2 De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Hij op of omstreeks 7 mei 2016 in de Molenwijk te 's-Gravenhage, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen opzettelijk brand te stichten in een auto (te weten de Skoda Fabia met [kenteken] die geparkeerd stond op de [adres] ter hoogte [nummer] , terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten was (te weten een of meer op de openbare weg, de [adres] , geparkeerde auto's en/of aldaar (een) aanwezige lantaarnpa(a)l(en) en/of andere (on)roerende goederen), hebbende verdachte en zijn mededader(s) met dat opzet (met een voorwerp) een ruit van voornoemde auto ingeslagen en/of een brandversnellende/brandbare vloeistof naar binnen gegooid/gespoten en/of (vervolgens) een brandende sigaret naar binnen gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
Hij op of omstreeks 7 mei 2016 in de Molenwijk te 's-Gravenhage, met een ander of anderen, op of aan de [adres] ter hoogte van [nummer] , in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een auto (te weten de Skoda Fabia met [kenteken] ), welk geweld bestond uit het inslaan van een ruit van die auto en/of het naar binnen gooien/spuiten van een brandversnellende/brandbare vloeistof en/of het naar binnen gooien van een brandende sigaret;
7 De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 45, 47, 63, 77a, 77g, 77h, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg en 157 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
8 De beslissing
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het hem bij dagvaarding primair ten laste gelegde feit heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
medeplegen van poging tot opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
jeugddetentie voor de duur van 75 (vijfenzeventig) DAGEN;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie, groot 34 (vierendertig) DAGEN, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden;
stelt de proeftijd vast op twee jaren onder de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de jeugdreclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende een door de jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd onderwijs volgt;
geeft opdracht aan Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, een gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert, om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
veroordeelt de verdachte voorts tot:
een taakstraf, bestaande uit een leerstraf, zijnde het volgen van een leerproject, te weten Tools4You, voor de tijd van 20 (twintig) UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de tijd van 10 (tien) DAGEN;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.J. Peters, kinderrechter, voorzitter,
mr. A.J.J.M. Weijnen, kinderrechter,
en mr. M.C. Bruining, kinderrechter,
in tegenwoordigheid van mr. F. Verkijk, griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 juli 2017.