Bij brief van 18 februari 2015 heeft de heer [psychiater], behandelend psychiater van eiser sub 1, naar aanleiding van vragen van mr. Serrarens over Afdeling K en een eventuele overplaatsing onder meer het volgende geantwoord:
“Patiënt heeft het eind 2013 heel moeilijk gevonden te worden overgeplaatst naar en opnieuw te starten in PI Norgerhaven. Ondanks zijn aarzeling heeft plaatsing aldaar vrij gunstig uitgepakt. Hij kwam er bijvoorbeeld achter dat hij voor het eerst in al die jaren geen betonnen muren meer zag. “No walls, I could see rabbits, nature, farmers working, the canal… I had not realized how important that was for me. They have created a liveable environment; this place is a success!”
In mijn gesprekken met hem komt naar voren dat er voor hem in de begintijd veel aanpassingsproblemen hebben gespeeld, met aanvankelijk niet voor deze afdeling getraind personeel, maar ook met een gemengde populatie gedetineerden. Thans spelen die problemen niet meer (zo sterk), aldus patiënt, die mijns inziens inderdaad aanzienlijk minder gestrest is en een duidelijk betere stemming heeft, minder angsten en stressreacties ervaart en beter in staat is zijn 24-uursritme te bewaken - waarbij opgemerkt dat een sterke verstoring daarvan snel opduikt ingeval van stresserende situaties. Het is daarom dat ik meen dat patiënt in deze relatief gunstige gevangenisomgeving op de lijn stabiel-labiel in een middenpositie verkeert, ook wel te omschrijven als meta-stabiel.
(…)
Uiteraard ben ik niet in staat de toekomst te voorspellen, maar de eerdere overplaatsingservaringen van patiënt beschouwend afgezet tegen zijn relatieve guns[t]ige waardering van PI Norgerhaven, meen ik dat het valt te verwachten dat patiënts psychiatrische (waaronder ook somatische) klachten en symptomen in ernst en omvang sterk zullen toenemen en de kans niet denkbeeldig is dat deze geruime tijd zullen aanhouden, met andere woorden: zijn gezondheidstoestand kan van een meta-stabiel naar een labiel evenwicht overgaan. Hoe lang een dergelijke toestandsverslechtering dan zal aanhouden, valt voor mij niet te voorspellen.
(…)
De insteek van een afdeling speciaal voor (levens)langgestraften is van grote importantie, niet alleen vanuit humanitair oogpunt, maar ook vanuit gedragskundige optiek. Stabiliteit, overzichtelijkheid en voorspelbaarheid zijn daarbij - niet limitatief - kernwoorden. Zou patiënt niet meer op Afdeling K kunnen verblijven, dan meen ik dat een verblijf op een soortgelijke afdeling met vergelijkbare faciliteiten noodzakelijk is voor het hervinden van een nieuw evenwicht.”