1 Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van:
- 11 februari 2016: politierechter (09/233773-15, 09/234865-15 en 09/282892-14);
- 31 augustus 2016: politierechter (09/233773-15, 09/234865-15 en 09/282892-14);
- 17 oktober 2016: pro-forma (09/827440-16);
- 13 januari 2017: pro-forma (09/827440-16 );
- 3 februari 2017: politierechter (09/233773-15, 09/234865-15 en 09/282892-14);
- 10 april 2017: pro-forma (09/827440-16);
- 6 juli 2017: pro-forma (alle voornoemde parketnummers);
- 13 juli 2017: pro-forma (alle voornoemde parketnummers);
- 11 september 2017: inhoudelijk (alle voornoemde parketnummers).
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. C. Sam-Sin en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. F.C. Knoef, advocaat te Den Haag, en door de verdachte naar voren is gebracht.
2 De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer 09/827440-16 (dagvaarding I):
hij op of omstreeks 12 juli 2016 te Rijswijk ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een persoon NN van het leven te beroven, opzettelijk drie, althans één of meer (bak)ste(e)n(en) vanaf een viaduct [viaduct] in de richting van/op de ondergelegen snelweg heeft gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 12 juli 2016 te Rijswijk ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan NN opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen drie, althans één of meer (bak)ste(e)n(en) vanaf een viaduct [viaduct] in de richting van/op de ondergelegen snelweg heeft gegooid,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Ten aanzien van parketnummer 09/233773-15 (en 09/234865-15 als feit 2 gevoegd) (dagvaarding II):
hij op of omstreeks 20 november 2015 te 's-Gravenhage in een voor de openbare dienst bestemd lokaal, te weten het stadhuis van de gemeente 's-Gravenhage, wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van de bevoegde ambtenaar, aanstonds heeft verwijderd;
hij op of omstreeks 23 november 2015 te 's-Gravenhage in een voor de openbare dienst bestemd lokaal, te weten het stadhuis van de gemeente 's-Gravenhage, wederrechtelijk is binnengedrongen en/of wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van de bevoegde ambtenaar, aanstonds heeft verwijderd;
Ten aanzien van parketnummer 09/282892-14 (dagvaarding III):
hij op of omstreeks 20 december 2014, in de gemeente Enschede, [slachtoffer] , zijnde die [slachtoffer] , buitengewoon opsporingsambtenaar (bij de Nederlandse Spoorwegen), gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening heeft mishandeld door die [slachtoffer] met de al dan niet tot vuist gebalde hand in/op/tegen het gezicht, althans op/tegen het hoofd te slaan en/of te stompen;
hij op of omstreeks 20 december 2014, in de gemeente Enschede, opzettelijk beledigend een buitengewoon opsporingsambtenaar (bij de Nederlandse Spoorwegen), te weten [slachtoffer] , gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, die [slachtoffer] in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Kankerhoer, kankerlijer ik zou je neuken totdat je kankeraids krijgt" en/of "Ik neuk je kankermoeder", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
9 De beslissing
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het bij dagvaarding I (met parketnummer 09/827440-16) primair tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte:
- het bij dagvaarding I (met parketnummer 09/827440-16) subsidiair tenlastegelegde feit,
- de bij dagvaarding II (met parketnummer 09/233773-15) onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten en
- de bij dagvaarding III (met parketnummer 09/282892-14) onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van dagvaarding I (met parketnummer 09/827440-16) subsidiair:
poging tot zware mishandeling;
ten aanzien van dagvaarding II (met parketnummer 09/233773-15) feit 1:
wederrechtelijk in een voor de openbare dienst bestemd lokaal vertoevende, zich niet op de vorering van de bevoegde ambtenaar aanstonds verwijderen;
ten aanzien van dagvaarding II (met parketnummer 09/233773-15) feit 2:
wederrechtelijk in een voor de openbare dienst bestemd lokaal vertoevende, zich niet op de vorering van de bevoegde ambtenaar aanstonds verwijderen;
ten aanzien van dagvaarding III (met parketnummer 09/282892-14) feit 1:
mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening;
ten aanzien van dagvaarding III (met parketnummer 09/282892-14) feit 2:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van één (1) jaar;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
wijst de vordering tot schadevergoeding van benadeelde partij [slachtoffer] toe en veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [slachtoffer] , een bedrag van € 350,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 20 december 2014 tot aan de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 350,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 20 december 2014 tot aan de dag van de algehele voldoening, ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer] ;
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 7 dagen;
bepaalt dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.A. van Steen, voorzitter,
mr. Y.C. Bours, rechter,
mr. B.P. de Boer, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. A.J. van Zelst, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 september 2017.
Mrs. J.A. van Steen en Y.C. Bours zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.