Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBDHA:2016:12353

Rechtbank Den Haag
12-10-2016
01-11-2016
09/767248-13
Strafrecht
Eerste aanleg - meervoudig

Witwassen: r.o. 3.4.1: autohandelaar, witwassen van contante betalingen ter zake concreet onderzochte transacties en verhullen rechthebbende middels tenaamstelling.

Strafmaat: r.o. 6.3 en 8: gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 voorwaardelijk.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht

Meervoudige strafkamer

Parketnummers: 09/767248-13

Datum uitspraak: 12 oktober 2016

Tegenspraak

(Promisvonnis)

De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboortedatum] ,

BRP-adres: [geboortedatum]

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 27 en 28 september 2016.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. P. van de Rivière en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. J.L. Oudshoorn, advocaat te Rijswijk, en door de verdachte naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting - ten laste gelegd dat:

1.

(Zaaksdossier Witwassen [verdachte] Sr)

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2012

tot en met 28 augustus 2013 te Numansdorp en/of te Leiden en/of te Rotterdam,

althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en),

althans alleen, zich schuldig heeft/hebben gemaakt aan het plegen van (gewoonte) witwassen, immers heeft/hebben hij/zij (telkens) van voorwerp(en), bestaande uit

- een of meer (gro(o)t(e) geldbedrag(en) met een totaal van (ongeveer)

2.461.960,- euro bestaande uit (onder meer) betalingen voor aanschaf van en/of

aanbetaling(en) voor en/of leasesom en/of huur van een of meer auto ('s) en/of

- een of meer auto's, te weten (onder meer) een Porsche Panamera met kenteken

[kentekennummer 1] en/of een Audi Q7 met kenteken [kentekennummer 2] en/of een Audi RS met

kenteken [kentekennummer 3] , althans enig geldbedrag en/of goed,

- meermalen/eenmaal de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of

- meermalen/eenmaal (telkens) verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dat/die goed(eren) en/of geldbedrag(en) is/zijn en/of

- meermalen/eenmaal (telkens) een/meer van dat/die geldbedrag(en) en/of goed(eren) verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van (een van) die geldbedragen en/of goederen gebruik gemaakt,

terwijl hij/zij wist/wisten, althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;

Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een

veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

[bedrijfsnaam 1] en/of [bedrijfsnaam 2]. op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de

periode van 1 januari 2012 tot en met 28 augustus 2013 te Numansdorp en/of te

Leiden en/of te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met

(een) ander(en), althans alleen,

zich schuldig heeft/hebben gemaakt aan het plegen van (gewoonte) witwassen,

immers heeft/hebben zij (telkens) van voorwerp(en), bestaande uit

- een of meer (gro(o)t(e) geldbedrag(en) met een totaal van (ongeveer)

2.461.960 euro bestaande uit (onder meer) betalingen voor aanschaf van en/of

aanbetaling(en) voor en/of leasesom en/of huur van een of meer auto ('s) en/of

- een of meer auto's, te weten (onder meer) een Porsche Panamera met kenteken

[kentekennummer 1] en/of een Audi Q7 met kenteken [kentekennummer 2] en/of een Audi RS met

kenteken [kentekennummer 3] ,

althans enig geldbedrag en/of goed,

- meermalen/eenmaal de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of

- meermalen/eenmaal (telkens) verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dat/die goed(eren) en/of geldbedrag(en) is/zijn en/of

- meermalen/eenmaal (telkens) een/meer van dat/die geldbedrag(en) en/of goed(eren) verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van (een van) die geldbedragen en/of goederen gebruik gemaakt,

terwijl zij wist/wisten, althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,

aan welk(e) strafba(a)r(e) feit(en) (of tot welke verboden gedraging(en) de verdachte en/of zijn mededader(s) feitelijk leiding heeft/hebben gegeven en/of tot welk(e) strafba(a)r(e) feit(en) of tot welke verboden gedraging(en) de verdachte en/of zijn mededader(s) opdracht heeft/hebben gegeven;

2.

(Zaaksdossier Valse factuur Mercedes CLS p.12)

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 juli 2013 tot en met 1 augustus 2013 te Numansdorp en/of Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

één factuur,

(elk) zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst en/of laten opmaken/vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s), toen en daar (telkens) valselijk - immers opzettelijk in strijd met de waarheid

in/op factuur (met factuurnummer 131033) d.d. 1 augustus 2013 opgenomen/ingevuld en/of doen opnemen/invullen dat

- ( door [betrokkene 1] )) aan [bedrijfsnaam 1] 65.000 euro

(contant) is betaald voor een Mercedes CLS (met [nummer] )

en/of

- een handgeschreven opschrift 'Paid in Full',

zulks terwijl in werkelijkheid vermelde Mercedes en/of goed(eren) (telkens) niet (door [betrokkene 1] )) (contant) is betaald,

zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;

en/of

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 juli 2013 tot en met 1 augustus 2013 te Numansdorp en/of Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van en/of heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad

één factuur,

(elk) zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware dat/die geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst,

bestaande dat gebruikmaken en/of dat afleveren en/of dat voorhanden hebben (telkens) hierin dat een of meer van voornoemde geschriften (indirect en/of direct) is/zijn overgelegd en/of ingediend en/of toegezonden bij/aan de Douane en/of Allround Transport B.V.

en bestaande die valsheid en/of vervalsing hierin dat

in/op factuur (met factuurnummer 131033) d.d. 1 augustus 2013 is opgenomen/ingevuld dat

- ( door [betrokkene 1] )) aan [bedrijfsnaam 1] 65.000 euro

(contant) is betaald voor een Mercedes CLS (met [nummer] )

en/of

- een handgeschreven opschrift 'Paid in Full',

zulks terwijl in werkelijkheid vermelde dienst(en) en/of goed(eren) (telkens) niet door [bedrijfsnaam 1] is/zijn uitgevoerd en/of geleverd,

zulks terwijl hij verdachte en/of zijn mededaders (telkens) wist(en) althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat voornoemde geschrift(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware deze(n) echt en onvervalst;

3.

(Zaaksdossier onttrekking pandrecht)

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 november 2012 tot en met 31 december 2012 te Numansdorp en/of te Nieuw Beijerland, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk:

- een auto van het merk BMW M5, voorzien van het kenteken [kenteken 3] en/of

- een auto van het merk BMW 730, voorzien van het kenteken [kenteken 2]

in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijfsnaam 2] , ten behoeve van degene aan wie het toebehoort, heeft onttrokken aan het pandrecht dat door [kenteken 3] . op vorenomschreven voertuig(en) is gevestigd, immers heeft verdachte en/of zijn mededaders voornoemde BMW M5 en/of BMW 730, geparkeerd en/of gestald (bij [betrokkene 2] te Nieuw- Beijerland) op een voor voornoemde Santander onbekende plaats en/of heeft verkocht, zonder hiertoe toestemming te hebben verkregen van [kenteken 3] .

4.

(Zaaksdossier WWFT)

[bedrijfsnaam 2] . en/of [bedrijfsnaam 1] , in de periode van 11

januari 2012 tot en met 20 mei 2013, althans in het jaar 2012 en/of 2013, te Numansdorp en/of te Zoetermeer en/of elders in Nederland, (telkens) als beroeps- of bedrijfsmatig handelende verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van 15.000 euro of meer, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk in strijd met de verplichting, geformuleerd in artikel 16 Wet ter voorkoming van

witwassen en financieren van terrorisme, (een) verrichte ongebruikelijke transactie(s), niet (binnen 14 dagen / onverwijld) nadat het ongebruikelijke karakter van deze transactie(s) bekend is geworden heeft gemeld aan het meldpunt/de Financiële inlichtingen eenheid, immers heeft zij (telkens) opzettelijk geen melding gedaan van,

- ( een) op of omstreeks 11 januari 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 37.500 euro, althans voor een bedrag van (ten minste) 25.000 euro, voor een Mercedes gekocht door [betrokkene 3] en/of

- ( een) op of omstreeks 21 maart 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 80.000 euro, althans 75.000 euro, althans voor een bedrag van (ten minste) 25.000 euro, voor een Bentley gekocht door [betrokkene 4] te Curacao en/of

- ( een) op of omstreeks in de periode van 21 juni 2012 tot en met 4 december 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 57.097 euro (waarvan de betaling contant werd voldaan in drie termijnen: op 21 juni 2012 22.500 euro en/of op 18 september 15.000 euro en/of op 4 december 2012 19.597 euro), althans voor een bedrag van (ten minste) 25.000 euro, voor een BMW X5 gekocht door [betrokkene 5] en/of

- ( een) op of omstreeks in de periode van 28 augustus 2012 tot en met 17 december 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 63.500 euro (waarvan de betaling contant werd voldaan in drie termijnen: op 28 augustus 2012 20.000 euro en/of op 1 november 2012 22.000 euro en/of op 17 december 2012 21.500 euro, althans voor een bedrag van (ten minste) 25.000 euro, voor een Bentley gekocht door autobedrijf Ypenburg en/of

- ( een) op of omstreeks 6 mei 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s) te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 32.500 euro, althans voor een bedrag van (ten minste) 25.000 euro, voor een Mercedes Coupe met kenteken [kenteken 4] gekocht door [bedrijfsnaam 3] (met factuurnummer 13056),

aan welk(e) strafba(a)r(e) feit(en) (of tot welke verboden gedraging(en) de verdachte en/of zijn mededader(s) feitelijk leiding heeft/hebben gegeven en/of tot welk(e) strafba(a)r(e) feit(en) of tot welke verboden gedraging(en) de verdachte en/of zijn mededader(s) opdracht heeft/hebben gegeven;

5.

(Zaaksdossier WWFT)

[bedrijfsnaam 2] . en/of [bedrijfsnaam 1] , in de periode van 31 januari 2012 tot en met 14 december 2012 te Numansdorp en/of te Zoetermeer en/of elders in Nederland, (telkens) als beroeps- en bedrijfsmatig handelende verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van 15.000,- Euro of meer, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk, in strijd met de verplichting geformuleerd in artikel 3 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, geen danwel onvolledig, cliëntenonderzoek heeft verricht, immers heeft zij (telkens) opzettelijk geen (dan wel onvoldoende de) identiteit vastgesteld en/of gecontroleerd en/of geen uittreksel van de kamer van koophandel aangevraagd en/of gecontroleerd bij de volgende transactie(s):

- ( een) op of omstreeks 31 januari 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) (geheel of gedeeltelijk(e)) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 19.000 euro), althans voor een bedrag van (ten minste) 15.000 euro en/of

- ( een) op of omstreeks 2 april 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) (geheel of gedeeltelijk(e)) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 16.500 euro), althans voor een bedrag van (ten minste) 15.000 euro en/of

- ( een) op of omstreeks 7 mei 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) (geheel of gedeeltelijk(e)) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 17.950 euro, althans voor een bedrag van (ten minste) 15.000 euro en/of

- ( een) op of omstreeks 1 oktober 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) (geheel of gedeeltelijk(e)) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 24.000 euro, althans voor een bedrag

van (ten minste) 15.000 euro en/of

- ( een) op of omstreeks 16 oktober 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) (geheel of gedeeltelijk(e)) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 22.250 euro, althans voor een bedrag van (ten minste) 15.000 euro en/of

- ( een) op of omstreeks 18 oktober 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) (geheel of gedeeltelijk(e)) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 18.500 euro, althans voor een bedrag van (ten minste) 15.000 euro en/of

- ( een) op of omstreeks 20 november 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) (geheel of gedeeltelijk(e)) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 23.750 euro, althans voor een bedrag van (ten minste) 15.000 euro en/of

- ( een) op of omstreeks 26 november 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) (geheel of gedeeltelijk(e)) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 19.000 euro, althans voor een bedrag van (ten minste) 15.000 euro,

aan welk(e) strafba(a)r(e) feit(en) (of tot welke verboden gedraging(en) de verdachte en/of zijn mededader(s) feitelijk leiding heeft/hebben gegeven en/of tot welk(e) strafba(a)r(e) feit(en) of tot welke verboden gedraging(en) de verdachte en/of zijn mededader(s) opdracht heeft/hebben gegeven;

Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij, in de periode van 31 januari 2012 tot en met 14 december 2012 te Numansdorp en/of te Zoetermeer en/of elders in Nederland, opzettelijk, de in het eerste lid van artikel 33 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme bedoelde gegevens niet op

toegankelijke wijze gedurende vijf jaar na het tijdstip van het beëindigen van de zakelijke relatie of tot vijf jaar na het uitvoeren van de desbetreffende transactie heeft bewaard,

immers heeft hij (telkens) opzettelijk, voorgenoemde gegevens betreffende de volgende zakelijke relatie(s) niet op toegankelijke wijze gedurende vijf jaar na het tijdstip van het beëindigen van deze zakelijke relatie(s) bewaard, en/of voorgenoemde gegevens betreffende de volgende transactie(s) niet op toegankelijke wijze tot vijf jaar na het uitvoeren van de deze transactie(s) bewaard:

- ( een) op of omstreeks 31 januari 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) (geheel of gedeeltelijk(e)) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 19.000 euro), althans voor een bedrag van (ten minste) 15.000 euro en/of

- ( een) op of omstreeks 2 april 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) (geheel of gedeeltelijk(e)) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 16.500 euro), althans voor een bedrag van (ten minste) 15.000 euro en/of

- ( een) op of omstreeks 7 mei 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) (geheel of gedeeltelijk(e)) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 17.950 euro, althans voor een bedrag van (ten minste) 15.000 euro en/of

- ( een) op of omstreeks 1 oktober 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) (geheel of gedeeltelijk(e)) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 24.000 euro, althans voor een bedrag van (ten minste) 15.000 euro en/of

- ( een) op of omstreeks 16 oktober 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) (geheel of gedeeltelijk(e)) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 22.250 euro, althans voor een bedrag van (ten minste) 15.000 euro en/of

- ( een) op of omstreeks 18 oktober 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) (geheel of gedeeltelijk(e)) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 18.500 euro, althans voor een bedrag van (ten minste) 15.000 euro en/of

- ( een) op of omstreeks 20 november 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) (geheel of gedeeltelijk(e)) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 23.750 euro, althans voor een bedrag van (ten minste) 15.000 euro en/of

- ( een) op of omstreeks 26 november 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) (geheel of gedeeltelijk(e)) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 19.000 euro, althans voor een bedrag van (ten minste) 15.000 euro;

3 Bewijsoverwegingen

3.1

Inleiding1

Verdachte was in 2012 en 2013 aandeelhouder en directeur van [bedrijfsnaam 2] ( [bedrijfsnaam 2] ) en [bedrijfsnaam 1] ( [bedrijfsnaam 1] ). [bedrijfsnaam 2] had daarnaast nog twee andere aandeelhouders, van [bedrijfsnaam 1] was verdachte zowel directeur als enig aandeelhouder. De activiteiten van [bedrijfsnaam 2] en [bedrijfsnaam 1] behelsden de verkoop, lease en verhuur van auto’s.2

In drie strafrechtelijke onderzoeken naar handel in verdovende middelen bleek dat één of meerdere verdachten gebruik maakte(n) van voertuigen die op naam stonden of hadden gestaan van [bedrijfsnaam 2] of [bedrijfsnaam 1] . Eén van die onderzoeken was onderzoek 162CAEN, waarin het vermoeden was gerezen dat een Porsche Panamera die bij [bedrijfsnaam 2] vandaan kwam, met crimineel verkregen vermogen was gefinancierd. In een ander onderzoek (162Burgos) zou verdachte als getuige zijn gehoord en hebben verklaard dat hij zijn klanten niet screende maar een hoge borgstelling/aanbetaling vroeg. Voorts bleek dat veel kentekens die op naam stonden van [bedrijfsnaam 2] / [bedrijfsnaam 1] voorkwamen in politie-informatiesystemen.

Naar aanleiding van deze bevindingen is binnen onderzoek 162CAEN gestart met een deelonderzoek naar de faciliterende functie van [bedrijfsnaam 2] / [bedrijfsnaam 1] en haar leidinggevende, verdachte in onderhavige zaak. Dit onderzoek is in 2013 gestart en in februari 2015 afgerond. Het heeft betrekking op de periode 1 januari 2012 tot 28 augustus 2013 (de datum van de doorzoeking) en heeft geleid tot een aantal verdenkingen jegens verdachte.

Het zwaarste verwijt dat verdachte wordt gemaakt is dat hij zich gedurende 2012 en 2013 heeft schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen, door (ten eerste) op grote schaal contante geldbedragen aan te nemen ter betaling van auto-aankopen en leaseconstructies, terwijl hij wist, althans moest vermoeden dat dit om uit misdrijf verkregen gelden betrof. Ten tweede wordt hem verweten een drietal auto’s te hebben witgewassen, door - kort gezegd - te verhullen wie de werkelijk rechthebbende was van deze voertuigen. Naast het witwassen wordt verdachte verweten zich schuldig te hebben gemaakt aan valsheid in geschrift en het onttrekken aan het pandrecht van twee auto’s. Tot slot is er een verdenking van handelen in strijd met verplichtingen uit hoofde van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme, door contante betalingen niet tijdig te melden bij het meldpunt, dan wel onvoldoende identiteitscontrole te doen bij transacties waar dat uit hoofde van die wet had moeten gebeuren.

Verdachte heeft de laatste vier feiten op zijn tenlastelegging (vrijwel) geheel erkend. Hij heeft echter ontkend zich te hebben schuldig te hebben gemaakt aan witwassen. De rechtbank dient derhalve te beoordelen of verdachte contante geldbedragen heeft aangenomen / omgezet die uit (enig) misdrijf afkomstig zijn geweest en zo ja, of verdachte dat moet hebben geweten of moeten vermoeden toen hij deze betalingen aannam. Voorts moet de rechtbank zich buigen over de witwashandelingen rond de drie in de tenlastelegging concreet genoemde auto’s.

3.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder feit 1 primair, feit 2 eerste cumulatief/alternatief, feit 3, feit 4 (voor wat betreft de eerste vier genoemde transacties) en feit 5 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. Ten aanzien van feit 2, tweede cumulatief/alternatief heeft de officier van justitie vrijspraak bepleit.

Ten aanzien van feit 1 primair heeft de officier aangevoerd dat het niet anders kan dan dat een groot deel van de geldbedragen die bij [bedrijfsnaam 2] / [bedrijfsnaam 1] contant zijn betaald (en die daarna op de rekeningen van [bedrijfsnaam 2] / [bedrijfsnaam 1] of van verdachte en/of zijn vrouw zijn gestort) van enig misdrijf afkomstig zijn geweest. Hij heeft daartoe verwezen naar onderzoek naar de antecedenten, politiecontacten en vermogenspositie van het cliëntenbestand van verdachte zoals dat door de politie is gereconstrueerd. De officier heeft voorts geconcludeerd dat verdachte geweten moet hebben dat het niet goed zat met de geldbedragen die hij aannam, gelet op de frequentie en lange duur waarmee verdachte contant geld heeft aangenomen, het feit dat de politie minimaal 20 keer langs kwam in verband met auto’s van klanten die in beslag waren genomen en verdachte zelf ook heeft verklaard soms zijn twijfels te hebben maar dan geen vragen stelde. Door desondanks deze bedragen aan te nemen, terwijl dat noch voor hem noch voor de klanten een handige manier van betalen was, en in ruil daarvoor voertuigen ter beschikking te stellen, heeft verdachte meegewerkt aan het verhullen van het feitelijk bezit dan wel eigendom van luxe voertuigen, aldus de officier van justitie.

3.3

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring van de feiten 2 en 3 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 4 heeft de verdediging vrijspraak bepleit van de vijfde genoemde transactie en ten aanzien van feit 5 van de eerst genoemde transactie voor wat betreft het primair tenlastegelegde. Voor het overige heeft de verdediging zich ten aanzien van de feiten 4 en 5 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman een integrale vrijspraak bepleit. Hij heeft daartoe ten eerste aangevoerd dat het door de politie uitgevoerde cliëntenonderzoek uitgaat van algemeenheden. Deze wijze van onderzoek leidt er volgens de raadsman toe dat de reële mogelijkheid dat het volledige bedrag van € 2.461.960 in de tenlastelegging een legale herkomst heeft niet kan worden uitgesloten. Daar komt bij dat het onderzoek niet als wettig en overtuigend bewijs kan dienen. Ten eerste niet nu het onvolledig is geweest, omdat vergelijking van het kasboek met de lijst van de politie leert dat niet alle cliënten die contant hebben betaald daarin zijn meegenomen. Voorts is zowel aanzien van de antecedenten en de inkomensgegevens onvoldoende concreet onderzocht in welke mate deze relevant zijn voor de transacties in de onderzoeksperiode. Zo is bij de Opiumwet antecedenten niet gekeken naar de ouderdom daarvan en in hoeveel gevallen er sepots of vrijspraken zijn gevolgd.

Voorts heeft de raadsman bepleit dat zijn cliënt geen wetenschap heeft gehad dat de ontvangen geldbedragen van misdrijf afkomstig waren, omdat direct bewijs daarvoor ontbreekt in het dossier. Verder moet het handelen van verdachte worden bezien in de context van een autobedrijf waarin het gebruikelijk is contant te betalen en waarin een sluitende administratie is gevoerd. Ten aanzien van de drie auto’s op de tenlastelegging heeft de raadsman gesteld dat er geen bewijs is dat deze van misdrijf afkomstig zijn en ook niet voor de wetenschap van zijn cliënt daaromtrent.

3.4

De beoordeling van de tenlastelegging3

3.4.1

Feit 1

Bevindingen ten aanzien van de bedrijven van verdachte

In het onderzoek 162CAEN zijn meerdere bankrekeningen onderzocht gerelateerd aan [bedrijfsnaam 2] , [bedrijfsnaam 1] , verdachte en/of zijn vrouw. Op zes van die bankrekeningen hebben in de periode van januari 2012 tot en met augustus 2013 tot een totaalbedrag van € 2.461.960,89 aan contante stortingen plaatsgevonden. De door de politie becijferde girale betalingen bedroegen in deze periode bijna € 340.000, waarmee dit een zeer gering aandeel van alle betalingen betreft. In het bedrijf was geen (werkend) pinapparaat aanwezig, veel klanten kwamen maandelijks langs om huurtermijnen contant te voldoen, aldus verdachte.

Uit het dossier volgt dat de politie in de periode van januari 2012 tot en met augustus 2013 20 maal contact heeft gehad met [bedrijfsnaam 2] en/of [bedrijfsnaam 1] ter zake van klanten die auto’s leaseden of hadden gekocht bij [bedrijfsnaam 2] en/of [bedrijfsnaam 1] . Het ging hierbij onder andere om witwasonderzoeken en onderzoeken naar drugshandel.

Voorts heeft de politie in de administratie van verdachte een aantal facturen aangetroffen waar contant een bedrag van meer dan € 25.000 is betaald, zonder dat hiervan melding is gedaan bij de Financiële Inlichtingen Unit (FIU).

Bevindingen ten aanzien van de klantenkring van [bedrijfsnaam 2] / [bedrijfsnaam 1]

De politie heeft onderzoek gedaan naar de klantenkring van [bedrijfsnaam 1] en [bedrijfsnaam 2] . Op basis van de inbeslaggenomen administratie en informatie uit politiesystemen is er een lijst opgesteld van 258 personen die vanaf 2012 tot aan de doorzoeking op 28 augustus 2013 op enigerlei wijze tot de klantenkring van de twee bedrijven zouden behoren.4

Uit onderzoek naar de antecedenten van die 258 personen volgt dat 100 van hen antecedenten hebben op het gebied van de Opiumwet, en 106 op andere gebieden.

Uit onderzoek naar de financiële bestedingsruimte van deze 258 personen volgt dat van hen 242 tot 248 financieel niet in staat moeten worden geacht om een auto in het duurdere segment privé te kunnen leasen.

Tussenconclusie: stevige witwasverdenking

Hoewel de rechtbank de kritiek van de raadsman op zowel het onderzoek naar de antecedenten als naar de vermogenspositie tot op zekere hoogte deelt, leveren deze bevindingen, in samenhang bezien, een stevige verdenking op dat verdachte zich in zijn twee autozaken meermalen en wellicht zelfs veelvuldig heeft schuldig gemaakt aan witwassen. Dit geldt temeer nu verdachte in zijn verhoren er blijkt van heeft gegeven zich niet al te veel vragen te stellen over de herkomst van het geld waarmee hij betaald werd (‘want geld is geld’) en, bijvoorbeeld, een klant, er actief op wees dat als zij € 25.000 contant betaalden hij hen zou melden, hetgeen dan werd ‘opgelost’ door een bedrag van € 1.000 per bank te betalen. Ook zijn verklaring ter terechtzitting, dat hij soms transacties aanging met personen bij wie hij een WWFT melding uit angst voor die persoon achterwege liet, wijst in die richting.

De rechtbank is echter van oordeel dat deze bevindingen onvoldoende zijn om wettig en overtuigend bewezen te achten dat verdachte grote contante geldbedragen heeft witgewassen.

Concrete bewijsmiddelen, in de zin van getuigenverklaringen, geschriften of tapgesprekken, die het vermoeden dat verdachte in zijn bedrijf structureel opzettelijk meewerkte aan witwasconstructies, aan de hand waarvan zou kunnen worden vastgesteld dat (vrijwel) alle contante betalingen in het bedrijf ‘fout’ waren, ontbreken in het dossier. Dat betekent dat het witwasvermoeden op andere wijze door feiten of omstandigheden concreet zal moeten worden gestaafd om een legale herkomst van de gelden uit te kunnen sluiten. Een aantal gevallen daargelaten, heeft dat onderzoek naar concrete transacties waaruit het bedrag van ruim € 2,4 miljoen is opgebouwd niet plaatsgevonden.

Evenmin is op basis van het dossier inzichtelijk geworden voor welke transactiebedragen boven de € 15.000 verdachte zich heeft gehouden aan de bepalingen van de WWFT, en dus reeds op grond van artikel 19 van die wet van strafvervolging ter zake van witwassen is gevrijwaard. Blijkens het rapport van de Belastingdienst was dat in 2012 ten aanzien van het identiteitsonderzoek bij tien van de 22 transacties het geval.

Het voorgaande leidt niet tot de conclusie dat de rechtbank verdachte geheel zal vrijspreken van het witwassen door het aannemen van contante geldbedragen. In het dossier bevinden zich een tweetal zaken waarin dergelijke transacties immers wel concreet zijn onderzocht.

De betalingen voor de Bentley voor mevrouw [betrokkene 4]

In de administratie van [bedrijfsnaam 2] zijn een aantal documenten aangetroffen die zien op de aan- en verkoop van een Bentley Continental Flying Spur. Ten eerste is er een koopovereenkomst, waarop is vermeld dat de betreffende Bentley op 21 maart 2012 in Duitsland is aangekocht door [bedrijfsnaam 2] voor een bedrag van € 75.000 van de heer [betrokkene 6] .5 Daarnaast is er een factuur d.d. 12 april 2012, t.n.v. [betrokkene 4] te Curaçao, waarop is vermeld dat de Bentley is verkocht voor een bedrag van € 80.000. Op de factuur is vermeld dat deze contant is voldaan.6 Uit andere facturen volgt voorts dat [bedrijfsnaam 2] op 17 april 2012 de Bentley per schip heeft laten transporteren naar Willemstad door het bedrijf [betrokkene 7] en dat de kosten daarvoor, een bedrag van € 3.473,- contant zijn betaald. De manager van [betrokkene 7] heeft verklaard dat zowel de verscheping in een container als het feit dat deze contant werd afgerekend, zeer ongebruikelijk zijn.7

De verkoop en het ontvangst van het contant bedrag van € 80.000 zijn door [bedrijfsnaam 2] niet als ongebruikelijke transactie gemeld, hetgeen is geconstateerd in een toezichtonderzoek in januari 2013 het kader van de WWFT.8 Verdachte heeft in het kader van dit onderzoek verklaard dat een vrouw uit Curaçao gebeld zou hebben over een auto in Duitsland die zij wilde hebben. Omdat het om export ging en er geen tenaamstelling in het kader van de RDW plaatsvond heeft hij geen identiteitsbewijs van de koper gehad, hoewel hij daar wel herhaaldelijk om had gevraagd. Na vele maanden had hij dit nog steeds niet en dacht daarom dat hij dit niet kon melden.9

[betrokkene 4] is gehoord als getuige. Zij heeft verklaard dat de Bentley van haar zoon [betrokkene 8] was die hem naar Curaçao heeft laten verschepen. Zij kent verdachte niet, heeft de auto niet zelf in Nederland gekocht en daar ook nooit om gevraagd.10 E. [betrokkene 11] heeft ten aanzien van deze Bentley verklaard dat hij in april 2014 op Curaçao was en toen deze Bentley in een showroom heeft zien staan. De dealer heeft hem toen verklaard dat de auto van ene Raoul was geweest.11

Tijdens zijn verhoor in deze zaak heeft verdachte verklaard nog steeds achter zijn verklaring over deze auto te staan. Er is van alles aan gedaan om het identiteitsbewijs te krijgen, maar het kwam steeds niet. Toen is geprobeerd de zoon van die mevrouw te bellen, die hij nog kende omdat die klant was geweest bij een vroeger autobedrijf van verdachte, [betrokkene 10] . Dat kon niet omdat die zoon inmiddels bleek overleden aan acuut hartfalen. Dat was de zoon die hem in 2012 had gebeld en die zei dat zijn moeder persé die Bentley wilde hebben. Verdachte herinnert zich in het verhoor desgevraagd dat deze zoon [betrokkene 8] heette. Verdachte zei toen, dat is goed, maar dan moet je wel een beetje geld geven want dat kan ik zo niet betalen. Een uur later kwam er een jongen bij hem op het kantoor met een tas met € 75.000 en is hij met die tas direct op de trein gestapt om die Bentley op te halen. Het transport naar Curaçao is ook weer door die gast betaald. Hij weet niet wie die jongen was. Hij kon er

€ 5.000 mee verdienen, dus dat zag hij wel zitten.12

Conclusie

De rechtbank overweegt dat het een feit van algemene bekendheid is dat bij diverse vormen van criminaliteit grote hoeveelheden contant geld omgaan. Tevens is het vervoer van een geldbedrag van € 75.000 in een tas als een ongebruikelijke vervoerswijze te bestempelen. Dat de auto bedoeld zou zijn voor [betrokkene 4] , de moeder van [betrokkene 8] , woonachtig op Curaçao wordt weerlegd door de verklaring van de mevrouw [betrokkene 4] zelf en [betrokkene 11] . De rechtbank leidt uit voorgaande feiten en omstandigheden af dat het bedoeling van [betrokkene 8] is geweest de auto niet op eigen naam te willen kopen en naar Curaçao te verschepen. In combinatie met de verdere gang van zaken rond de aanschaf leidt dat tot de conclusie dat een legale herkomst van het geldbedrag van € 80.000 kan worden uitgesloten en dus dat dit van enig misdrijf afkomstig is geweest.

De rechtbank is daarnaast van oordeel dat verdachte, door een tas met zeer groot contant geldbedrag aan te nemen van een persoon die hij niet kende en die iemand anders was dan degene met wie hij de verkoop had gesloten, en vervolgens van deze persoon geen identiteitsgegevens had ontvangen en deze transactie niet te melden, moet hebben geweten dat dit crimineel verkregen geld betrof. Door dit geld aan te nemen en daarmee op de naam van zijn bedrijf een auto aan te schaffen heeft hij de ware herkomst van dit geld verhuld en in de legale economie gebracht.

De contante betalingen door [betrokkene 12]

In de administratie van [bedrijfsnaam 1] bleken zich voorts een brief, drie facturen en andere aantekeningen te bevinden, die zien op een transactie waarbij [bedrijfsnaam 1] in vier termijnen een bedrag van €180.000 in contanten heeft ontvangen van [betrokkene 12] , ten behoeve van de aanschaf van een aantal auto’s in de VS.13 Op een brief ondertekend door verdachte d.d. 20 juni 2013, is het volgende geschreven:

‘Dear Sir [betrokkene 12] ,

On 18-02-2013 has given us the order to pay. Your purchase of cars from America via our account in your request, we ad € 171.073,25 paid a total amount of our account to the account of your supplier. We have also agreed that you will take care of customs formalities, since it you purchase order tot he supplier i America concerns itself. For our mediation by paying for your purchase, we agreed that we charge an amount of € 8,926,75’.

Een factuur met dit bedrag, d.d. 20 juni 2013 en met vermelding ‘Betreffende doorbetaling van uw aankoop in Amerika’ bevindt zich eveneens in de administratie.14 Op bankafschriften van [bedrijfsnaam 1] is vermeld dat dit bedrag is overgemaakt aan [betrokkene 13] .15 In de administratie zijn voorts een drietal facturen aangetroffen waarbij [betrokkene 13] als verkoper en [bedrijfsnaam 1] BV als koper is vermeld. De naam Al- [betrokkene 12] komt op deze facturen niet voor. Onderzoek naar de firma [betrokkene 13] heeft uitgewezen dat deze gevestigd is in een winkelcentrum in de VS waar geen autobedrijf actief is.16

[betrokkene 12] is als getuige gehoord. Hij heeft verklaard de onderneming [bedrijfsnaam 1] niet te kennen en daar nooit zaken mee te hebben gedaan of een geldbedrag ter beschikking te hebben gesteld. Hij is sinds 18 jaar als ingenieur werkzaam in Duitsland. Hij heeft nooit een dergelijk geldbedrag tot zijn beschikking gehad. De aan hem gerichte brief van 20 juni 2013 en de bijbehorende factuur van [bedrijfsnaam 1] kent hij niet. Zijn naam is daar verkeerd op gespeld en er is een adres vermeld waar hij nooit heeft gewoond. Geconfronteerd met een (bij [bedrijfsnaam 1] aangetroffen document) waarop een kopie van zijn paspoort, legitimatiebewijs en een deel van zijn rijbewijs staan, heeft hij verklaard dat hij tijdens familiebezoek in Marokko ooit een auto heeft gehuurd en dat dit de enige keer is geweest dat hij al deze documenten in een keer heeft moeten overhandigen. Hij vermoedt dat de betreffende kopieën daar zijn gemaakt.17

Verdachtes verklaring

Verdachte heeft ten aanzien van deze transactie als volgt verklaard:

[betrokkene 12] , ik ken hem wel, maar weet niet wie het is. Hij is bij mij gekomen via [betrokkene 14] en [betrokkene 14] , ik weet geen achternaam, die jongens die nu bij mij leasen. Hij kwam met hun bij mij op kantoor. Hij heeft auto’s gekocht in Amerika, die moesten hierheen, hij vroeg of ik dat kon regelen. Ik heb hem naar België gestuurd naar een inklaringsbedrijf. Die auto’s zouden dan naar mij komen en ik zou ze dan klaar maken en doorsturen naar Marokko. Maar daarna heb ik die man nooit meer gezien. Niemand heeft meer wat van hem gehoord, ook het verschepingsbedrijf niet. Ik heb die € 180.000 gestort op een rekening van mijzelf. En ik heb facturen gekregen van dat bedrijf in Amerika, en toen heb ik die auto’s betaald, giraal. Die auto’s heb ik nooit gezien, maar die commissie die had ik opgestreken dus ik vond het best. Ik ging er vanuit dat ik er nog een heleboel voor moest regelen, maar dat hoefde uiteindelijk niet.18 Ter terechtzitting is verdachte bij deze verklaring gebleven en heeft daaraan toegevoegd dat het niet ongebruikelijk is dat mensen betalingen naar Amerika via hem lieten lopen omdat dat best lastig is uit te voeren.

Conclusie

De rechtbank overweegt dat zij geen reden heeft te twijfelen aan de verklaring van [betrokkene 12] , dat hij niet degene is geweest die het geldbedrag aan verdachte heeft betaald. Het feit dat kopieën van zijn documenten zijn gebruikt maakt, gelet op de verklaring die hij daarvoor heeft gegeven, dat niet anders. Dit betekent dat aan verdachte een zeer groot contant geldbedrag is betaald met gebruikmaking van een valse identiteit om via verdachte over te laten maken naar de Verenigde Staten, naar een bedrijf dat niet lijkt te bestaan. Op grond hiervan kan worden vastgesteld dat het niet anders kan dan dat dit geld is dat van enig misdrijf afkomstig is geweest.

Ten aanzien van de wetenschap van verdachte overweegt de rechtbank ten eerste dat de verklaring van verdachte, dat hij meende voor deze auto’s naast de betaling ook nog andere zaken te moeten regelen, niet strookt met de inhoud van zijn brief van 20 juni 2013, waarin meermalen wordt benadrukt dat de afspraak was dat alleen de betaling via [bedrijfsnaam 1] zou verlopen, omdat het immers de aankopen van ‘ [betrokkene 12] ’ zelf waren. Ook klopt zijn verklaring, dat het ging om auto’s gekocht door [betrokkene 12] en hij na ontvangst van de facturen is overgegaan tot betaling niet met het gegeven dat op alle vier de facturen die verdachte zegt te hebben ontvangen niet de naam van [betrokkene 12] is vermeld als aankopende partij, maar het bedrijf van verdachte. Dat verdachte, ervaren in de autohandel, zonder enige vraag te stellen hierover tot betaling zou zijn overgegaan, acht de rechtbank ongeloofwaardig.

Door deze betalingen te doen vanuit zijn bankrekening heeft verdachte ervoor gezorgd dat de persoon/personen die werkelijk achter deze betalingen zat(en) geheel buiten beeld is/zijn gebleven, en dat heeft verdachte zelf ook gezien. Ten eerste omdat de persoon die bij hem op kantoor kwam iemand anders moet zijn geweest dan de persoon op de kopieën van de identiteitsbewijzen die aan verdachte zijn overgelegd, ten tweede gelet op de tenaamstelling van de facturen. Het bedrag dat verdachte met deze werkzaamheden heeft verdiend, bijna

€ 9.000 euro, staat voorts in geen enkele verhouding tot de daarvoor geleverde diensten; het afstorten van een geldbedrag en vervolgens een viertal bankoverschrijvingen doen.

De rechtbank komt gelet op deze feiten en omstandigheden tot de conclusie dat de verdachte bewust heeft meegewerkt aan het in het girale geldverkeer brengen van een aan hem overhandigd zeer groot contant en uit misdrijf afkomstig geldbedrag, zonder dat nog valt op te maken van wie dat geld afkomstig was. Ten overvloede overweegt de rechtbank in verband met deze transacties nog dat verdachte zich niet aan zijn verplichtingen uit hoofde van de WWFT heeft gehouden, het eerst ontvangen bedrag van € 20.000 is niet gemeld, zodat de strafuitsluitingsgrond op grond van deze wet niet van toepassing is.19

De Audi Q7 met kenteken 20

In de administratie van [bedrijfsnaam 2] is een aankoopfactuur Audi Q7 met kenteken [kenteken 5] van [betrokkene 16] aan [bedrijfsnaam 2] , d.d. 27 september 2012, met inruil van een Bentley [kenteken 7] . De inkooprijs van de Audi, inclusief BTW en BPM is volgens de factuur € 117.500.21 Voorts bevonden zich in de fysieke administratie een leasecontract met nr. 55 tussen [bedrijfsnaam 1] en [verdachte] , met als ingangsdatum 1 oktober 2012, een looptijd van 60 maanden, een maandbedrag van € 1.587,13 per maand en een eerste aanbetaling van

€ 42.016,81 exclusief BTW.22

Correspondentie

Met betrekking tot deze auto is een aantal e-mails en brieven aangetroffen in de administratie van [bedrijfsnaam 2] . Dit begint met een e-mail d.d. 1 oktober 2012 van [verdachte] aan verdachte met daarin onder meer: “ (bijnaam verdachte, rechtbank) ga maandag een strik halen voor de q7 van [betrokkene 15] ook regel ik de bloemen! […]”23 Voorts is aangetroffen een aanrijdingsformulier d.d. 15 oktober 2012, met als bestuurder Sabine [betrokkene 18] en een e-mail van [betrokkene 15] d.d. 23 november 2012 die vertelt dat zij in de auto reed toen er een aanrijding plaatsvond.24 Daarnaast is er nog een e-mail van verdachte d.d. 29 oktober 2012 en een brief van Farinwell over een volgsysteem. Hierin schrijft verdachte: “hey [betrokkene 17] , het alarmsysteem is ingebouwd, echter is wel dat [betrokkene 18] het formulier moet invullen, dan pas wordt het certificaat vrijgegeven”. De titel van de mail is Q7 [kentekennummer 2] certificaat. 25 In een e-mail d.d. 14 november 2012 schrijft [email adres] aan Wendy [betrokkene 21] over een factuur van Farinwell.com met nr.1131252, “[betrokkene 17] deze factuur is voor [betrokkene 18] . Wij betalen hem. Kan jij hem doorfactureren?26 Tot slot is aangetroffen een (ongedateerde) brief van [bedrijfsnaam 2] aan [betrokkene 18] “Bijgaande uw groene kaart voor het voertuig met kenteken: [kentekennummer 2] . Gelieve deze groene kaart samen met het kenteken deel 1A en 1B in de auto opbergen.”27

Facturering van betalingen: 28

In de inbeslaggenomen fysieke kasadministratie van [bedrijfsnaam 1] is met betrekking tot dit voertuig een factuur geadresseerd aan verdachte aangetroffen, betreffende een eerste leasevergoeding, voor een bedrag van € 42.016,81 exclusief BTW met een handmatige notitie ‘8/10 kas. Echter in het grootboek 2012 van [bedrijfsnaam 1] is deze betaling op 1 oktober 2012 op debiteur 71 ( [betrokkene 18] ) geboekt, die dit bedrag op 8 oktober 2012 per kas betaald zou hebben.

Voorts zijn met betrekking tot de maandleasebedragen in de fysieke administratie elf facturen aangetroffen over de periode oktober 2012 tot en met augustus 2013 inzake op naam van [verdachte] , elk met een handgeschreven notitie kas en een betaaldatum. Echter in de in beslag genomen computer bestanden van [bedrijfsnaam 1] werden voor deze zelfde periode zes identieke facturen (zelfde factuurnummer, datum, bedragen, en omschrijvingen) aangetroffen, maar dan geadresseerd aan [betrokkene 18] , met debiteurnummer 71. Uit het grootboek 2012 en 2013 blijkt dat de leasebedragen met betrekking tot dit voertuig in de periode van oktober 2012 tot en met maart 2013 geboekt zijn ten laste van debiteur 71 ( [betrokkene 18] ) en volgens het kasboek per kas zijn betaald.

Verder blijkt dat met het voertuig in de periode boetes zijn gereden die per identieke factuur zijn doorbelast aan zowel [verdachte] (deze zijn aangetroffen in de fysieke administratie) als aan [betrokkene 18] (aangetroffen in de computeradministratie).

Inbeslagname op 10 maart 2013 29

Op 10 maart 2013 is de auto, waar op dat moment de broer van de vriendin van [betrokkene 18] in reed, in beslag genomen op verdenking van witwassen. De broer van [betrokkene 15] had verklaard dat de auto eigendom van zijn zus, [betrokkene 19] , was, dat zij een uitkering heeft en hij niet wist hoe ze de auto betaald had, maar wel dat de auto van haar was, ze reed altijd in mooie auto’s. [betrokkene 18] bleek diverse antecedenten te hebben op grond van de Opiumwet en gewelds- en vermogensdelicten. Volgens brieven d.d. 25 maart 2013 en 5 april 2013 claimt [bedrijfsnaam 1] dat de auto haar eigendom is en onterecht in beslag is genomen, waarna de auto op 18 april 2013 is teruggegeven aan [bedrijfsnaam 1] .

Verdachtes verklaring

Over de Audi Q7 heeft [verdachte] verklaard dat hij die vorig jaar pas (rechtbank: in 2013) heeft gekocht met geld dat hij had verdiend met pokeren, en dat hij hem “links en rechts” trachtte te verhuren aan personen, en dat nu een vriendin van hem er in reed. Gevraagd hoeveel die vriendin, [betrokkene 15] [betrokkene 19] (de vriendin van [betrokkene 18] , met wie verdachte ook goed omgaat) daarvoor betaalde, heeft verdachte verklaard dat hij de auto eigenlijk zelf leasede, dat hij de auto betaalde en dat als hij er zelf niet in rijdt [betrokkene 15] er in mocht rijden omdat hij een speciale relatie met [betrokkene 15] heeft. Hij kent de heer [betrokkene 18] via [betrokkene 15] .

Conclusie van de rechtbank

De rechtbank acht het verhaal van verdachte over deze auto niet geloofwaardig. De hiervoor genoemde bevindingen uit de administratie, en dan met name het aantreffen van de dubbele facturen die geboekt blijken te zijn op naam van [betrokkene 18] , in samenhang bezien met het feit dat de auto direct na de aankoop met bloemen en strik zou worden afgeleverd aan [betrokkene 15] , dat de facturen voor een volgsysteem en boetes werden doorgefactureerd aan [betrokkene 18] en tot slot nog de verklaring van de broer van [betrokkene 15] , laten geen andere mogelijkheid open dan dat de auto in werkelijkheid werd geleased door [betrokkene 18] , ten behoeve van zijn vriendin. Gelet op de verhullende constructie waarmee dit gebeurde en de antecedenten van [betrokkene 18] concludeert de rechtbank dat deze betalingen met geld zijn verricht dat van misdrijf afkomstig is geweest en dat verdachte dit geweten heeft.

De Porsche Panamera

In de administratie van [bedrijfsnaam 1] is een leasecontract aangetroffen op naam van [betrokkene 20] , betrekking hebbende op de lease van een Porsche Panamera. Voorts zijn meerdere kwitanties en facturen aangetroffen met de naam van [betrokkene 20] en de vermelding van de Porsche. Verdachte en [betrokkene 20] hebben verschillende en wisselende verklaringen afgelegd over de aanschaf van deze auto door [bedrijfsnaam 2] , het vervolgens leasen (of verhuren zoals verdachte ter zitting heeft verklaard) aan [betrokkene 20] en de bedragen die daarbij door [betrokkene 20] zouden zijn betaald. Duidelijk is op basis van het dossier dat er in elk geval meer betaald is door [betrokkene 20] dan beiden willen toegeven. Verdachte [betrokkene 20] is bij vonnis van deze rechtbank van heden op grond van bevindingen over de herkomst van deze betalingen veroordeeld voor witwassen van deze Porsche en de daarvoor betaalde gelbedragen.

Dat verdachte en [betrokkene 20] wisselend over deze auto verklaren doet vermoeden dat ook verdachte ten aanzien van deze auto geweten moet hebben dat het geld waarmee [betrokkene 20] deze leasete/huurde niet eerlijk was verdiend. Verdachte heeft hierover zelf echter verklaard er altijd van uit te zijn gegaan dat [betrokkene 20] een aannemingsbedrijf had gehad dat hij had verkocht. Nu direct bewijs van voor zijn wetenschap in het dossier ontbreekt, spreekt de rechtbank verdachte van dit deel van de tenlastelegging vrij.

De Audi RS

Ook ten aanzien van deze auto is een leasecontract in de administratie van [bedrijfsnaam 1] aangetroffen op naam van [betrokkene 21] , met als ingangsdatum 10 februari 2013. De auto werd op 8 maart 2013 onder [betrokkene 21] in beslag genomen tijdens een verkeerscontrole. Hij verklaarde toen geen inkomen te hebben uit werk of inkomen, in het verleden wel eens als glazenwasser te hebben gewerkt en de auto voor een vriendenprijs te hebben gehuurd.

Ten aanzien van deze auto is voorts gebleken dat deze [betrokkene 21] reeds in 2010 in deze auto reed, dat de auto toen was voorzien van een Duits kenteken en dat het daarbij behorende kentekenbewijs kort daarna in Spanje werd gestolen. Voorts blijkt uit het dossier dat verdachte zich vervolgens in 2012, op verzoek van [betrokkene 21] , heeft bezig gehouden met het verkrijgen van kopie voertuigdocumenten van de Audi in verband met voornoemde diefstal van de originele stukken in Spanje, hetgeen uiteindelijk ook is gelukt. Verdachte heeft verklaard dat hij dit deed op verzoek van [betrokkene 21] , die de auto graag wilde hebben. Nadat hem was gebleken dat de auto niet als gestolen gesignaleerd stond heeft hij de auto gekocht van MABO-cars, en nadat de kopiestukken uit Duitsland waren verkregen, de auto geïmporteerd en een leasecontract met [betrokkene 21] afgesloten.

De eigenaar van MABO cars heeft in reactie op een vordering tot uitlevering van de bij deze auto behorende documenten laten weten deze auto nooit in bezit te hebben gehad. Tijdens het onderzoek bleek dat de aankoopfactuur van MABO-cars onvindbaar was in de administratie van [bedrijfsnaam 1] . Door medewerkster [betrokkene 21] werd geopperd dat deze wellicht door een collega, die een dossier over deze auto had samengesteld, uit de betreffende map in de administratie was gehaald. De auto stond wel in het computersysteem Carwise, een schermafdruk daarvan is opgenomen in het dossier. Ter terechtzitting heeft de raadsman van verdachte deze factuur alsnog overgelegd. De bedragen die op deze factuur zijn vermeld komen overeen met de bedragen die op voornoemde schermafdruk staan. In de administratie van [bedrijfsnaam 1] bevonden zich voorts een ondertekend leasecontract, met een leasetermijn van € 1.115,88 per maand en een eerste aanbetaling van € 16.528,93 exclusief BTW, een factuur met betrekking tot het eerste termijnbedrag met daarop handgeschreven:18/3 kas en een paraaf, en een uitdraai waarop is vermeld dat [betrokkene 21] daarna nog twee keer (op 25 februari 2013 en 25 maart 2013) een termijnbedrag per kas heeft betaald.

Conclusie

De rechtbank overweegt dat ten aanzien van deze auto dat het zeer merkwaardig te noemen is dat een auto waarin in [betrokkene 21] al in 2010 reed maar die nooit op zijn naam heeft gestaan, via een omweg van het bedrijf van verdachte in 2013 weer in gebruik blijkt te zijn bij [betrokkene 21] via een leaseconstructie, die hij zelf aanduidt als ‘huren voor een vriendenprijs’, terwijl de uitgaven die daarmee gemoeid zijn niet in verhouding staan tot zijn legaal bekende inkomen. Dit wijst erop dat [betrokkene 21] de aanbetaling en leasebedragen niet met legaal verkregen geld kon financieren.

Het ontbreekt in het dossier echter aan bewijs dat de verklaring van verdachte over zijn betrokkenheid bij deze auto en zijn wetenschap van (mogelijk) witwassen door [betrokkene 21] , niet kan kloppen. De informatie uit het Carwise systeem en de verklaring van [betrokkene 21] , passen bij zijn verklaring. [betrokkene 21] heeft een verklaring gegeven voor het feit dat de aankoopfactuur niet direct boven water kwam. Voorts is op basis van het dossier onduidelijk in wiens eigendom/bezit de auto geweest is in periode juli 2010 tot oktober 2011, uit politieregistraties blijkt dat [betrokkene 21] in die periode in elk geval in andere auto’s dan de Audi RS reed. Tot slot lijkt [betrokkene 21] daadwerkelijk forse bedragen te hebben betaald aan [bedrijfsnaam 1] , hetgeen niet past bij het vermoeden dat [bedrijfsnaam 1] /verdachte heeft meegewerkt aan een papieren constructie waarbij een auto die in werkelijkheid eigendom van [betrokkene 21] was op naam te stellen. Bij deze stand van zaken zal de rechtbank verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging daarom eveneens vrijspreken.

3.4.2

Feiten 2, 3, 4 en 5

De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder 2 eerste en tweede cumulatief/alternatief, 3, 4 en 5 primair (met uitzondering van de transactie van 31 januari 2012) en 5 subsidiair (ten aanzien van de transactie van 31 januari 2012) ten laste gelegde feiten, welke feiten de verdachte ook heeft bekend. Nu de raadsman namens verdachte ook geen vrijspraak heeft bepleit, kan de rechtbank ingevolge artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:

Feit 2:

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier Valse Factuur Mercedes, D-001, Factuur 131033 van [bedrijfsnaam 1] , p. 99.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier Valse factuur Mercedes, G01-01, proces-verbaal van verhoor getuige [verdachte] , p. 20 en 21.

  • -

    De verklaring van de verdachte ter terechtzitting.

Feit 3:

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier Onttrekking pandrecht, Proces-verbaal van aangifte, p. 45 en 46.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier Onttrekking pandrecht, Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 228 t/m 230.

  • -

    De verklaring van de verdachte ter terechtzitting.

Feit 4:

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Aangifte ex. artikel 162 SV., p. 41.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Rapport van de Belastingdienst/Unit MOT, p. 44-46.

  • -

    Deel 3, Zaakdossier WWFT, Geschrift, te weten kasboek [bedrijfsnaam 2] -administratie, p. 53.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten een factuur d.d. 11 januari 2012 t.n.v. [betrokkene 3] , p. 54.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten ontvangstbevestiging van [bedrijfsnaam 4] , p. 55.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten kasboek [bedrijfsnaam 2] -administratie, p. 49.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten een factuur d.d. 12 april 2012 t.n.v. [betrokkene 4] , p. 50.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten kasboek [bedrijfsnaam 2] -administratie, p. 57-59.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten een factuur d.d. 19 december 2012 t.n.v. [betrokkene 5] , p. 60.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten ontvangstbevestiging van [bedrijfsnaam 4] , p. 61.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten kasboek [bedrijfsnaam 2] -administratie, p. 63-65.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten een factuur d.d. 23 januari 2013 t.n.v. Autobedrijf Ypenburg, p. 67.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten ontvangstbevestiging van [bedrijfsnaam 4] , p. 66.

  • -

    De verklaring van de verdachte ter terechtzitting.

Feit 5:

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Aangifte ex. artikel 162 SV., p. 41-43.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Rapport van de Belastingdienst/Unit MOT, p. 44-46.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten kasboek [bedrijfsnaam 2] -administratie, p. 69.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten Factuur 20120839, p. 70.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten kasboek [bedrijfsnaam 2] -administratie, p. 72.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten Factuur 20120983, p. 73.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten kasboek [bedrijfsnaam 2] -administratie, p. 76.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten Factuur 20121601, p. 77.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten kasboek [bedrijfsnaam 2] -administratie, p. 80.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten Factuur 20121711, p. 81.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten kasboek [bedrijfsnaam 2] -administratie, p. 82.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten Factuur 20121715, p. 83.

  • -

    Deel 3, Zaakdossier WWFT, Geschrift, te weten kasboek [bedrijfsnaam 2] -administratie, p. 84.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten Factuur 20121739, p. 85.

  • -

    Deel 3, Zaaksdossier WWFT, Geschrift, te weten kasboek [bedrijfsnaam 2] -administratie, p. 86.

  • -

    Deel 3, Zaakdossier WWFT, Geschrift, te weten Factuur 20121739, p. 85.

  • -

    De verklaring van de verdachte ter terechtzitting.

3.5

De bewezenverklaring

De rechtbank verklaart ten aanzien van verdachte bewezen dat:

1.

hij in de periode van 1 januari 2012 tot en met 28 augustus 2013 te Numansdorp tezamen en in vereniging met anderen, zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van witwassen, immers heeft hij van voorwerpen, bestaande uit

geldbedragen met een totaal van (ongeveer) 2.60.000,- euro bestaande uit (onder meer) betalingen voor aanschaf van auto’s en een auto, te weten een Audi Q7 met kenteken [kentekennummer 2]

- de werkelijke aard en de herkomst verhuld en

- verhuld wie de rechthebbende op die goederen en geldbedragen zijn en

- die geldbedragen en goederen verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet,

terwijl hij wist dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;

2.

hij in de periode van 15 juli 2013 tot en met 1 augustus 2013 te Numansdorp één factuur,

zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, immers heeft hij, verdachte, toen en daar valselijk - immers opzettelijk in strijd met de waarheid

op factuur (met factuurnummer 131033) d.d. 1 augustus 2013 opgenomen (dat)

- door [betrokkene 1] ) aan [bedrijfsnaam 1] 65.000 euro

is betaald voor een Mercedes CLS (met [nummer] )

en

- een handgeschreven opschrift 'Paid in Full',

zulks terwijl in werkelijkheid vermelde Mercedes niet door [betrokkene 1] ) is betaald,

zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken;

en

hij in of omstreeks de periode van 15 juli 2013 tot en met 1 augustus 2013 te Numansdorp opzettelijk gebruik heeft gemaakt van en heeft afgeleverd en voorhanden heeft gehad één factuur, zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken en dat afleveren en dat voorhanden hebben (telkens) hierin dat voornoemd geschriften is overgelegd aan Allround Transport B.V., en bestaande die valsheid hierin dat op factuur (met factuurnummer 131033) d.d. 1 augustus 2013 is opgenomen (dat)

- door [betrokkene 1] ) aan [bedrijfsnaam 1] 65.000 euro is betaald voor een Mercedes CLS (met [nummer] ) en

- een handgeschreven opschrift 'Paid in Full',

zulks terwijl in werkelijkheid vermeld goed niet door [bedrijfsnaam 1] is geleverd,

zulks terwijl hij verdachte wist dat voornoemd geschrift bestemd was voor gebruik als ware dit echt en onvervalst;

3.

hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2012 tot en met 31 december 2012 te Numansdorp en te Nieuw Beijerland, opzettelijk:

- een auto van het merk BMW M5, voorzien van het kenteken [kenteken 3] en

- een auto van het merk BMW 730, voorzien van het kenteken [kenteken 2]

toebehorende aan [bedrijfsnaam 2] , heeft onttrokken aan het pandrecht dat door [kenteken 3] . op vorenomschreven voertuigen was gevestigd, immers heeft verdachte BMW M5 en BMW 730, geparkeerd en/of gestald bij [betrokkene 2] te Nieuw- Beijerland op een voor voornoemde Santander onbekende plaats en/of heeft verkocht, zonder hiertoe toestemming te hebben verkregen van [kenteken 3] .

4.

[bedrijfsnaam 2] . of [bedrijfsnaam 1] , in de periode van 11

januari 2012 tot en met 31 december 2012 te Numansdorp, telkens als beroeps- of bedrijfsmatig handelende verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van 15.000 euro of meer, opzettelijk in strijd met de verplichting, geformuleerd in artikel 16 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, een verrichte ongebruikelijke transactie, niet binnen 14 dagen nadat het ongebruikelijke karakter van deze transactie bekend was geworden heeft gemeld aan het meldpunt/de Financiële inlichtingen eenheid, immers heeft zij telkens opzettelijk geen melding gedaan van,

- een 11 januari 2012 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling 37.500 euro voor een Mercedes gekocht door [betrokkene 3] en

- een op of omstreeks 21 maart 2012 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van in totaal 80.000 euro voor een Bentley gekocht door [betrokkene 4] te Curaçao en

- een in de periode van 21 juni 2012 tot en met 4 december 2012 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van in totaal minstens 57.097 euro welke werd voldaan in drie termijnen: op 21 juni 2012 22.500 euro, op 18 september 15.000 euro en op 4 december 2012 19.597 euro), voor een BMW X5 gekocht door [betrokkene 5] en

- een in de periode van 28 augustus 2012 tot en met 17 december 2012 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten contante betaling van 63.500 euro welke werd voldaan in drie termijnen: op 28 augustus 2012 20.000 euro, op 1 november 2012 22.000 euro en op 17 december 2012 21.500 euro, voor een Bentley gekocht door autobedrijf Ypenburg,

aan welke strafbare feiten de verdachte feitelijk leiding heeft gegeven.

5.

[bedrijfsnaam 2] . of [bedrijfsnaam 1] , in de periode van 31 januari 2012 tot en met 14 december 2012 te Numansdorp telkens als beroeps- en bedrijfsmatig handelende verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van 15.000,- euro of meer, opzettelijk, in strijd met de verplichting geformuleerd in artikel 3 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, geen danwel onvolledig cliëntenonderzoek heeft verricht, immers heeft zij telkens opzettelijk geen (dan wel onvoldoende de) identiteit vastgesteld en/of gecontroleerd en/of geen uittreksel van de kamer van koophandel aangevraagd en/of gecontroleerd bij de volgende transacties:

- een op 2 april 2012 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betalingen 16.500 euro, en

-een op 1 oktober 2012 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 24.000 euro, en

- een op 16 oktober 2012 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 22.250 euro, en

- een op 18 oktober 2012 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 18.500 euro, en

- een op 20 november 2012 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 23.750 euro, en

- een op 26 november 2012 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 19.000 euro,

aan welke strafbare feiten de verdachte feitelijk leiding heeft gegeven

en

hij, op 31 januari 2012 te Numansdorp de in het eerste lid van artikel 33 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme bedoelde gegevens niet op

toegankelijke wijze gedurende vijf jaar na het tijdstip van het beëindigen van de zakelijke relatie of tot vijf jaar na het uitvoeren van de desbetreffende transactie heeft bewaard,

immers heeft hij opzettelijk, voorgenoemde gegevens betreffende de volgende zakelijke relatie niet op toegankelijke wijze gedurende vijf jaar na het tijdstip van het beëindigen van deze zakelijke relatie bewaard:

- een op 31 januari 2012 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 19.000 euro.

Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het de feiten uitsluiten.

Het bewezenverklaarde levert het de volgende strafbare feiten op:

ten aanzien van feit 1 primair:

witwassen, meermalen gepleegd;

ten aanzien van feit 2, eerste cumulatief/alternatief:

valsheid in geschrift;

ten aanzien van feit 2, tweede cumulatief/alternatief:

opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst;

ten aanzien van feit 3:

opzettelijk zijn eigen goed onttrekken aan een pandrecht van een ander;

ten aanzien van feit 4:

opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 16 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;

ten aanzien van feit 5 primair:

opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 3 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;

ten aanzien van feit 5 subsidiair:

opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 3 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

5 De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6 De strafoplegging

6.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar met aftrek van de duur van het voorarrest en daarnaast een geldboete van € 100.000, te vervangen door 365 dagen hechtenis.

6.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft, gelet op de gezondheidstoestand van verdachte - hartpatiënt en zesmaandelijks onder controle bij de cardioloog - bepleit ten aanzien van de feiten 2 en 3 een taakstraf op te leggen, en ten aanzien van de feiten 4 en 5 met een fors lagere geldboete dan geëist. Hij heeft voorts benadrukt dat het om een oude zaak gaat waarin de redelijke termijn met ruim een jaar is overschreden.

6.3

Het oordeel van de rechtbank

Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.

De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.

Verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim anderhalf jaar schuldig gemaakt aan witwassen, valsheid in geschrift, het onttrekken van twee auto’s aan het pandrecht van een ander en het overtreden van de wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

Verdachte heeft, via zijn autohandel meegewerkt aan het witwassen van grote bedragen crimineel verkregen vermogen. Witwassen vormt een bedreiging voor de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Bovendien worden opbrengsten van misdrijven aan het zicht van justitie onttrokken, waardoor witwassen kan worden gezien als een misdrijf dat andere misdrijven faciliteert.

Uit de bewezenverklaring volgt dat naast de contante geldbedragen van (opgeteld)

€ 240.000,- een auto is ‘geleased’ die eveneens een waarde had van ruim € 100.000,-. Al deze geldbedragen zijn op deze manier via verdachte in het legale circuit terechtgekomen. Verdachte heeft met betrekking tot de Audi Q7 meegewerkt aan het verhullen wie de werkelijk rechthebbende op deze auto was, en zo aan het uit handen houden van justitie houden van deze auto, zoals blijkt uit de afloop van de inbeslagname van deze auto op 10 maart 2013.

Verdachte heeft, zo is het beeld dat uit zijn verhoren naar voren komt, in zijn bedrijfsvoering zich bewust niet bezig gehouden met de vraag hoe zijn klanten in staat waren te betalen; zo lang hij er geld ermee kon verdienen vond hij het best. Deze houding blijkt ook uit het feit dat verdachte, kennelijk zonder enig aarzeling, is overgegaan tot het maken van een valse factuur met betrekking tot een, wederom prijzige, auto, die nodig was om deze te kunnen exporteren. Juist hij als autohandelaar zou hebben moeten weten, dat bij de export van dit soort dure auto’s op waarheid gebaseerde documenten dienen te worden overgelegd, om de handel in gestolen waar tegen te gaan.

Het zeer frequent niet naleven van verplichtingen uit hoofde van de WWFT is evenzeer ernstig; onderzoek naar mogelijke gevallen van witwassen wordt daarmee doelbewust gefrustreerd. De rechtbank acht dit met name kwalijk, nu in de bedrijven van verdachte al tweemaal eerder tijdens toezichtonderzoeken onregelmatigheden waren geconstateerd op dit gebied, en één van de bedrijven van verdachte daar al door de rechtbank voor was veroordeeld. Kennelijk weerhield hem dat er niet van deze verplichtingen in het vervolg wel na te leven.

Het niet naleven van de verplichtingen van het pandrecht van Santander wijst erop dat verdachte in die zaak zijn eigen financiële belangen heeft laten prevaleren boven die van Santander.

De rechtbank heeft met betrekking tot de bewezenverklaarde vermogensfeiten rekening gehouden met de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) ter zake van fraude. Ook heeft de rechtbank er rekening mee gehouden dat het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.

Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op een hem betreffend uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 29 augustus 2016. Hieruit volgt dat verdachte twee maal is veroordeeld wegens het plegen van fiscale fraude, zij het dat deze feiten reeds langer geleden zijn. Voorts heeft verdachte ter terechtzitting verklaard thans zelf geen bedrijven meer te leiden, maar als inkoper werkzaam te zijn voor het autobedrijf dat geleid wordt door zijn zoon.

De rechtbank acht, gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten oplegging van een gevangenisstraf van na te melden duur de enige passende sanctie. De gezondheidstoestand van verdachte acht de rechtbank niet van zodanige aard dat daarvan om die reden zou moeten worden afgezien. De rechtbank zal een deel van deze straf voorwaardelijk opleggen, nu verdachte nog immer actief is in de autobranche en hij niet de indruk heeft gewekt zelf overtuigd te zijn van het laakbare van zijn handelen, hetgeen doet vrezen voor herhaling. De rechtbank heeft geconstateerd dat sprake is geweest van overschrijding van de redelijke termijn met ruim een jaar. Zij volstaat met de constatering dat een inbreuk is gemaakt op artikel 6 EVRM, maar verbindt daar geen gevolgen in strafverminderende zin aan, nu deze groot en complex onderzoek betreft en ook het onderzoek op verzoek van de verdediging door de rechter-commissaris de nodige tijd heeft gekost.

7 De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:

- 9, 14 a, 14b, 14c, 47, 51, 57, 63, 225, 348 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht;

- 1, 2, en 6 van de Wet Economische delicten;

- 3, 16 en 33 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren terrorisme.

Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8 De beslissing

De rechtbank:

verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het de bij dagvaarding onder 1 primair, 2 eerste en tweede alternatief/cumulatief, 3, 4 en 5 primair en 5 subsidiair tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:

ten aanzien van feit 1 primair:

witwassen, meermalen gepleegd;

ten aanzien van feit 2, eerste cumulatief/alternatief:

valsheid in geschrift;

ten aanzien van feit 2, tweede cumulatief/alternatief:

opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst;

ten aanzien van feit 3:

opzettelijk zijn eigen goed onttrekken aan een pandrecht van een ander;

ten aanzien van feit 4:

opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 16 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;

ten aanzien van feit 5 primair:

opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 3 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;

ten aanzien van feit 5 subsidiair:

opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 3 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

veroordeelt de verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;

bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;

bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot 6 (zes) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:

- zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

Dit vonnis is gewezen door

mr. S.L.M. Staals, voorzitter,

mr. A.J. Milius, rechter,

mr. M. van Seventer, rechter,

in tegenwoordigheid van mr. A.J. van Zelst, griffier,

en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 oktober 2016.

1 Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van de processen-verbaal inzake onderzoek “162Caen”, van de politie eenheid Den Haag, Dienst Regionale Recherche.

2 Deel 3, ambtshandeling 185, proces-verbaal van bevindingen, p. 321-322; Proces-verbaal verhoor verdachte V7, p. 48-52.

3 Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL 16-2013154049, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 2370).

4 Deel 3, ZD Witwassen [verdachte] Sr, AMB-074, Proces-verbaal PV bevindingen klanten [bedrijfsnaam 1] / [bedrijfsnaam 2] , p. 437.

5 Deel 3, ZD Witwassen [verdachte] Sr, een geschrift, te weten een factuur p. 928.

6 Deel 3, ZD Witwassen [verdachte] Sr, een geschrift, te weten een factuur p. 926.

7 Deel 3, ZD Witwassen [verdachte] Sr, Ambtshandeling 200, proces-verbaal van bevindingen, p. 919-920.

8 Deel 3, ZD Witwassen [verdachte] Sr, Ambtshandeling 200, proces-verbaal van bevindingen, p. 918.

9 Deel 3, ZD Witwassen [verdachte] Sr, een geschrift, te weten een toezichtrapport p. 970.

10 Deel 3, ZD Witwassen [verdachte] Sr, proces-verbaal verhoor getuige [betrokkene 4] , p. 2296-2298.

11 Deel 3, ZD Witwassen [verdachte] Sr, proces-verbaal verhoor getuige [betrokkene 11] , p. 1031.

12 Deel 3, ZD Witwassen, Proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte] , p. 268.

13 Deel 3, ZD Witwassen, Ambtshandeling 199, proces-verbaal van bevindingen, p. 1151.

14 Deel 3, ZD [verdachte] Sr, twee geschriften, te weten een brief en een factuur, p. 1157 en p. 1163.

15 Deel 3, ZD Witwassen, Ambtshandeling 199, proces-verbaal van bevindingen, p. 1152.

16 Deel 3, ZD Witwassen, Ambtshandeling 199, proces-verbaal van bevindingen, p. 1153-1155.

17 Deel 3, ZD Witwassen, proces-verbaal verhoor getuige M. Al- [betrokkene 12] , p.2360-2363; een geschrift, te weten een document met daarop een kopie van een paspoort, identiteitsbewijs en rijbewijs, p.2327.

18 Deel 3, ZD Witwassen, Proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte] , p. 406.

19 Deel 3, ZD [verdachte] Sr, proces-verbaal melding ongebruikelijke transacties [betrokkene 12] , p. 1177.

20 Proces-verbaal van bevindingen inzake Audi Q7 met kenteken [kentekennummer 2] , van de politie eenheid te Rotterdam, proces-verbaalnummer PL17R3-685/2014, p. 1-4 met bijlagen.

21 Persoonsdossier V.07 [verdachte] , Geschrift te weten factuur 2012011249, p. 170 en 171.

22 Persoonsdossier V.07 [verdachte] , Geschrift te weten contract, p. 168 en 169.

23 Persoonsdossier V.07 [verdachte] , Geschrift te weten XIRAF Rapport, p. 187.

24 Persoonsdossier V.07 [verdachte] , Geschrift te weten schadeformulier en e-mailbericht, p. 164 t/m 166.

25 Persoonsdossier V.07 [verdachte] , Geschrift te weten XIRAF Rapport, p. 177 en 180; Persoonsdossier V.07 [verdachte] , Geschrift, te weten brief van Faringwell, p. 181.

26 Persoonsdossier V.07 [verdachte] , Geschrift te weten XIRAF Rapport, p. 173 en 174.

27 Persoonsdossier V.07 [verdachte] , Geschrift te weten brief van [bedrijfsnaam 2] . aan [betrokkene 18] , p. 172.

28 Deel 3, ZD [verdachte] Sr, proces-verbaal melding ongebruikelijke transacties [betrokkene 12] , p. 1177. Proces-verbaal van bevindingen inzake Audi Q7 met kenteken [kentekennummer 2] , van de politie eenheid te Rotterdam, proces-verbaalnummer PL17R3-685/2014, p. 1-4 met bijlagen.

29 Deel 3, ZD [verdachte] Sr, proces-verbaal melding ongebruikelijke transacties [betrokkene 12] , p. 1177. Proces-verbaal van bevindingen inzake Audi Q7 met kenteken [kentekennummer 2] , van de politie eenheid te Rotterdam, proces-verbaalnummer PL17R3-685/2014, p. 2-3 met bijlagen.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.