2 De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdtippen in de periode van 11 juli 2016 tot en met 7 december 2016 te 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of (elders) in Nederland (meermalen) een geheim waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van zijn ambt en/of beroep van politieambtenaar en/of wettelijk voorschrift, te weten artikel 7 Wet politiegegevens, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden door vertrouwelijke en/of operationele politie informatie mede te delen aan een of meer anderen (waaronder een NN vrouw en/of ene [naam 1] en [betrokkene 1] ), door:
- op 11 juli 2016 telefonisch aan een NN-vrouw mededeling te doen over een bezoek van de dochter van [persoon 1] aan Nederland en/of de inzet van(politie)beveiligers tijdens het bezoek (p. 659) en/of
- op 25 juli 2016 telefonisch aan [naam 1] mededeling te doen over de woonplaats van [persoon 2] (p. 678) en/of
- op 6 augustus 2016 telefonisch aan [betrokkene 1] mededeling te doen over de bestelling van een nieuw (dienst)wapen (p. 699) en/of
- op 14 september 2016 telefonisch aan [betrokkene 1] mededeling te doen over Israëlische beveiligers (p. 811) en/of
- op 5 oktober 2016 telefonisch aan [betrokkene 1] mededeling te doen over (de wijze van bewapening van) de beveiligers van [persoon 2] en/of
- op 7 december 2016 telefonisch aan [betrokkene 1] mededeling te doen over de situatie rondom de woning van [persoon 2] en/of voertuigen die worden gebruikt voor het vervoer van [persoon 2] (p. 1007 en/of p. 1008);
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 7 januari 2014 tot en met 3 februari 2017 te 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of (elders) in Nederland (telkens) een geheim waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van zijn ambt en/of beroep van politieambtenaar en/of wettelijk voorschrift, te weten artikel 3 en/of artikel 7 van de Wet politiegegevens, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft verdachte in het (geautomatiseerd) bedrijfsprocessensysteem van politie (BVI-IB)
- persoonsgegevens van [persoon 3] bevraagd en/of gezocht op [(---)] en/of BSN [(---)] en/of
- ( meermalen) persoonsgegevens van [betrokkene 2] bevraagd en/of gezocht op [(---)] en/of [(---)] en/of op het adres van [betrokkene 2] en/of
- ( meermalen) persoonsgegevens en/of adresgegevens van [betrokkene 1] bevraagd en/of gezocht op [(---)] en/of
- ( meermalen) persoonsgegevens van hem, verdachte, en/of een of meer kenteken(s) van zijn auto('s) bevraagd en/of gezocht op [(---)] en/of [(---)] en/of
- het [adres] bevraagd en/of
- het kenteken [(---)] (op naam van [persoon 4] ) bevraagd en/of gezocht op [(---)]
- het kenteken [(---)] (op naam van [persoon 5] ) bevraagd en/of gezocht op [(---)] en/of [(---)] en [(---)] (zijnde het adres van [persoon 5] )
terwijl hij deze gegevens heeft bevraagd en/of opgezocht voor eigen en/of privé gebruik en/of terwijl de bevragingen onverenigbaar waren met het doel waarvoor de gegevens zijn verzameld en/of zonder dat dit noodzakelijk was voor de bij of krachtens de Wet Politiegegevens geformuleerde doeleinden;
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 7 januari 2014 tot en met 3 februari 2017 te 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of (elders) in Nederland (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een of meer (delen van) geautomatiseerde werken, namelijk in een of meer (delen van) servers van de politie, is binnengedrongen met behulp van een of meer valse sleutels en/of signalen en/of door het aannemen van een of meer valse hoedanigheden, namelijk door onbevoegd gebruik te maken van een gebruikersnaam en/of wachtwoord (voor BVI-IB) en/of door zich met een gebruikersnaam en/of wachtwoord (voor BVI-IB) toegang te verschaffen tot (delen van de) servers van de politie (waarop BVI-IB was geplaatst) met een ander doel dan waarvoor hem die gebruikersnaam en/of dat wachtwoord ter beschikking stonden en/of waarvoor hem die toegang was toegestaan, door (in BVI-IB)
- persoonsgegevens van [persoon 3] te bevragen en/of te zoeken op [(---)] en/of BSN [(---)] en/of
- ( meermalen) persoonsgegevens van [betrokkene 2] te bevragen en/of te zoeken op [(---)] en/of [(---)] en/of op het adres van [betrokkene 2] en/of
- ( meermalen) persoonsgegevens en/of adresgegevens van [betrokkene 1] te bevragen en/of te zoeken op [(---)] en/of
- ( meermalen) persoonsgegevens van hem, verdachte, en/of een of meer kenteken(s) van zijn auto('s) te bevragen en/of te zoeken op [(---)] en/of [(---)] en/of
- het [adres] te bevragen en/of
- het kenteken [(---)] (op naam van [persoon 4] ) te bevragen en/of te zoeken op [(---)]
- het kenteken [(---)] (op naam van [persoon 5] ) te bevragen en/of te zoeken op [(---)] en/of [(---)] en [(---)] (zijnde het adres van [persoon 5] );
5 De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat:
hij op tijdtippen in de periode van 11 juli 2016 tot en met 7 december 2016 te 's-Gravenhage en/of elders in Nederland meermalen een geheim waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van zijn ambt en beroep van politieambtenaar en wettelijk voorschrift, te weten artikel 7 Wet politiegegevens, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden door vertrouwelijke en/of operationele politie informatie mede te delen aan een of meer anderen waaronder een NN vrouw en/of [naam 1] en [betrokkene 1] , door:
- op 11 juli 2016 telefonisch aan een NN-vrouw mededeling te doen over een bezoek van de dochter van [persoon 1] aan Nederland en de inzet van (politie)beveiligers tijdens het bezoek en
- op 25 juli 2016 telefonisch aan ene [naam 1] mededeling te doen over de woonplaats van [persoon 2] en
- op 6 augustus 2016 telefonisch aan [betrokkene 1] mededeling te doen over de bestelling van een nieuw (dienst)wapen en
- op 14 september 2016 telefonisch aan [betrokkene 1] mededeling te doen over Israëlische beveiligers en
- op 5 oktober 2016 telefonisch aan [betrokkene 1] mededeling te doen over (de wijze van bewapening van) de beveiligers van [persoon 2] en
- op 7 december 2016 telefonisch aan [betrokkene 1] mededeling te doen over de situatie rondom de woning van [persoon 2] en voertuigen die worden gebruikt voor het vervoer van [persoon 2] ;
hij op tijdstippen in de periode van 7 januari 2014 tot en met 3 februari 2017 te
's-Gravenhage en/of elders in Nederland telkens een geheim waarvan hij wist dat hij uit hoofde van zijn ambt en beroep van politieambtenaar en wettelijk voorschrift, te weten artikel 3 en/of artikel 7 van de Wet politiegegevens, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft verdachte in het (geautomatiseerd) bedrijfsprocessensysteem van politie (BVI-IB)
- persoonsgegevens van [persoon 3] bevraagd en/of gezocht op [(---)] en BSN [(---)] en
- meermalen persoonsgegevens van [betrokkene 2] bevraagd en/of gezocht op [(---)] en [(---)] en/of op het adres van [betrokkene 2] en
- meermalen persoonsgegevens en/of adresgegevens van [betrokkene 1] bevraagd en/of gezocht op [(---)] en
- meermalen persoonsgegevens van hem, verdachte, en een kenteken van zijn auto’s bevraagd en/of gezocht op [(---)] en/of [(---)] en
- het adres [adres] te Almere bevraagd en
- het kenteken [(---)] op naam van [persoon 4] bevraagd en/of gezocht op [(---)]
terwijl hij deze gegevens heeft bevraagd en/of opgezocht voor privé gebruik en terwijl de bevragingen onverenigbaar waren met het doel waarvoor de gegevens zijn verzameld en/of zonder dat dit noodzakelijk was voor de bij of krachtens de Wet Politiegegevens geformuleerde doeleinden;
hij op tijdstippen in de periode van 7 januari 2014 tot en met 3 februari 2017 te
's-Gravenhage en/of Utrecht en/of elders in Nederland telkens opzettelijk en wederrechtelijk in een of meer (delen van) geautomatiseerde werken, namelijk in een of meer (delen van) servers van de politie, is binnengedrongen met behulp van een vals sleutel door het aannemen van een valse hoedanigheid, namelijk door onbevoegd gebruik te maken van een gebruikersnaam en/of wachtwoord (voor BVI-IB) en/of door zich met een gebruikersnaam en/of wachtwoord (voor BVI-IB) toegang te verschaffen tot (delen van de) servers van de politie (waarop BVI-IB was geplaatst) met een ander doel dan waarvoor hem die gebruikersnaam en/of dat wachtwoord ter beschikking stonden en/of waarvoor hem die toegang was toegestaan, door (in BVI-IB)
- persoonsgegevens van [persoon 3] te bevragen en/of te zoeken op [(---)] en BSN [(---)] en
- meermalen persoonsgegevens van [betrokkene 2] te bevragen en/of te zoeken op [(---)] en [(---)] en/of op het adres van [betrokkene 2] en
- meermalen persoonsgegevens en/of adresgegevens van [betrokkene 1] te bevragen en/of te zoeken op [(---)] en
- meermalen persoonsgegevens van hem, verdachte, en/of een kenteken van zijn auto 's te bevragen en/of te zoeken op [(---)] en/of [(---)] en
- het adres [adres] te Almere te bevragen en
- het kenteken [(---)] op naam van [persoon 4] te bevragen en/of te zoeken op [(---)] .
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
10 De beslissing
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 5 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
enig geheim waarvan hij weet dat hij uit hoofde van ambt en wettelijk voorschrift verplicht is het te bewaren, opzettelijk schenden, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feiten 2 en 3:
de eendaadse samenloop van:
- -
enig geheim waarvan hij weet dat hij uit hoofde van ambt en wettelijk voorschrift verplicht is het te bewaren, opzettelijk schenden, meermalen gepleegd;
en
- -
computervredebreuk, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
- een gevangenisstraf voor de duur van ZEVEN MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
legt als bijkomende straf op:
- ontzet de verdachte uit het recht tot het bekleden van enig publiek ambt voor de duur van VIJF JAREN.
mr. A.J. Milius, voorzitter,
mr. W.G. de Boer, rechter,
mr. N.F.H. van Eijk, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M. Gest, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 29 april 2019.
Mr. de Boer is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.