2 De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 22 januari 2018 te Lisse ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] en/of een of meer ander(e) perso(o)n(en) welke ten tijde van het plegen van dit feit aanwezig waren in de centrale hal van het pand gelegen aan de [adres 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
- als bestuurder van een personenauto ( [kenteken] ) met aanzienlijke snelheid door/tegen de glazen buitendeuren/pui van het pand gelegen aan de [adres 2] is gereden en/of
- ( vervolgens) (opnieuw) gas (bij) heeft gegeven en/of de snelheid van voornoemde personenauto heeft verhoogd en/of
- ( vervolgens) als bestuurder van voornoemde personenauto met aanzienlijke snelheid door/tegen de glazen binnendeuren/schuifdeuren van het pand gelegen [adres 2] is gereden en/of
- ( vervolgens) (opnieuw) gas (bij) heeft gegeven en/of de snelheid van voornoemde personenauto heeft verhoogd en/of
- ( vervolgens) als bestuurder van voornoemde personenauto met aanzienlijke snelheid door/tegen de glazen binnendeuren/schuifdeuren van het pand gelegen aan de [adres 2] is gereden en/of
- ( vervolgens) als bestuurder van voornoemde personenauto met aanzienlijke snelheid door de centrale hal van het pand gelegen aan de [adres 2] , alwaar voornoemde [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] zich op dat moment bevonden, is gereden, waarna verdachte met voornoemde personenauto op zeer korte afstand van de balie in voornoemde centrale hal tot stilstand is gekomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 22 januari 2018 te Lisse [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] en/of een of meer ander(e) perso(o)n(en) welke ten tijde van het plegen van dit feit
aanwezig waren in de centrale hal van het pand gelegen aan de [adres 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door
- als bestuurder van een personenauto ( [kenteken] ) met aanzienlijke snelheid door/tegen de glazen buitendeuren/pui van het pand gelegen aan de [adres 2] te rijden en/of
- ( vervolgens) (opnieuw) gas (bij) heeft gegeven en/of de snelheid van voornoemde personenauto te verhogen en/of
- ( vervolgens) als bestuurder van voornoemde personenauto met aanzienlijke snelheid door/tegen de glazen binnendeuren/schuifdeuren van het pand gelegen aan de [adres 2] te rijden en/of
- ( vervolgens) als besturder van voornoemde personenauto met aanzienlijke snelheid door de centrale hal van het pand gelegen aan de [adres 2] , alwaar voornoemde [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] zich op dat moment bevonden, te rijden, waarna verdachte met voornoemde personenauto op zeer korte afstand van de balie in voornoemde centrale hal tot stilstand
kwam, althans feitelijkheden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2.
hij op of omstreeks 22 januari 2018 te Lisse opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw gelegen aan de [adres 2] , althans meerdere glazen schuifdeuren en/of een glazen pui en/of de centrale hal, behorende bij voornoemde gebouw, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Stek en/of de Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
9 De beslissing
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan, zoals die hierboven onder 3.5 bewezen zijn verklaard, en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1 subsidiair:
bedreiging met zware mishandeling;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de tijd van 80 (TACHTIG) UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van 40 (VEERTIG) DAGEN;
beveelt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt de maatstaf volgens welke de aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht zal geschieden op 2 uren per dag;
veroordeelt verdachte voorts tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 4 (VIER) MAANDEN;
bepaalt dat die gevangenisstraf niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ter vaststelling van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering, Conradkade 53, 2517 BR te Den Haag op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd, onder voorbehoud van behandelmogelijkheden, meewerkt aan diagnostisch onderzoek naar zijn impulscontrole en frustratietolerantie en, afhankelijk van de onderzoeksresultaten, zijn medewerking verleent aan behandeling/begeleiding van forensische polikliniek De Waag of een soortgelijke instelling, waarbij de veroordeelde zich dient te houden aan de afspraken en aanwijzingen die de behandelaar en reclassering hem geven die in overleg tussen de behandelaar en reclassering zijn opgesteld, zolang dit door hen noodzakelijk wordt geacht;
geeft opdracht aan het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan De Intergemeentelijke Sociale Dienst een bedrag van € 1.542,24, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 22 januari 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken;
legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 1.542,24, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 22 januari 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening ten behoeve van De Intergemeentelijke Sociale Dienst ;
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 25 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.M. Boogers, voorzitter,
mr. J.E. Bierling, rechter,
mr. E.M.M. Smilde-Schölvinck, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M. Sepmeijer-Kovacevic, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 september 2018.