vonnis
RECHTBANK DEN HAAG
Team handel
Zittingsplaats Den Haag
zaaknummer / rolnummer: C/09/535614 / HA ZA 17-718
Vonnis in verzet van 21 maart 2018
de rechtspersoon naar buitenlands recht
ROSS-TECH LLC,
gevestigd te Lansdale, Verenigde Staten van Amerika,
eiseres,
gedaagde in het verzet,
advocaat mr. H. Maatjes te Amsterdam,
[A]
,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
eiser in het verzet,
advocaat mr. L.A. Bettonvil te Zoetermeer.
Partijen zullen hierna Ross-Tech en [A] genoemd worden.
3 Het geschil
3.1.
Ross-Tech heeft bij dagvaarding van 21 maart 2013 (hierna: de dagvaarding) gevorderd om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis - kort gezegd - :
- voor recht te verklaren dat [A] inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van Ross-Tech en onrechtmatig jegens Ross-Tech heeft gehandeld door slaafs na te bootsen;
- -
[A] te veroordelen om iedere inbreuk op de auteursrechten van Ross-Tech te staken;
- -
[A] te veroordelen om een schriftelijke, gedetailleerde en onderbouwde verklaring te verstrekken betreffende de aantallen bestelde of ingekochte inbreukmakende producten, de in- en verkoopprijs, de naam- en adresgegevens van de fabrikanten en leveranciers, de hoeveelheid bij [A] in voorraad zijnde inbreukmakende producten en de met de verhandeling van de inbreukmakende producten genoten bruto- en nettowinst;
- -
[A] te veroordelen om alle in voorraad zijnde inbreukmakende producten te vernietigen;
- -
[A] te veroordelen om de met de verhandeling van de inbreukmakende producten genoten nettowinst aan Ross-Tech af te dragen;
een en ander op straffe van een dwangsom, en voorts:
- [A] te veroordelen in de volledige proceskosten in de zin van artikel 1019h Rv1, vermeerderd met wettelijke rente.
3.2.
Bij het verstekvonnis zijn de vorderingen van Ross-Tech grotendeels toegewezen, onder wijziging van enkele termijnen en maximering van de dwangsommen, en is [A] veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van Ross-Tech tot de dag van de uitspraak begroot op in totaal € 1.394,82.
3.3.
Ross-Tech heeft het verstekvonnis van 7 augustus 2013 op 23 mei 2017 aan [A] doen betekenen.
3.4.
[A] vordert bij de verzetdagvaarding van 16 juni 2017 (hierna: de verzetdagvaarding) dat het verstekvonnis wordt vernietigd en dat de vorderingen van Ross-Tech alsnog worden afgewezen, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van Ross-Tech in de kosten.
3.5.
Ross-Tech heeft aan haar vordering het volgende ten grondslag gelegd. [A] heeft op Marktplaats nagemaakte VCDS-producten aangeboden. Hij maakt daarmee inbreuk op de auteursrechten van Ross-Tech op de software en firmware van haar VCDS-product. Daarnaast is sprake van slaafse nabootsing nu de VCDS-producten op identieke wijze worden gekopieerd.
3.6.
[A] voert thans verweer en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De dagvaarding is nietig. Deze is onjuist betekend, nu er openbaar is gedagvaard, terwijl [A] stond ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. [A] is hierdoor onredelijk in zijn belangen geschaad. Zijn mogelijkheden om zich te kunnen verweren zijn beperkt. [A] is door de onjuiste betekening van de dagvaarding pas bij de betekening van het verstekvonnis op de hoogte geraakt van de vordering. Het was op dat moment niet meer mogelijk om zelf informatie op te vragen over de advertenties en de persoon die deze plaatste.
3.7.
[A] betwist voorts dat hij de persoon is die nagemaakte VCDS-producten heeft aangeboden.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt, voor zover van belang, hierna nader ingegaan.
4 De beoordeling
Bevoegdheid en ontvankelijkheid
4.1.
De rechtbank stelt vast dat zij op grond van artikel 2 EEX-Vo oud2 (internationaal) bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen, nu [A] in Nederland woont.
4.2.
Het verzet is tijdig en op de juiste wijze ingesteld, zodat [A] in zoverre in zijn verzet kan worden ontvangen.
4.3.
Het meest verstrekkende verweer van [A] is het beroep op nietigheid van de oorspronkelijke dagvaarding. Ross-Tech heeft niet betwist dat [A] ten tijde van het uitbrengen van die dagvaarding met een adres ingeschreven stond in de basisregistratie personen. Bij de betekening zijn echter de betekeningsvoorschriften voor personen zonder bekende woon- of verblijfplaats toegepast, zodat sprake is van een gebrek dat met nietigheid wordt bedreigd. In artikel 122 Rv is echter bepaald dat als de gedaagde verzet heeft ingesteld, zoals [A] heeft gedaan, het beroep op nietigheid moet worden verworpen indien het gebrek hem niet onredelijk in zijn belangen heeft geschaad.
4.4.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden gezegd dat [A] door het gebrek daadwerkelijk onredelijk in zijn belangen is geschaad. Het enkele tijdsverloop tussen de betekening van de dagvaarding en het kunnen instellen van verzet - in dit geval ongeveer vier jaar - is daarvoor onvoldoende. Dat [A] in 2013 meer informatie had kunnen verkrijgen over de advertenties en de daarvoor verantwoordelijke persoon, is door Ross-Tech betwist en door [A] niet nader en voldoende concreet onderbouwd. De rechtbank zal de dagvaarding dan ook niet nietig verklaren.
4.5.
Het geschil draait vervolgens om de vraag of het [A] is geweest die nagemaakte VCDS-producten op Marktplaats heeft aangeboden, zoals Ross-Tech stelt. Zij heeft ter onderbouwing daarvan - samengevat - het volgende aangevoerd. Bij de advertenties op Marktplaats stond vrijwel altijd de plaats [plaats] . Als adres voor de overdracht werd een leeg en te koop staand pand gebruikt aan de [adres 1] . Eén van de e-mailadressen waarmee de adverteerder op Marktplaats communiceerde was [e-mailadres] . Daarbij stonden de namen [naam 1] en [naam 2] vermeld. De verkoper zou een jonge man zijn van begin 20 met een Surinaams uiterlijk. Uit de communicatie was af te leiden dat hij een docent aan de [de School] met de naam […] kende. Uit navraag bij de studentenadministratie van de [de School] kwam de naam [A(2)] of [A] naar voren. Bij het invoeren van deze naam in de zoekmachine Google werd een vast telefoonnummer gevonden. Zoeken op dat nummer leverde het adres [adres 2] op. Naar dit adres is een sommatie gestuurd. Het verstekvonnis is ook naar dit adres gezonden en (geanonimiseerd) op internet gepubliceerd. Telkens als juridische stappen werden ondernomen, daalde het aantal advertenties op Marktplaats, aldus Ross-Tech.
4.6.
[A] heeft de stellingen van Ross-Tech betwist. Hij heeft onder meer aangevoerd dat het genoemde e-mailadres niet van hem is, dat hij na 2009 niet (meer) aan de [de School] studeerde en niet (meer) in de studentenadministratie voorkwam, dat hij geen docent met de naam […] kent, dat er meerdere mensen met de naam [A] in [plaats] wonen en aan de [de School] studeren, dat hij destijds geen vast telefoonnummer had en niet aan de [adres 2] ingeschreven heeft gestaan.
4.7.
Mede gezien de betwisting door [A] , zijn de stellingen van Ross-Tech onvoldoende om tot de conclusie te kunnen leiden dat [A] de persoon is die nagemaakte VCDS-producten heeft aangeboden. Nog daargelaten dat een aanbieder van namaakproducten er belang bij kan hebben gegevens te gebruiken die te herleiden zijn tot een ander dan hemzelf, wijzen de door Ross-Tech aangedragen gegevens onvoldoende duidelijk op [A] als aanbieder.
4.8.
Het door Ross-Tech genoemde e-mailadres bevat maar een deel van de naam van [A] en kan bovendien door een ieder zijn aangemaakt. Voor de omschrijving van het uiterlijk van de aanbieder geldt voorts dat niet duidelijk is wie deze omschrijving heeft gegeven, terwijl deze bovendien weinig onderscheidend is.
4.9.
De omstandigheid dat de persoon met wie naar aanleiding van de advertenties is gecommuniceerd een docent aan de [de School] kende en in de studentenadministratie van de [de School] de naam [A(2)] of [A] voorkwam - voor zover dat al vast zou komen te staan - is onvoldoende om aan te nemen dat het [A] moet zijn die de producten heeft aangeboden. Nog afgezien van het feit dat ook een persoon die daar niet staat ingeschreven een docent aan de [de School] kan kennen, zijn de gegevens die Ross-Tech kennelijk ter beschikking stonden, de naam [naam 1] en de letter [letter] , te summier om met voldoende zekerheid te kunnen vaststellen dat deze enkel op [A] kunnen duiden. Dit geldt te meer nu niet duidelijk is geworden op welke wijze precies in de studentenadministratie is gezocht en welke resultaten dit exact heeft opgeleverd. Ross-Tech heeft voorts de dagvaarding uitgebracht op de naam [A(2)] [A] , terwijl vaststaat dat de juiste volgorde van de voornamen van [A] is.
4.10.
Nadere gegevens op basis waarvan betrokkenheid van [A] bij de advertenties op Marktplaats kan worden vastgesteld ontbreken. De door Ross-Tech genoemde (huis)adressen zijn niet te koppelen aan [A] . Dit geldt ook voor de gebruikte telefoonnummers. Dat juridische stappen zouden hebben geleid tot vermindering van het aantal advertenties kan ten slotte, alleen al omdat - gezien de daarvoor gebruikte adressen - niet vaststaat dat deze [A] ook hebben bereikt, evenmin tot het oordeel leiden dat het [A] moet zijn geweest die de producten heeft aangeboden.
4.11.
Nu de door Ross-Tech aangedragen stellingen onvoldoende zijn om haar vorderingen te kunnen dragen, wordt aan nadere bewijslevering door Ross-Tech niet toegekomen.
4.12.
Het verstekvonnis zal op grond van het vorenstaande worden vernietigd. De vorderingen van Ross-Tech zullen alsnog worden afgewezen.
4.13.
Ross-Tech zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de verstek- en verzetprocedure worden veroordeeld. De kosten van de verstekprocedure aan de zijde van [A] worden tot op heden op nihil begroot. In afwijking van artikel 141 Rv dienen de kosten van het betekenen van het verstekvonnis voor rekening van Ross-Tech te blijven, nu het [A] , gelet op hetgeen hiervoor onder 4.3 is overwogen, niet verweten kan worden dat hij aanvankelijk niet in het geding is verschenen. Omdat aan [A] een toevoeging is verleend, zal geen veroordeling in de (voorgeschoten) explootkosten van de verzetdagvaarding plaatsvinden. De door Ross-Tech te vergoeden kosten aan de zijde van [A] worden begroot op € 982,-- (€ 78,-- aan griffierecht en € 904,-- aan salaris advocaat: 2 punten x tarief II € 452).
5 De beslissing
De rechtbank
5.1.
vernietigt het door deze rechtbank op 7 augustus 2013 onder zaaknummer / rolnummer 445266 / HA ZA 13-701 gewezen verstekvonnis,
5.2.
wijst de vorderingen af,
5.3.
veroordeelt Ross-Tech in de kosten van de verstekprocedure, aan de zijde van [A] tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van [A] tot op heden begroot op € 982,--.
5.4.
verklaart de veroordeling in de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.J. Visser en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2018.