2 De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 21 augustus 2017 te 's- Gravenzande , gemeente Westland als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bedrijfsauto), daarmede
rijdende over de weg, de provincialeweg N467 , ter plaatse bekend als de Naaldwijkseweg , zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, als volgt te handelen:
-Hij heeft aldaar gereden terwijl hij onder invloed was van alcohol en/of (vervolgens)
-Hij heeft aldaar gereden met een maximale snelheid van minimaal 130 kilometer per uur, althans met een snelheid boven de 100 kilometer per uur, althans met een hogere snelheid dan de aldaar toegestane snelheid van 60 kilometer per uur, althans met een gelet op de situatie ter plaatse te hoge snelheid en/of (vervolgens)
-Hij heeft zijn motorrijtuig niet voldoende onder controle gehad ten gevolge waarvan hij met zijn motorrijtuig gedeeltelijk in de rechterberm terecht is gekomen en/of (vervolgens) is hij met zijn motorrijtuig dwars op de rijbaan terechtgekomen en is hij aldaar in botsing gekomen met een aldaar rijdend/bevindend motorrijtuig (bedrijfsauto),
waardoor een ander (genaamd [Slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen te weten: ernstig hersentrauma en/of een gebroken arm en/of rib(ben) en/of een gebroken bekken ten gevolge waarvan die [Slachtoffer] op 30 augustus 2017 aan dat letsel is overleden, terwijl hij (verdachte) verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994, danwel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, achtste of negende lid van genoemde wet;
hij op of omstreeks 21 augustus 2017 te 's-Gravenzande , gemeente Westland , als bestuurder van een voertuig, (bedrijfsauto (bestelauto)), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in verdachtes bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 1,9 milligram, in elk geval hoger dan 0,5 milligram, alcohol per milliliter bloed bleek te zijn.
7 De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straf en bijkomende straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 14d en 55 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht;
- 6, 8, 175, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
8. De beslissing
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en die het bewezenverklaarde uitmaken:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood en terwijl de schuldige verkeerde in de toestand bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel b van de Wegenverkeerswet 1994;
overtreding van artikel 8, eerste lid, onderdeel b van de Wegenverkeerswet 1994;
verklaart het bewezen verklaarde en verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 12 (TWAALF) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot 8 (ACHT) MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij de Reclassering Nederland (Bezuidenhoutseweg 179 te Den Haag) op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt van Brijder verslavingszorg of een soortgelijke ambulante verslavingszorg, zulks ter beoordeling van de reclassering , waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
- zich gedurende de proeftijd onthoudt van het gebruik van alcohol en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan controle met door de reclassering te bepalen controlemiddelen, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
veroordeelt verdachte voorts tot:
- ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor 3 (DRIE) jaren;
bepaalt, dat de tijd, dat het rijbewijs vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak reeds ingevorderd of ingehouden is geweest bij de uitvoering van de hem onvoorwaardelijk opgelegde ontzegging geheel in mindering zal worden gebracht;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P. van Essen, voorzitter,
mr. M.J.C. Dijkstra, rechter,
mr. M.M. Dolman, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. L. Peet, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 november 2018.
Mr. M.M. Dolman is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.