3.1.
De man vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, naar de rechtbank begrijpt, zakelijk:
- de verdeling van de woning aldus vast te stellen dat de woning wordt toegedeeld aan de man vanaf datum vonnis (althans subsidiair vanaf drie maanden na het vonnis), waarbij de vrouw de woning zal verlaten en tevens, indien noodzakelijk, de ontruiming te bevelen (bij gebrek aan definitieve woonruimte uitsluitend van de vrouw en niet van de kinderen), zodat de man de woning kan betrekken, op voorwaarde dat hij de vrouw uiterlijk drie maanden na het vonnis heeft ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening;
- de door de man aan de vrouw te betalen overbedelingsvergoeding te begroten zoals in de concept verdelingsakte beschreven, waarbij de man de vordering uit gebruiksvergoeding in mindering mag brengen op de ter gelegenheid van het transport van de woning aan de vrouw verschuldigde overbedelingsvergoeding en eventueel ook op het aan haar uit te betalen bedrag aan kinderalimentatie, als zijn vordering uit de gebruiksvergoeding de overbedelingsvergoeding overstijgt;
- te bepalen dat de vrouw voor de woning aan de man een gebruiksvergoeding verschuldigd is van € 500 per maand met ingang van 1 april 2016, subsidiair
1 januari 2017 totdat zij de woning heeft verlaten en de man over het volledige woongenot beschikt;
- de vrouw te veroordelen in alle eventuele kosten van ontruiming te voldoen aan de deurwaarder;
- de vrouw in de proceskosten te veroordelen.