragen veranderd van € 30.000 in € 130.000 en van € 10.000 naar € 185.000.”
Ten aanzien van de zaak betreffende Stichting Woonvisie heeft verdachte het volgende verklaard:
“In deze zaak is het bedrag langzaam opgehoogd naar € 800.000. Uiteindelijk heb ik het bedrag afgedekt met een valse brief van de Raad van Arbitrage voor de Bouw in Utrecht. Ook dit geld is er niet meer.”
Ten aanzien de zaak betreffende BL Huisvesting B.V. heeft verdachte het volgende verklaard:
“In dit dossier heb ik mevrouw [V] gevraagd twee valse brieven op te maken. In de brief werd BL Huisvesting gevraagd een bedrag van € 44.000 te betalen. Het bedrag is betaald.”
Verder heeft verdachte onder meer het volgende verklaard:
“Van het totale bedrag (€ 4 miljoen) heb ik veel dingen gekocht zoals kleding en sieraden. Ik heb vakanties betaald. Een boot gekocht. Ik heb er ook eerdere zekerheidstellingen van betaald. Het komt allemaal door privéproblemen. Het overlijden van mijn eerste partner in 1995, een 8-9 jaar durende stalking door de ex-vrouw van mijn huidige man. Ik heb boven op de 1e etage van mijn woning drie kamers die ik voor mijn man op slot hield.”
Nadat verdachte een brief aan BL Huisvesting van 12 maart 2012 betreffende advieswerkzaamheden Stab van € 24.230,55 werd getoond, verklaarde verdachte het volgende:56
“Ik heb dit bedrijf willekeurig uitgezocht en deze brieven gestuurd om aan geld te komen. Ik heb mevrouw [V] gevraagd de brieven op te maken. In deze zaak heeft mevrouw [V] op mijn verzoek een onderbouwing voor het bedrag van € 44.000 gemaakt.”
Op 12 juni 2012 heeft verdachte over de zaak betreffende Casade Woonstichting het volgende verklaard:57
“Ik had geen rekening voor derdengelden. Er werd een bedrag van € 750.000 voldaan. Later kwam er nog een tweede bedrag van € 450.000. De brief van de rechtbank Den Bosch van 27 juli 2010 over een depot van € 2,5 miljoen is een vals stuk. Het was opgemaakt om het bedrag van € 2,5 miljoen af te dekken en het diende om Casade zekerheid te geven. Mevrouw [V] heeft de brief op mijn verzoek gemaakt. Daarmee kwam de derde betaling van € 1,3 miljoen. De depotovereenkomst van 23 september 2010 heb ik gemaakt. De beschikking van de rechtbank Den Bosch van 8 februari 2012 inzake kosten van deskundigen is een vals stuk. De kosten van de drie deskundigen zijn verhoogd. Casade heeft de helft van deze bedragen betaald. Met de beschikking van de rechtbank Den Bosch van 24 augustus 2012 is hetzelfde gebeurd. Casade heeft de helft, € 185.000, voldaan.”
Op 17 september 2012 heeft verdachte het volgende verklaard.58
“Privé had ik bankrekening[nummer 6]. De bankrekening van [S.] Holding met nummer [nummer 4] werd gebruikt als derdengeldrekening. Ook werd vanaf de Holding geld gestort naar de werkmaatschappij en naar privé.
De bedragen van Casade (€ 3.215.000) zijn gestort op de rekening van [S.] holding. Ik kan zo niet aangeven waarvoor het geld exact is gebruikt. In ieder geval voor gebruiksgoederen voor mijzelf, kantoorkosten en een beperkt gedeelte naar de dames van kantoor.
De bankrekening van [verdachte] B.V., [nummer 2], werd gebruikt voor de lopende zaken, facturen, loonkosten, huur en dergelijke.
De bedragen van facturen betreffende verschotten zijn voldaan op de rekening van [verdachte] B.V. Deze bedragen zijn deels aangewend voor de kosten van kantoor. Het vervalsen van stukken in verband met Casade heeft mevrouw [V] op mijn verzoek gedaan.”
Ten aanzien van de zaak betreffende Suijssenwaerde Project Beheer B.V. heeft verdachte het volgende verklaard:
“Het bedrag van € 75.000 is op de bankrekening van de Holding overgemaakt. Dit bedrag is aangewend voor het kantoor. Het geld is op.”
Ten aanzien van de zaak betreffende Stichting Zorgpalet heeft verdachte het volgende verklaard:
“Het bedrag van € 125.000 heb ik aangewend voor de aanschaf van de boot van mijn man. Het geld wil ik terugbetalen, maar dat kan niet meer door mijn bedrijven, want deze zijn failliet verklaard.”
Over de brieven van de Raad van Arbitrage heeft verdachte het volgende verklaard:
“De brief van 18 november 2011 is gefaxt vanaf mijn huis. Ik heb de brief zelf vervalst. Voor de andere twee brieven (26 april 2011 en 14 december 2011) heb ik mevrouw [V] verzocht deze valselijk op te maken. Ik heb deze bedragen aangewend om het kantoor draaiende te houden.”
Over de facturen van Van Swaaij Advocaten BV heeft verdachte het volgende verklaard:
“De facturen van Van Swaaij Advocaten BV zijn vals. De facturen waren nodig om de liquiditeit van het kantoor te verhogen. Mevrouw [V] heeft deze op mijn verzoek opgemaakt.”
Over (aankopen bij) juwelier [A] heeft verdachte het volgende verklaard:
“Ik ben in december 2011 bij de juwelier geweest. Ik heb afgesproken dat ik dit bedrag later zou overmaken. Dat is echter niet gebeurd, omdat ik het geld niet had. Van mevrouw [V] begreep ik dat hij regelmatig naar kantoor belde. Ik heb tegen mevrouw [V] gezegd dat ze hem af moest houden.”
Ten aanzien van de zaak betreffende Casade Woonstichting heeft verdachte op 21 september 2012 het volgende verklaard:59
“Naar mijn idee heeft mevrouw [V] een tussenvonnis van de rechtbank in Den Bosch over de deskundigenkosten en een deskundigenrapportage vervalst. Dat is twee keer gebeurd.”
De rechtbank overweegt als volgt.
Verdachte heeft bij de politie zeer uitvoerig en gedetailleerd verklaard over de wijze waarop de fraude heeft plaatsgevonden en wie de slachtoffers daarvan waren. Daarbij heeft zij verklaard op welke wijze haar secretaresse [V] (voorheen [V]) daarbij betrokken was. [V] heeft dit in een uitgebreide en gedetailleerde verklaring bevestigd. De verklaringen van verdachte en [V] vinden daarnaast steun in de verklaringen van [Y], [boekhouder], [N] en [Z].
Ter zitting is de verdachte teruggekomen op haar bekennende verklaring in die zin dat zij heeft verklaard zich de fraude deels niet meer te kunnen herinneren en voor zover zij de fraude heeft gepleegd, zij dat heeft gedaan in opdracht en onder druk van haar echtgenoot [X].
[V] en [Z] hebben verklaard dat zij de opdrachten om te frauderen alleen kregen van verdachte en niet van [X]. De werknemers van het advocatenkantoor van verdachte hebben weliswaar verklaard dat [X] op kantoor aanwezig was en – voornamelijk op het kantoor in Amersfoort- werkzaamheden verrichte, maar niet is daaruit aannemelijk geworden dat hij zich inhoudelijk met zaken bemoeide. Gelet op het feit dat de verklaringen van de werknemers elkaar over en weer ondersteunen en deze ook worden ondersteund door de via email door verdachte verstrekte opdrachten, alsmede gelet op het feit dat de verklaring van de verdachte op geen enkele wijze wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen, gaat de rechtbank uit van de juistheid van voornoemde verklaringen van de werknemers van het kantoor en niet van de ter zitting van 24 juli 2014 door verdachte afgelegde verklaring. Daarbij ontleent de rechtbank met name ook aan de inhoud van evengenoemde e-mails dat het steeds verdachte is die instructies geeft aan medewerkers. DE verklaring van verdachte ter terechtzitting, afgelegd nadat haar enige e-mails werden voorgehouden die zijn opgenomen in het dossier60, daarover verklaarde dat iedereen op kantoor over haar mailaccount kon beschikken en het dus niet uitgesloten kan worden dat anderen uit haar naam hebben gemaild, is naar het oordeel van de rechtbank zozeer in strijd met de inhoud van de betreffende mails en de verklaring van [V], dat de rechtbank die verklaring niet geloofwaardig vindt.
Feiten 1 en 3: valsheid in geschrift, oplichting en verduistering
Zaaksdossier 1 Casade Woonstichting
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat beschikkingen van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 24 augustus 2011 en 8 februari 2012 alsmede een brief van voornoemde rechtbank van 27 juli 2010, vals zijn. Deze stukken zijn door [V] tezamen en in vereniging met verdachte valselijk opgemaakt. De rechtbank is van oordeel dat er sprake is van de voor bewezenverklaring van medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking.
Door het doen van, achteraf bezien onjuiste, mededelingen en het verstrekken van valse stukken heeft verdachte door middel van listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels Casade Woonstichting bewogen tot afgifte van een bedrag van € 3.535.000. [Z] heeft op verzoek van verdachte een depotovereenkomst met Casade Woonstichting ondertekend. De rechtbank is van oordeel dat er in zoverre sprake is van de voor bewezenverklaring van medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking.
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende bewijs is dat de beschikking van 27 januari 2012 van de rechtbank ’s-Hertogenbosch vals is. Verdachte zal van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Zaaksdossier 2 juwelier [A]
Verdachte heeft een grote hoeveelheid sieraden gekocht van juwelier[A] zonder voor deze sieraden te betalen. Verdachte wist op het moment van aanschaffen, zo heeft zij verklaard, dat zij het geld om de sieraden te betalen, niet had. Dat gegeven wordt ondersteund door de in het dossier aanwezige financiële gegevens betreffende de rekeningen waarover verdachte kon beschikken. Na door aangever te zijn aangesproken op het openstaande saldo, heeft verdachte haar secretaresse opdracht gegeven om de juwelier af te houden. Uit de e-mailcorrespondentie tussen de juwelier en verdachte blijkt dat wordt voorgewend dat er niet betaald wordt omdat verdachte acuut in het ziekenhuis is opgenomen en daarna omdat er een formulier verkeerd zou zijn ingevuld.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de sieraden heeft verduisterd. Immers, verdachte heeft in de wetenschap dat ze niet binnen aanvaardbare termijn kon voldoen aan haar betalingsverplichting, de sieraden onder zich gehouden en de aangever misleid. De onbetaald gebleven rekening van de juwelier betreft een bedrag van € 129.720. De rechtbank gaat uit van de juistheid van dit bedrag omdat de juwelier meerdere malen, per e-mail, overzichten naar verdachte heeft gestuurd, in reactie waarop verdachte niet te kennen heeft gegeven dat die overzichten niet juist zijn.
Zaaksdossier 3 BL Huisvesting B.V.
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat de brieven van de Raad van State van 6 maart 2012 en 9 maart 2012, alsmede de brief van [S.] Advocaten van 12 maart 2012, vals zijn. Deze stukken heeft [V] tezamen en in vereniging met verdachte valselijk opgemaakt.
Door deze stukken te verzenden aan BL Huisvesting B.V. heeft verdachte door middel van listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels BL Huisvesting B.V. bewogen tot de afgifte van een bedrag van € 44.230,55. De rechtbank is van oordeel dat er sprake van de voor bewezenverklaring van medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van de vervalsing alsmede ten aanzien van de oplichting.
Zaaksdossier 4 Van Swaaij Advocaten B.V.
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat de facturen van Van Swaaij Advocaten B.V. van 2 februari 2012 en 1 maart 2012, alsmede de brieven met daarin de specificatie van facturen van 27 april 2012 en 8 mei 2012, vals zijn. Deze stukken heeft verdachte in vereniging valselijk opgemaakt.
Zaaksdossier 5 Stichting Woonvisie
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat de brief van de Raad van Arbitrage voor de Bouw van 23 juni 2009 vals is. Verdachte heeft dit stuk valselijk opgemaakt.
Door deze stukken te verzenden aan Stichting Woonvisie heeft verdachte door middel van listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels Stichting Woonvisie bewogen tot afgifte van een bedrag van € 666.821,36 .
Zaaksdossier 6 De Groene Vlieg B.V.
Door het Ministerie van Landbouw Natuurbeheer en Visserij is een groot geldbedrag gestort op één van de bankrekeningen van het advocatenkantoor van verdachte. De betaling van dit bedrag hield verband met een gerechtelijke procedure waarin De Groene Vlieg B.V. werd bijgestaan door verdachte als advocaat. Uit het dossier komt naar voren dat verdachte dit bedrag niet onmiddellijk nadat het werd gestort aan De Groene Vlieg B.V. heeft verstrekt, maar dat in gedeeltes heeft gedaan. Uiteindelijk, zo volgt ook uit het dossier, is het gehele bedrag door verdachte aan De Groene Vlieg B.V. terugbetaald. Gelet hierop en omdat niet duidelijk is geworden of op verdachte de verplichting rustte om het totaalbedrag in één keer en per ommegaande aan De Groene Vlieg B.V. te verstrekken, kan naar het oordeel van de rechtbank niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte De Groene Vlieg B.V. heeft opgelicht of gelden van De Groene Vlieg B.V. heeft verduisterd. De rechtbank zal verdachte van de onderdelen van de tenlastelegging die hierop betrekking hebben, vrijspreken.
Zaaksdossier 7 Stichting Zorgpalet
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat verdachte het aan haar in depot gegeven bedrag van € 125.000 heeft aangewend voor andere zaken dan waarvoor dat bedrag bedoeld was en dat zij het bedrag niet heeft terugbetaald aan Stichting Zorgpalet. Verdachte heeft zich aldus schuldig gemaakt aan verduistering.
Dat verdachte zich ook schuldig heeft gemaakt aan oplichting van Stichting Zorgpalet, acht de rechtbank niet bewezen. Uit het dossier komt niet naar voren dat verdachte door middel van enig oplichtingsmiddel Stichting Zorgpalet heeft bewogen tot afgifte van het bedrag van € 125.000,--. Verdachte zal, gelet hierop, van het onderdeel van de tenlastelegging dat op oplichting van Stichting Zorgpalet betrekking heeft, worden vrijgesproken.
Zaaksdossier 8 Suijssenwaerde Project Beheer B.V.
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat verdachte het aan haar in depot gegeven bedrag van € 75.000 heeft aangewend voor andere zaken dan waarvoor dat bedrag bedoeld was en zij dit geldbedrag niet heeft teruggegeven aan Suijssenwaarde Project Beheer B.V.. Verdachte heeft zich aldus schuldig gemaakt aan verduistering.
Dat verdachte zich ook schuldig heeft gemaakt aan oplichting van Suijssenwaerde Project Beheer B.V., acht de rechtbank niet bewezen. Uit het dossier komt niet naar voren dat verdachte door middel van enige oplichtingsmiddel Suijsenwaerde Project Beheer B.V. heeft bewogen tot afgifte van het bedrag van € 125.000,--. Verdachte zal, gelet hierop, van het onderdeel van de tenlastelegging dat op oplichting van Suijssenwaerde Project Beheer B.V. betrekking heeft, worden vrijgesproken.
Feit 2
Gedurende een lange periode heeft verdachte de door oplichting en verduistering verkregen gelden aangewend om sieraden, kleding, auto’s, een boot en een poppenhuis te verwerven. Verdachte heeft zich door aldus te handelen, schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen.
De rechtbank verwerpt het door de verdediging opgeworpen verweer dat verdachte geen weet heeft gehad van de aanschaf van de auto’s. De leasebetalingen voor de auto’s werden immers gedaan vanaf één van de bankrekeningen van het advocatenkantoor van verdachte en de auto’s zijn in (conservatoir) beslag genomen bij de woning van verdachte61.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten aanzien van verdachte bewezen (zulks met verbetering van in de tenlastelegging voorkomende type- en taalfouten door welke verbetering de verdachte niet in de verdediging is geschaad) dat:
1)
zij op een (of meer) tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1
april 2008 tot en met 4 juni 2012 te ‘s-Gravenhage en/of Soesterberg in elk
geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, of althans
alleen, (telkens)
- een of meer brieven, en/of beschikkingen en/of andere documenten, onder
Andere:
a. [zaaksdossier 5] op een tijdstip in de periode van 1juni 2009 tot en met 25 juni
2012 een brief van de Raad van Arbitrage voor de Bouw te Utrecht, gedateerd 23
juni 2009 [p. 1068] en/of
b. [zaaksdossier 1](op een tijdstip) in of omstreeks september 2010, althans in of
omstreeks de periode van juli 2010 tot en met 25 juni 2012 een brief van de
Rechtbank Den Bosch gedateerd 27 junli 2010 [p. 556] en/of
c. [zaaksdossier 3] op of omstreeks 6 en/of 9 en/of 12 maart 2012, althans (op één
of meer tijdstippen) in of omstreeks maart 2012, althans in 2012 een of meer
brieven van het advocatenkantoor [S.] gedateerd 12 maart 2012 [p 896] en/of
de Raad van State gedateerd 6 maart 2012 [p 894] en/of 9 maart 2012 [p 902]
en/of
d. [zaaksdossier 1] op of omstreeks 24 augustus 2011 en/of 27 januari 2012 en/of
8 februari 2012, althans in 2011 en/of 2012, een of meer
beschikking(en)/vonnissen van de Rrechtbank ’s-Hertogenbosch Den Bosch gedateerd 24 augustus
2011 [p 650], en/of 27 januari 2012 [p 647], en/of 8 februari 2012 [p 649], en/of
e. [zaaksdossier 4] (op één of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van
maart 2010 tot en met mei 2012, een of meer brieven en/of facturen van Van Swaaij Advokaten B.V.,
gedateerd 1 maart 2010 [p 1028], en/of 2 februari 2010, [p. 1029] en/of 27 april
2012 [p. 1006] en/of 8 mei 2012 [p. 1007]
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst en/of valselijk heeft doen
opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s)
toen en daar (telkens) valselijk
(al dan niet op basis van de originele documenten), voornoemd(e) document(en)
(opnieuw) opgemaakt en/of (opnieuw) (laten) op(ge)ma(a)k(t)(en) en/of de inhoud
van dat/die bestaande document(en) gewijzigd en/of doen wijzigen,
- door deze te antedateren,
- en/of door daarin geldbedragen op te nemen of te veranderen,
- en/of door daarin (in strijd met de waarheid) op te nemen dat met betrekking tot
die geldbedragen zou zijn bepaald door de Raad van Arbitrage en/of de Rechtbank
en/of de Raad van State en/of een andere instantie dat die geldbedragen moesten
worden betaald in verband met een depotstelling het storten van een
waarborgsom, en/of t voldoening van (een) factu(u)r(en),
- en/of door- in die documenten in strijd met de waarheid op te nemen dat de daarin
genoemde bedragen reeds waren voorgeschoten van de rekening van [S.]
Advocaten;
- en/of door in die documenten in strijd met de waarheid op te nemen dat bepaalde
werkzaamheden door het kantoor van Swaaij Advokaten BV waren verricht;
en/of voornoemde documenten onderteken(d), zulks ter bevestiging van de
juistheid van de inhoud van dat/die document(en), en zulks (telkens) met het
oogmerk om dat/die document(en)/geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2)
zij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1
april 2008 tot en met 4 juni 2012, te 's-Gravenhage en/of Soesterberg, althans
in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans
(meermalen) heeft wit gewassen,
immers heeft/hebben zij en/of haar mededader(s) (van) een of meer voorwerpen,
te weten [AH/2, AH/3, AH/16] onder andere een of meer sierraden, en/of auto(s) (al dan niet via leasecontructie), en/of een boot [AH/29] en/of een poppenhuis, en/of een of meer kledingstukken [o.a AH/24] (meermalen):
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de
verplaatsing verborgen en/of verhuld, althans verborgen en/of verhuld wie
de rechthebbende op die/dat voorwerp(en) was of wie die/dat voorwerp(en)
voorhanden had en/of
- voornoemde goederenverworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen
en/of omgezet,
terwijl zij en haar mededader(s) (telkens) wist/wisten, althans redelijkerwijs had(den) moeten
vermoeden, dat die/dat voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk -
afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot en met 1 juni 2012 te
's-Gravenhage en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of
(een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van
een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer)
listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- 1) Casade Woonstichting [zaaksdossier 1] en/of
- 2) BL Huisvesting B.V. [zaaksdossier 3] en/of
- 3) Stichting Woonvisie [zaaksdossier 5] en/of
- 4) Groene Vlieg B.V. [zaaksdossier 6] en/of
- 5) Stichting Zorgpalet [zaaksdossier 7] en/of
- 6) Suijssenwaerde Project Beheer B.V. [zaaksdossier 8]
heeft bewogen tot de afgifte van
- 1) meerdere geldbedragen, in totaal ongeveer EUR 3,6 miljoen en/of
- 2) EUR 24.230,55 en/of EUR 20.000,- en/of
- 3) meerdere bedragen, in totaal ongeveer EUR 991.300,06 en/of
- 4) EUR 1.000.000 en/of
- 5) EUR 125.000 en/of
- 6) EUR 75.000,
althans (telkens) één of meer andere geldbedragen en/of goederen, in elk
geval van enig goed, hebbende verdachte en/of haar mededader(s) toen aldaar
(telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
(telkens) mondeling en/of schriftelijk aan (een deel van de) voornoemde (rechts)personen
medegedeeld dat zij in opdracht van de Raad van Arbitrage voor de Bouw en/of de
rechtbank (Rotterdam en/of Den Bosch) en/of de Raad van State, en op rekening van
[S.] Advocaten/[S.] Holding BV, een bedrag in depot en/of als
waarborgsom en/of ter betaling van één of meerdere facturen dienden te storten,
en/of heeft/hebben zij verdachte, en/of haar mededader(s) die mededeling(en)
(telkens) vergezeld doen gaan van één of meerdere (valse of vervalste) beschikkingen
en/of vonnissen en/of brieven en/of facturen, en/of andere bescheiden
en/of heeft/hebben zij en/of haar mededader(s) aan (een deel van) de voornoemde
(rechts)personen medegedeeld dat deze kosten (deels) waren voorgeschoten door
[S.] Advocaten BV
waardoor voornoemde (rechts)personen (telkens) werden bewogen tot
bovenomschreven afgifte;
[met betrekking tot de hierboven onder 4/Groene Vlieg, 5/Stichting Zorgpalet en
6/Suijssenwaarde genoemde kwesties, alsmede met betrekking tot zaaksdossier
2/[A]]
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot en met 1 juni 2012 te
‘s-Gravenhage en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk enige goederen, te
weten:
- [hierboven onder 4 / zaaksdossier 6] een geldbedrag van in totaal ongeveer
€1.000.000, althans een gedeelte daarvan, toebehorende aan Groene Vlieg BV,
althans een ander, welke zij en/of haar mededaders anders dan door misdrijf—
namelijk nadat dit bedrag op derekening van [S.] Advocaten was gestort onder
zich had(den) en/of
- [hierboven onder 5 / zaaksdossier 7]een geldbedrag van in totaal ongeveer
€ 125.000,- toebehorende aan Stichting Zorgpalet, althans aan een ander, welke zij
en/of haar mededaders anders dan door misdrijf— namelijk nadat dit bedrag
door Zorgpalet op de rekening van [S.] Advocaten (Holding) was gestort onder
zich had(den) en/of
- [hierboven onder 6 / zaaksdosssier 8] een geldbedrag van in totaal ongeveer
€ 75.000,- toebehorende aan Suijssenwaerde Project Beheer BV, althans aan een
ander, welke zij en/of haar mededader(s) anders dan door misdrijf onder zich
had(den) — namelijk nadat dit bedrag door Suijssenwaerde op de rekening van
[S.] Advocaten (Holding) was gestort, en/of
- [zaaksdossier 2] (in de periode vanaf 1 december 2011) een aantal sieraden (ter
waarde van ongeveer EUR 129.720,-)
toebehorende aan juwelier P. [A], althans aan een ander, welke zij
en/of haar mededaders anders dan door misdrijf - namelijk als (potentiële) koper,
in ieder geval na deze te hebben meegekregen van [A]- onder zich
had(den),
wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend.