3.1.
De werknemer heeft de kantonrechter bij verzoekschrift verzocht:
bij wijze van voorlopige voorziening op grond van artikel 223 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv):
- -
veroordeling van de werkgever tot betaling van het loon van € [xx] bruto per maand vanaf 23 oktober 2015, althans een voorschot van € 5.000,- daarop, ineens te betalen, binnen tien dagen na betekening van de beschikking;
- -
veroordeling van de werkgever om binnen 48 uur na betekening van de beschikking een onafhankelijk en gecertificeerd mediator die is gespecialiseerd in arbeidsgeschillen en een opleiding in het arbeidsrecht heeft afgerond, contact met de werknemer op te laten nemen, gevolgd door het binnen drie dagen toezenden van een concept mediation overeenkomst, op verbeurte van een dwangsom van € 2.500,- voor iedere dag dat de werkgever hiermee in gebreke blijft,
- -
alles onder overlegging van deugdelijke specificaties binnen tien dagen na betekening van de beschikking, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag voor iedere dag dat de werkgever nalatig is om aan deze veroordeling uitvoering te geven, met veroordeling van de werkgever in de kosten van dit geding;
primair de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever te vernietigen, met veroordeling van de werkgever om binnen tien dagen na betekening van de beschikking aan de werknemer te betalen:
- het loon van € [xx] bruto, vakantiegeld en overige emolumenten vanaf de datum van het ontslag tot aan de datum waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd;
- de wettelijke verhoging van 50 % daarover;
- de wettelijke rente over het loon en de wettelijke verhoging, vanaf de onderscheiden data waarop de maandelijks verschuldigd geworden bedragen opeisbaar zijn geworden tot aan de dag van algehele voldoening;
- de buitengerechtelijke kosten van € 875,-;
- één en ander onder overlegging binnen tien dagen na betekening van de beschikking van (een) deugdelijke specificatie(s) onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag voor iedere dag dat de werkgever nalatig is om aan deze veroordeling uitvoering te geven;
met veroordeling van de werkgever in de kosten van deze procedure.
subsidiair (en na wijziging van het verzoek ter zitting) de werkgever te veroordelen om binnen tien dagen na betekening van de beschikking aan de werknemer te betalen:
- de billijke vergoeding ten bedrage van € 17.500,-;
- de vergoeding op grond van artikel 7:672 lid 9 BW, gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren, welk bedrag is vast te stellen op € 5.423,76;
- de wettelijke rente over de billijke vergoeding vanaf de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd alsmede de wettelijke rente over de vergoeding ex artikel 7:672 lid 9 BW vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd;
- de buitengerechtelijke kosten van € 875,-;
- één en ander onder overlegging binnen tien dagen na betekening van de beschikking van (een) deugdelijke specificatie(s) onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag voor iedere dag dat de werkgever nalatig is om aan deze veroordeling uitvoering te geven;
met veroordeling van de werkgever in de kosten van deze procedure.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de werknemer verzocht zowel primair als subsidiair de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.