3.3
De beoordeling van de tenlastelegging1
De personen genoemd door [medeverdachte 1]
spreekt in haar verklaringen meermalen over [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] .
Uit het dossier volgt genoegzaam dat:
- “ [medeverdachte 2] ” de verdachte [medeverdachte 2] is, de persoon met wie zij een relatie heeft en samenwoont.2
- bij het tonen van een politiefoto van [medeverdachte 3] [medeverdachte 1] hem herkent als [medeverdachte 3] , zijnde de persoon met wie [medeverdachte 2] altijd op pad was.3
- dat bij het tonen van een politiefoto van [verdachte] [medeverdachte 1] hem herkent als [verdachte] of [verdachte] , zijnde de broer van [medeverdachte 2] .4
Zaak 4
Op 17 februari 2016 heeft D.A. de Haaij aangifte van inbraak gedaan namens de COOP gevestigd te Lekkerkerk. Om 00:25 uur dezelfde dag komt er een alarmmelding op zijn telefoon van de alarmcentrale. Bij de winkel blijkt dat de schuifdeuren zijn opengebroken. Uit de rekken van het schap met tabakswaren zijn diverse pakjes sigaretten en shag weggenomen en er is een breekijzer achtergelaten.5
[verdachte] heeft bij de politie verklaard dat [medeverdachte 2] samen met [medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] ) de deur bij de COOP met een krik heeft opengebroken en dat toen het alarm afging.6
In de telefoon van [verdachte] zijn foto’s aangetroffen van een grote hoeveelheid sigaretten. Geconfronteerd met deze foto’s heeft Van [verdachte] verklaard dat hij die foto’s had gemaakt, dat dit “20 procent van de buit” was en dat “hij” (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2] gelet op het feit dat het gesprek over “ [medeverdachte 2] ” ging) al een ander deel had verkocht. [verdachte] had de spullen in huis genomen.7
Zaak 17
Op 17 februari 2016 wordt in de nachtelijke uren in meerdere appartementen van het seniorencomplex De [adres 3] te Krimpen aan de Lek ingebroken dan wel een poging daartoe gedaan terwijl de betreffende bewoners liggen te slapen. Volgens deze aangiftes is daarbij onder meer een Philips televisie (De Dertienhuizen 23) weggenomen.8
[verdachte] heeft verklaard dat [medeverdachte 2] een televisie bij hem heeft gebracht. [verdachte] wilde deze eerst zelf houden, maar dit mocht niet van [medeverdachte 2] en [verdachte] moest hem verkopen. [verdachte] heeft de televisie verkocht onder de naam “Jade” op Marktplaats.9 De politie is op grond van onderzoek van de telefoongegevens van [verdachte] en gegevens die zijn opgevraagd bij Marktplaats, tot de conclusie gekomen dat de televisie verkocht is aan ene [naam 4] . De politie heeft bij hem een televisie aangetroffen van hetzelfde merk en type en met hetzelfde serienummer als is weggenomen bij [aangeefster] [adres 3] ).10
Zaak 13
Op 3 maart 2016 heeft [naam 5] aangifte gedaan van een inbraak in zijn [bedrijf] , gelegen aan de [adres 2] in Lekkerkerk, gepleegd tussen 2 maart 2016 om 20.00 uur en 3 maart 2016 om 8.00 uur, waarbij geld uit automaten en uit de kassa en veel frisdrank zijn meegenomen. Hij zag dat de voordeur met een hard voorwerp was opengebroken.11
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] drie keer bij [bedrijf] zijn geweest. De derde keer hebben ze alleen kipnuggets en frisdrank meegenomen. [medeverdachte 2] was met [medeverdachte 3] in de Opel Tigra. Ze wilde de blikjes niet in huis hebben en deze zijn naar [verdachte] gebracht.12
[verdachte] heeft verklaard dat hij weet van de inbraak in de snackbar (patat zaak), dat [medeverdachte 2] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2] ) (onder meer) met blikjes kwam, dat de blikjes een paar dagen bij hem thuis hebben gelegen en dat hij wist dat de spullen van diefstal afkomstig waren.13
Conclusie
Gelet op voorstaande bewijsmiddelen en overwegingen is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] zich ten aanzien van een grote hoeveelheid sigaretten (zaak 4), een televisie merk Philips (zaak 17) en een hoeveelheid frisdrank (zaak 13) schuldig heeft gemaakt aan opzetheling. [verdachte] heeft immers feitelijke zeggenschap over genoemde goederen gehad door ze van [medeverdachte 2] aan te nemen, in zijn huis te zetten, te gebruiken/consumeren (sigaretten) dan wel over te dragen (sigaretten, televisie en frisdrank). Verder heeft [verdachte] , gelet op zijn eigen verklaring, de wetenschap dat [medeverdachte 2] inbreekt14 en daarmee de wetenschap dat [medeverdachte 2] handelt in gestolen goederen. Een en ander geldt temeer nu het (ten aanzien de sigaretten en de frisdrank) grote aantallen van soortgelijke goederen betrof en (ten aanzien van de televisie) dat [medeverdachte 2] expliciet aan [verdachte] heeft verklaard dat [verdachte] de televisie niet zelf mocht behouden, maar moest verkopen. Voor zover de verdachte niet zeker zou hebben geweten dat goederen van misdrijf afkomstig waren heeft hij, gelet op het laatst overwogene, op zijn minst genomen bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat het gestolen goederen betrof.
Nu niet is komen vast te staan dat [verdachte] op enig moment een van diefstal afkomstig geldbedrag (zaak 13) heeft verkregen, zal de rechtbank hem op dit punt (partieel) vrijspreken.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten aanzien van de verdachte bewezen dat:
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 februari 2016 tot en met 12 maart 2016 te Rotterdam,
- een grote hoeveelheid sigaretten (zaak 4) en
- een televisie (merk Philips) (zaak 17) en
- een hoeveelheid frisdrank (zaak 13),
voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.