2.2.
In het rapport beantwoordt Van Drie de door de rechtbank voorgelegde vragen als volgt:
“1. Ten aanzien van welke scheuren in en overige schade aan de woning van [eiseres ] is het aannemelijk dat deze zijn ontstaan ten gevolge van de in 2009 opgetreden zetting die het onderwerp van deze procedure is?
De volgende, voor dit onderzoek relevante, schade is geconstateerd:
• Begane grond: Diverse scheurvorming in dragende binnen- en buitenwanden. Plaatselijk bovenmatige zetting c.q. verzakking van draagmuren en scheefstand van dit deel van de begane grondvloer. Schades beperken zich tot de omgeving van de woonkamer, aan de linkerzijde van de woning. In de overige delen van de woonkamer zijn geen relevante schades geconstateerd.
• Verdieping: Significante scheefstand van de vloerconstructie, het bovenmatige deel van de scheefstand betreft alleen de zoldervloer.
• Exterieur: Diverse, soms ernstige/wijkende scheurvorming in de buitenmuren. Zichtbare deel betreft de linker zijgevel van de woning, de voorgevel is (nog) bekleed met zgn. steenstrips. Spiegelend aan de scheurvorming binnen is echter aannemelijk dat de scheurvorming in de voorgevel en rechter zijgevel aan buitenzijde niet significant zal zijn.
Ingaande op de vraag “ten aanzien van welke scheurvorming en schade aannemelijk is dat deze zijn
ontstaan ten gevolge van de in 2009 opgetreden zetting”:
Het is niet 1 op 1 verifieerbaar welke schade eventueel reeds aanwezig is geweest, voorafgaande aan het evenement. De verkregen verkoopbrochure biedt geen gedetailleerd beeld van de bouwdelen waaraan de schade nu is geconstateerd, evenmin is een “nulmeting” of andere informatie over de woning beschikbaar. Door partijen is (terecht) opgemerkt dat een woning van dit bouwjaar, met dit type fundering, altijd gevoelig is voor zetting. Daarbij is de aanwezigheid van een paaljuk een duidelijk signaal dat eerder problemen zijn opgetreden. Deze paaljuk is in een ver verleden aangebracht (voor 2009) en geeft aan dat er toen klaarblijkelijk al een aanleiding is geweest tot het treffen van de voorziening om een verzakking bij de uitwendige hoek tegen te gaan.
Desalniettemin is door deskundige een beoordeling af te geven, op basis van het beeld ter plaatse. De
mate, omvang en locaties van aangetroffen scheurvormingen, samen met de verstrekte stukken, geven
toch een duidelijke indicatie van de impact die de in 2009 opgetreden zetting moet hebben gehad op de woning.
Interieur - Begane grond
De locaties en vorm van de hier geconstateerde scheurvorming duidt op een significante zetting/
verzakking van, met name, de linker zijgevel van de woning. De veronderstelde aanwezigheid van een
kelder halverwege de woonkamer zal hierbij als vast punt, derhalve breekpunt, hebben gefungeerd. Op de oorzaken van de zetting zal verderop dieper worden ingegaan.
Interieur - Verdieping
De scheefstand van de verdiepingsvloer is in deze mate reeds langere tijd aanwezig (voor 2009). Dit kan worden afgeleid uit de goede staat van de randaansluitingen en afwerkingen rondom de vloer.
Bijvoorbeeld de schutborden waarmee het trapgat is afgetimmerd zijn reeds vervaardigd in een schuine vorm, in lijn met de scheefstand van het vloerveld. Deze aftimmering dateert van (ver) voor de zetting in 2009. Het feit dat de begane grondvloer in (veel) mindere mate scheefstand vertoont, onderstreept deze conclusie. Wanneer de scheefstand een gevolg was geweest van verzakking van de dragende zijgevel had dezelfde scheefstand moeten optreden in de begane grondvloer. De scheefstand van de begane grondvloer wordt niet als bovenmatig of uitzonderlijk getaxeerd, voor dit type woning met bijbehorend bouwjaar. Bovenstaande leidt tot de conclusie dat de scheefstand van genoemde verdiepingsvloer niet het gevolg is van de in 2009 opgetreden zetting.
Exterieur
De beeldvorming die ontstaat naar aanleiding van de bevindingen is dat een bovenmatige zetting heeft plaatsgevonden nabij de linker zijgevel. Deze heeft een verzakking van de fundering tot gevolg gehad, welke in meest ernstige vorm in het midden van de linker zijgevel is opgetreden.
Omdat de linkerzijde van de woning aannemelijke wijs drie funderingsvormen heeft, is het logisch dat een eventuele zetting (door een tijdelijke verlaging van grondwaterstand in een klei/veenachtige omgeving) juist in deze situatie in het midden optreedt, omdat hier de meest zwakke funderingsvorm zit. Een paaljuk op de uitwendige hoek (verbeterde fundering) bij de voorgevel; een stroken fundering op een weinig draagkrachtige ondergrond onder het verdere deel van de linker zijgevel (zwakke fundering); tot slot een betonnen plaatfundering van de aansluitende schuur achter de keuken (sterke fundering). Door de verschilzettingen zijn in 2009 hoofdwaarschijnlijk reeds bestaande scheuren in de linker zijgevel significant verergerd. Het betreft dan voornamelijk het middendeel.
Resumerend
Op basis van bovenstaande is de conclusie dat het aannemelijk is dat een zekere mate van schade/
scheurvorming reeds aanwezig moet zijn geweest vóór de zetting in 2009. Het paaljuk op de uiterste hoek linker zijgevel/voorgevel en de meer draagkrachtige fundering aan het achterste deel van de woning hebben een “hangmat-effect” gecreëerd, waardoor de horizontale scheurvormingen in het midden van de linker zijgevel tot de huidige scheurwijdte konden toenemen.
Naast hiervoor genoemde aannemelijkheid van primaire bouwkundige oorzaken is eveneens aannemelijk dat de genoemde zettingen/verzakkingen met gevolgschade in de vorm van aangetroffen
scheurvormingen zijn verergerd ten gevolge van het in 2009 opgetreden evenement. Dit blijkt uit de
verschillende verklaringen en informatie uit verstrekte stukken èn de indrukken bij het onderzoek ter
plaatse.
De mate waarin beide invloedsfactoren (initiële bouwkundige oorzaken en in 2009 opgetreden zetting) hun aandeel hebben gehad in het ontstaan van de huidige schade wordt door deskundige op ieder 50% gesteld. Indien immers de zetting in 2009 niet zou zijn opgetreden was de huidige schade naar alle waarschijnlijkheid in mindere mate opgetreden. Was echter de bouwkundige situatie meer stabiel geweest (ongeacht de funderingswijze), had de “bijkomende” zetting wellicht ook een geringer effect gesorteerd.
2. Welke concrete en specifieke maatregelen zijn nodig om de woning terug te brengen in de staat waarin zij zich voorafgaand aan de in 2009 opgetreden zetting bevond?
Ten behoeve van de vaststelling van benodigde herstelmaatregelen is als uitgangspunt de opsomming en begroting van [A] (adviseur partij [eiseres ] ) genomen. Deze wordt door deskundige in beginsel als een goede basis beschouwd om het daadwerkelijk benodigde herstel verder in redelijkheid uit te kunnen werken.
Aan genoemde begroting is in een aparte kolom de beoordeling van [B] (adviseur partij provincie Zuid-Holland) toegevoegd. In een laatste kolom zijn (indien van toepassing) de nodige maatregelen naar beoordeling van deskundige toegevoegd. Zie bijlage 1. De in laatste kolom opgenomen maatregelen zijn naar beoordeling van deskundige nodig om de woning terug te brengen in de staat waarin zij zich voorafgaand aan de in 2009 opgetreden zetting bevond.
De volgende overweging ligt hieraan ten grondslag:
Partijen verschillen van inzicht over het herstel. [eiseres ] claimt bij monde van het advies [A] dat ten gevolge van de zetting een paalfundering dient te worden geplaatst en grootschalig herstel dient te worden verricht. Kosten volgens dit rapport circa € 140.000,00. Provincie Zuid-Holland nuanceert middels het rapport van [C] dat, samengevat, scheefstand reeds langere tijd aanwezig is geweest en vroeg of laat toch herstel moest plaatsvinden. De laatste begroot de kosten op maximaal circa € 15.000,00.
Onder beantwoording van vraag 1 is reeds aangegeven dat de initiële oorzaak voor de meeste van de
aanwezige scheurvormingen aannemelijk reeds aanwezig is geweest. Eveneens echter aannemelijk wordt geacht dat de schade verergerd is door de plotselinge zetting in 2009. De exacte situatie van vóór dit evenement is niet meer terug te halen, beschikbare stukken geven hiervan onvoldoende beeld.
Herstel van de schade dient in eerste instantie te bestaan uit het creëren van een nieuwe, draagkrachtige basis, teruggebracht op een voldoende hoogte. Het “rechtzetten” van de plaatselijk ernstig verzakte bouwdelen levert hiertoe in de optiek van deskundige onvoldoende zekerheid op een acceptabel/duurzaam resultaat. Evenmin ligt het op de weg te herstellen/vernieuwen bouwdelen opnieuw te plaatsen op een fundering op staal. De draagkracht van de bodem wordt hiertoe ontoereikend geacht, los van de vraag of dit door toedoen van de in 2009 opgetreden zetting, of reeds van oudsher het geval is.
Gelet op bovenstaande is het naar de beoordeling van deskundige ten behoeve van een duurzaam herstel noodzakelijk de gehele hoek waarin de verzakking optreedt (vanaf de breuklijn gevormd door de kelder, tot aan de linker zijgevel, circa 4,5 x 4,0 meter) aanvullend te funderen. Dit is realiseerbaar door het plaatsen van enkele funderingspalen, waarmee de draagconstructie dient te worden verbonden. Nieuwe, grootschalige zettingen zijn daarmee uitgesloten. Een verder herstel dient te bestaan uit het aanhelen en/of repareren van wanden en gevels. Zie voor een gedetailleerd overzicht van herstel werkzaamheden de bijlage.
3. Wat is te dien aanzien uw oordeel over het hersteladvies van de heer [A] van [A] Bouwadvisering en het commentaar van partijen op dit hersteladvies?
Ten behoeve van de vaststelling van benodigde herstelmaatregelen is als uitgangspunt de opsomming en begroting van [A] (adviseur partij [eiseres ] ) genomen. Hieraan is in een aparte kolom de beoordeling van [B] (adviseur partij provincie Zuid-Holland) toegevoegd. In een laatste kolom zijn (indien van toepassing) de redelijke kosten naar beoordeling van deskundige toegevoegd. Zie bijlage 1.
Het al dan niet overnemen of wijzigen van de door [A] aangegeven maatregelen geeft in feite het oordeel van deskundige over dit hersteladvies weer.
Conclusie uit het overzicht in de bijlage is dat de herstelmethode welke [A] voorschrijft ten dele door deskundige kan worden gevolgd. Op onderdelen zijn de kosten teruggebracht, omdat naar de beoordeling van deskundige kosten te hoog zijn ingeschat, of bepaalde opgevoerde herstelwerkzaamheden niet noodzakelijk aan de onderhavige schade zijn te relateren.
4. Welke kosten zijn naar uw inschatting met de bij vraag 2 bedoelde maatregelen gemoeid, onderverdeeld naar uw eigen specificatie van deze maatregelen?
Ten behoeve van de vaststelling van herstelkosten is als uitgangspunt de opsomming en begroting van [A] (adviseur partij [eiseres ] ) genomen. Hieraan is in een aparte kolom de beoordeling van [B] (adviseur partij provincie Zuid-Holland) toegevoegd. In een laatste kolom zijn (indien van toepassing) de redelijke kosten naar beoordeling van deskundige toegevoegd. Zie bijlage 1.
Uit het overzicht is een totaal aan geraamde herstelkosten te herleiden van € 97.427,48 (inclusief btw en bijkomende kosten).
5. Wat is uw oordeel over de kostenbegroting van de heer [A] en het commentaar van partijen op deze begroting?
Ten behoeve van de vaststelling van herstelkosten is als uitgangspunt de opsomming en begroting van [A] (adviseur partij [eiseres ] ) genomen. Hieraan is in een aparte kolom de beoordeling van [B] (adviseur partij provincie Zuid-Holland) toegevoegd. In een laatste kolom zijn (indien van toepassing) de redelijke kosten naar beoordeling van deskundige toegevoegd. Zie bijlage 1. Het al dan niet overnemen of wijzigen van de door [A] aangegeven kosten geeft reeds een oordeel van deskundige over deze kosten weer.
Conclusie uit het overzicht in de bijlage is dat de herstelmethode welke [A] voorschrijft ten dele door deskundige kan worden gevolgd. Op onderdelen zijn de kosten teruggebracht, omdat naar de beoordeling van deskundige bepaalde kosten te hoog zijn ingeschat of bepaalde opgevoerde
herstelwerkzaamheden niet noodzakelijk aan de onderhavige schade zijn te relateren.
6. Heeft u overigens nog opmerkingen over de schade aan de woning van [eiseres ] als gevolg van de in 2009 opgetreden zetting en (de kosten van) het herstel daarvan?
Alle van belang zijnde opmerkingen ten aanzien van de schade en (kosten van) het benodigd herstel zijn reeds gemaakt.
7. Resulteert de uitvoering van herstelwerkzaamheden in een zodanige verbetering van de woning ten opzichte van de staat van de woning in 2009 voorafgaand aan de opgetreden zetting dat de verwachting is dat kosten verband houdende met regulier uit te voeren onderhoud aan de woning uitblijven of worden beperkt? Bij de beantwoording dienen de kosten die uitblijven of worden beperkt te worden gespecificeerd.
Bij het vaststellen van de benodigde herstelwerkzaamheden is ten aanzien van bedoelde, aan onderhoud gerelateerde maatregelen, in redelijkheid uitgegaan van een herstel naar de bestaande situatie, van voor de in 2009 opgetreden zetting.
Ten aanzien van regulier uit te voeren onderhoud zijn bepaalde werkzaamheden, zoals het schilderen van kozijnwerk, reeds uit de begroting weggelaten, of in redelijkheid naar rato beperkt. Herstel van
bijvoorbeeld schilderwerk van (binnen)wanden is wel in de begroting opgenomen, omdat dit als redelijk wordt gezien met betrekking tot de ingrijpende bouwkundige maatregelen welke aan deze bouwdelen moeten worden verricht. Verdere beperking van deze kosten wordt door deskundige niet als redelijk gezien.
8. Leveren de herstelwerkzaamheden anderszins een verbetering van de woning op ten opzichte van de staat van de woning in 2009 voorafgaand aan de opgetreden zetting?
Het als noodzakelijk bepaalde herstel omhelst een wijziging van het funderingsprincipe, van een
fundering “op staal” naar een paalfundering. Hiermee wordt de draagkracht van ten minste een deel van de woning, significant verbeterd. De waarschijnlijke aanwezigheid van het paaljuk en de aanwezigheid van enkele (vermoedelijk) reeds bestaande “oude” scheurvormingen geven aanleiding om te veronderstellen dat een bepaalde zettingsproblematiek in het verleden reeds speelde. Weliswaar is hierbij aannemelijk dat de problematiek kleiner was dan na de zetting van 2009, dat bepaalde problemen speelden is eveneens aannemelijk. Derhalve is de conclusie dat middels het als noodzakelijk bepaalde herstel eveneens een oud probleem wordt aangepakt. In dat licht is sprake van een verbetering.
De eerder aangegeven verdeelsleutel van elk 50% (initiële bouwkundige oorzaken en in 2009 opgetreden zetting) is ten behoeve van het in redelijkheid te bepalen schadebedrag toe te passen op de door deskundige begrootte herstelkosten (zie bijlage 1).
Hiermee resteert naar de beoordeling van deskundige een in redelijkheid door de provincie Zuid-Holland aan [eiseres ] te vergoeden schadebedrag van € 48.713,74.
9. Hebt u verder nog opmerkingen die voor de beoordeling van het geschil van belang kunnen
zijn?
Alle van belang zijnde opmerkingen zijn reeds gemaakt.”