Geconstateerd moet worden dat Werkse! de arbeidsverhouding met [verzoeker] opgezegd
heeft zich beroepend op de onverwijlde opzegging als bedoeld in artikel 10.1 lid 1 sub h van
de CAO, daarbij ervan uitgaande dat “onverwijld” ziet op onmiddellijke ingang vanaf het
ogenblik van de opzegging. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is bij de uitleg van
een bepaling van een CAO de bewoordingen waarin deze is gesteld, gelezen in het licht van
de gehele tekst van die overeenkomst en een eventuele, voor derden kenbare toelichting
daarop, in beginsel van doorslaggevende betekenis. Daarbij komt het niet aan op een strikt
grammaticale uitleg maar op het vaststellen van de betekenis die naar objectieve maatstaven
volgt uit de bewoordingen waarin de bepaling is gesteld. Bij deze uitleg kunnen als -
objectief kenbare - gezichtspunten onder meer betrokken worden de elders in de CAO
gebruikte formuleringen en de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de
onderscheiden, op zichzelf mogelijke tekstinterpretaties zouden leiden. Ook kan bij deze
uitleg rekening worden gehouden met de kennelijke ratio en strekking van de regeling
waartoe de bepaling behoort en de bedoeling van de opstellers, voor zover deze objectief, uit
de tekst van de CAO en de eventuele toelichting daarop voor derden kenbaar is. (o.a. HR 17
september 1993, ECLI:NL:HR:l993:ZC1059, HR 3I mei 2002, ECLI:NL:HR:2002:
AE2376, HR 20 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO 1427 en HR 11 november 2005,
ECLI:NL:HR:2005:AU3719). Artikel 10.1 lid 1 sub h van de CAO kan naar het oordeel van
de kantonrechter beoordeeld naar voornoemde maatstaf niet anders uitgelegd worden dan dat
“onverwijld” ziet op de periode tussen de misdraging en de opzegging. De door Werkse!
gegeven uitleg van “onverwijld” wordt dan ook verworpen.