Rechtbank DEN HAAG
Parketnummers: 09/827401-17 en 09/819697-15 (tul)
Datum uitspraak: 28 maart 2018
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [P.I.] .
2 De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 07 juli 2017 te Alphen aan den Rijn ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en al dan niet met
voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet en
al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, met een stuk glas en/of hard
plastic, althans een scherp en/of puntig voorwerp in de keel/hals van die
[slachtoffer] heeft gestoken/gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 07 juli 2017 te Alphen aan den Rijn ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en al dan niet met
voorbedachten rade aan [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel toe te
brengen met een stuk glas en/of hard plastic, althans een scherp en/of puntig
voorwerp in de keel/hals van die [slachtoffer] heeft gestoken/gesneden, terwijl
de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of
een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 07 juli 2017 te Alphen aan den Rijn [slachtoffer] al
dan niet met voorbedachten rade heeft mishandeld, door haar met een stuk glas
en/of hard plastic, althans een scherp en/of puntig voorwerp in de keel/hals
te steken/snijden;
hij op of omstreeks 07 juli 2017 te Alphen aan den Rijn ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en al dan niet met
voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet
en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, die [slachtoffer] (met kracht)
bij haar keel/hals heeft gepakt en/of vastgehouden en/of haar keel/hals heeft
dichtgeknepen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is
voltooid;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 07 juli 2017 te Alphen aan den Rijn ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk en al
dan niet met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, die
[slachtoffer] (met kracht) bij haar keel/hals heeft gepakt en/of vastgehouden
en/of de keel/hals van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen, terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of
een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 07 juli 2017 te Alphen aan den Rijn [slachtoffer] al
dan niet met voorbedachten rade heeft mishandeld, door haar (met kracht) bij
de keel/hals vast te pakken en/of te houden en/of haar keel/hals dicht te
knijpen.
10 De beslissing
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 primair, subsidiair en meer subsidiair en de onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 meer subsidiair tenlastegelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
verklaart de verdachte niet strafbaar en ontslaat de verdachte ter zake van alle rechtsvervolging;
gelast de plaatsing van de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis voor de termijn van één jaar;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [slachtoffer] , een bedrag van € 828,-, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente over een bedrag van € 750,- vanaf 7 juli 2017, en over een bedrag van € 78,- vanaf 25 augustus 2017, beide tot aan de dag van de algehele voldoening;
wijst de vordering voor het overige af;
legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 828,-, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 750,- vanaf 7 juli 2017, en over een bedrag van € 78,- vanaf 25 augustus 2017, beide tot aan de dag van de algehele voldoening, ten behoeve van [slachtoffer] ;
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 16 dagen;
bepaalt dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de meervoudige strafkamer in deze rechtbank d.d. 29 maart 2016 opgelegde straf.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.J. van As, voorzitter,
mr. M.A.J. van de Kar, rechter,
mr. D.A.C. Koster, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. F.M. Schreuder, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 maart 2018.