Op 13 november 2014 is voorafgaand aan de ondertekening van het Pensioenakkoord de Pensioenkamer eveneens in zitting bijeengekomen. Van de zijde van het VSO waren daarbij onder meer de heer [betrokkene 5], mevrouw [betrokkene 6], mevrouw [betrokkene 7] en de heer [betrokkene 8] (voorzitter) aanwezig. Van de zijde van de SCO werd deze zitting onder meer bijgewoond door de heer [betrokkene 4] en de heer [betrokkene 9]. Uit het verslag van deze zitting blijkt dat tijdens deze zitting met betrekking tot het werkgeversdeel van de pensioenpremievrijval onder meer het volgende is besproken:
“(…)
Op dit moment in de vergadering wordt voorgesteld over te gaan tot het punt ondertekening van het onderhandelingsresultaat.
De heer
[betrokkene 4]
verwijst naar zijn eerdere sfeerschets (…) Er bestaat nog een verschil in interpretatie ten aanzien van de aanwending van de vrijval van 0.8% in de sectoren. Spreker kent dit het meest prangend uit de sector Rijk. Hedenochtend is in het SOR tot uiting gebracht dat de werkgever stellig van mening is dat de passage over de vrijval betekent dat er een cao gesloten moet worden om de 0.8% in de salarissen te kunnen verwerken. SCO is echter stellig van mening op basis van de gevoerde onderhandelingen, dat er geen cao hoeft te worden gesloten, maar dat aan de sectorale tafel een afspraak wordt gemaakt over het inbrengen in het loongebouw. SCO ziet zich dus voor een probleem gesteld dat in ieder geval één van de sectorwerkgevers niet op de juiste manier uitvoering aan de afspraken geeft. Voor de orde van de vergadering stelt de heer
[betrokkene 9]
de vraag of de centrales nu op basis van hetgeen ze hebben geconstateerd wel kunnen overgaan tot de ondertekening van het onderhandelingsresultaat. De vraag die daarmee samenhangt is of de handtekening van de werkgever straks betekent dat de centrales er ook op kunnen rekenen dat in de sectoren de salaristabellen op 01-01-2015 met 0.8% zijn verhoogd, tenzij aan de sectortafel iets anders is overeengekomen. Spreker gebruikt bewust zijn verhoogd. Zolang er nog gewerkt wordt met de peildatumsystematiek is het van belang dat verhoging geschiedt op basis van besluitvorming vóór 01-01-2015 omdat de 0.8% anders ook niet doorwerkt in de pensioenopbouw. In het kader van de middelloonopbouw is het zeer relevant of die met 0.8% verhoogd is of niet. Het kan aldus spreker niet zo zijn –en dat is regelmatig tussen partijen gewisseld– dat er een verschil van interpretatie is over de vraag of die passage in het onderhandelingsresultaat betekent dat de salarissen per 01-01-2015 extra verhoogd zijn, tenzij er aan de onderhandelingstafel iets anders wordt overeengekomen. Toen het signaal van de VNG kwam is er wat emailverkeer tussen de voorzitter VNG en de centrales geweest en dat leidde tot het bericht dat de handtekening van VSO garandeert dat 0.8% inderdaad per 01-01-2015 zal worden uitgekeerd. Aan de cao-tafels worden nu andere geluiden gehoord, zoals vanochtend aan de cao-tafel Rijk. SCO wil nu klip en klaar vastgesteld hebben, voordat er getekend wordt, dat die passage ook in alle sectoren zal worden uitgevoerd in de vorm van tijdig verhogen van de salarissen met 0.8% per 01-01-2015 tenzij aan de sectortafel iets anders wordt afgesproken. De heer [betrokkene 5] stelt vast dat dit inderdaad de afspraak is. Alle sectoren zijn er ook nog eens nadrukkelijk op gewezen dat VSO het door de centrales gesignaleerde afwijkende gedrag niet zal uitstralen. Wat partijen in de PK hebben afgesproken bindt alle sectoren onverkort en zonder voorbehoud –ook al hebben zij niet getekend– aan het akkoord. (…) De heer
[betrokkene 9]
benadrukt dat (…) er moet worden vastgesteld of er overeenstemming wordt bereikt over een afwijkende besteding, anders wordt per 01-01-2015 het salaris verhoogd met 0.8%. Het is van groot belang dat dit ook per die datum gebeurt omdat het anders niet meer meetelt in de pensioenopbouw van het jaar 2015. (…) De heer
[betrokkene 5]
(…) wil benadrukken dat sectoren de verplichting hebben om uit te voeren wat hier nu voor ligt en de sectoren zullen dat ook doen. (…) De heer
[betrokkene 4]
benadrukt dat er hedenochtend door de werkgever Rijk keihard is gezegd de 0.8% niet eerder uit te betalen dan dat er een cao-akkoord ligt. In dit het voorliggende pensioenakkoord is geen enkele relatie gelegd met een cao-akkoord op een sectorale tafel. Er is een relatie gelegd met de sectorale cao-tafel in de zin dat er afspraken moeten worden gemaakt of het salaris wordt of iets anders. De koppeling met een cao-akkoord is wat de centrales betreft onacceptabel. (…) De heer
[betrokkene 4]
wijst erop dat de centrales keer op keer aandacht hebben gevraagd voor een mogelijk interpretatieverschil. Spreker moet vaststellen dat hij dit al van verre aan zag komen en derhalve meerdere malen heeft geverifieerd of de uitleg zoals de centrales die hebben gegeven, ook de juiste uitleg was. Dat is door werkgeverszijde elke keer onderschreven, zij in bijeenkomsten die niet genotuleerd zijn. Nu worden de centrales geconfronteerd met een werkgever die zegt dat partijen eerst een cao moeten sluiten. De heer
[betrokkene 5]
beaamt dat de 0.8% vrijval bij de werkgever beschikbaar is. De manier waarop partijen bij elkaar komen, kan per sector verschillen, maar de sectoren gaan het voorliggende akkoord uitvoeren. (…) De heer
[betrokkene 5]
merkt (…) op, dat er in de sectoren allerlei invullingen kunnen worden gegeven, maar dat het gaat om een besparing als gevolg van de daling van de premies en hetgeen wordt bespaard wordt teruggegeven aan de werknemers, in de vorm van een salarisverbetering óf in de vorm van andere arbeidsvoorwaarden als partijen daarvoor kiezen. Het akkoord gaat in met ingang van 01-01-2015. Met ingang van 01-01-2015 is er sprake van een versobering van de pensioenen, met ingang van 01-01-2015 dalen die premies en dus is er per die datum geld beschikbaar, daar kan de discussie niet over gaan. Het enige waar de discussie over kan gaan is de besteding. De heer
[betrokkene 4]
stelt vast dat dus ook het sluiten van een cao geen noodzakelijke voorwaarde kan zijn om tot uitkering te komen. De heer
[betrokkene 5]
verklaart hierop dat iedere werkgever begrijpt dat de versobering van pensioenen leidt tot een bepaalde afrekening en geen enkele werkgever zal de intentie hebben om hier aan te verdienen. De heer
[betrokkene 9]
vraagt zich dan toch af waarom de werkgever aan de cao-tafel van de sector Rijk in opdracht van de mandaatgever verklaart dat er eerst een cao-afspraak moet liggen. De heer
[betrokkene 5]
zegt daar niet bij te zijn geweest, de beste garantie dat de afspraken gestand worden gedaan is om het akkoord nu te ondertekenen. (…) De heer
[betrokkene 4]
vraagt of de woorden van VSO mogen worden vertaald als zijnde dat er vanuit het akkoord geen enkele belemmering is om het salaris vanaf 01-01-2015 uit te betalen als partijen er niet voor kiezen om andere voorwaarden voor de 0.8% in te vullen. De heer
[betrokkene 5]
stel vast dat er geen belemmering is. Mevrouw
[betrokkene 6]
vult aan dat het wel op de cao-tafel ligt. De heer
[betrokkene 4]
nuanceert dat het daar wel ligt, maar niet in relatie tot het afsluiten van een cao, de 0.8% moet per 01-01-2015 in de portemonnee van de werknemer zitten en niet in de portemonnee van de werkgever in afwachting van een cao-akkoord. (…) De heer
[betrokkene 9]
wil van de vertegenwoordiger van de sector Rijk, mevrouw [betrokkene 6], horen hoe zij de afspraak die moet worden gemaakt per 01-01-2015 formuleert. Mevrouw
[betrokkene 6]
verwijst naar het onderhandelingsresultaat. Er staat aldus spreekster niet dat de salarissen per 01-01-2015 in de sectoren verhoogd worden, tenzij anders overeengekomen. Er wordt pas iets veranderd als er afspraken zijn gemaakt. De heer
[betrokkene 9]
brengt hier tegen in dat er ook niet staat dat er eerst onderhandeld moet worden om tot een akkoord te komen. (…) De heer
[betrokkene 5]
acht het punt van de centrales volstrekt helder en aan het begin van de onderhandelingen is ook gezegd dat een deel van de vrijval ook aan de koopkrachtverbetering moet worden besteed. Voorstel is dat partijen zich vasthouden aan dit uitgangspunt en niet in als-dan-scenario’s gaan denken. Spreker zegt deze signalen overigens ook niet te hebben ontvangen. De heer
[betrokkene 9]
merkt op dat de centrales die signalen nu juist wel hebben gekregen, ook nog eens versterkt door de vertegenwoordiger Rijk in deze PK. De heer
[betrokkene 5]
zegt toe het signaal van, en de discussie met, de centrales over te brengen aan de sectorwerkgever Rijk en nog een keer de intentie van de afspraak benadrukken.
Na een korte pauze heropent de
voorzitter
de vergadering. Verzoek is nogmaals uiteen te zetten wat nu precies de intentie is van de gemaakte afspraak. De heer
[betrokkene 5]
verwoordt dat alsvolgt. Per 01-01-2015 worden de pensioenen versoberd. Dat betekent in dit geval dat er sprake is van een premiedaling. Partijen hebben hier de afgelopen maanden over overlegd en afspraken gemaakt hoe tot aanwending kan worden gekomen van de werkgeversdeel van de premie. Een deel van die vrijval en een deel van die opbrengstbesparing hebben partijen besteed aan de kwaliteit van de pensioenregeling en een deel van de opbrengst die niet is besteed, hebben partijen door laten vertalen in de vorm van een concreet genoemd bedrag in termen van pensioenpremie uitgedrukt, naar loon ten behoeve van de sectorale cao-tafels, zodat zij aldaar met elkaar kunnen spreken over de aanwending van het budget. Dat kan zijn in de vorm van salaris of andere arbeidsvoorwaarden, in aanvulling op de reguliere salarisafspraken op grond van de cao. Het is volstrekt helder dat het geld beschikbaar is met ingang van 01-01-2015 en dat het geld tot besteding moet komen en dat de sectoren daar afspraken over moeten maken. Het zijn de werkgevers geweest die in hun inzetbrief hebben aangegeven dat wat hen betreft het allergrootste deel van de pensioenvrijval moet worden doorvertaald naar salarissen om tot koopkrachtverbetering te komen. De
voorzitter
nuanceert dat de term sectorale cao-tafels wordt gebruikt als duiding van de overlegtafel, niet van een cao. De heer
[betrokkene 5]
stelt dat de besteding onderdeel kan zijn van een cao, maar dat hoeft dus niet. (…) De heer
[betrokkene 5]
benadrukt dat zijn samenvatting van zojuist wordt gedragen door VSO. De heer
[betrokkene 4]
verwijst nogmaals naar de heldere uitspraak van de sectorwerkgever Rijk dat er geen uitkering plaatsvindt voordat er een cao ligt. De vraag is of deze discussie heeft geleid tot een wijziging van dat standpunt. De heer
[betrokkene 5]
stelt vast dat hij het standpunt van een sectorwerkgever niet kan corrigeren. De heer
[betrokkene 9]
verwoordt zijn conclusie als volgt. De aanwending van 0.8% is salaris, tenzij er overeenstemming is bereikt over een andere aanwening. Is die overeenstemming er niet, dan wordt het dus salaris per 01-01-2015. Mevrouw [betrokkene 7]nuanceert dat het budget per 0.8% beschikbaar is en zo snel mogelijk wordt uitgekeerd. Er staat nergens dat als er geen overeenstemming is bereikt voor 01-01-2015 het automatisch resulteert in een uitkering per 01-01-2015. De heer
[betrokkene 9]
beaamt dat, maar de centrales hechten daar wel belang aan.
De hele discussie in achtnemend wordt overgegaan tot de ondertekening van Pensioenakkoord (PK/14.00093) en het Pensioenreglement (PK/14.00098-3).
”