2 De tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting van 17 juli 2019 - ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 26 augustus 2017 te Nieuwerkerk aan den IJssel, gemeente Zuidplas, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (auto), daarmede rijdende over de weg, de Rijksweg A20, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, als volgt te handelen:
- de op het display van het door hem bestuurde motorrijtuig verschenen melding "TPMS Bandenspanning: storing! Zie instructieboekje" en het daarbij behorende waarschuwingslampje en/of geluidssignaal genegeerd en/of (vervolgens/daarbij)
- nagelaten zijn motorrijtuig op een veilige plek tot stilstand te brengen en/of de banden en/of de bandenspanning van het motorrijtuig te controleren en/of (vervolgens/daarbij) zijn snelheid en/of positie op de weg onvoldoende aangepast en/of (vervolgens/daarbij)
- een leeglopende band, althans kapotte band, gekregen waardoor het motorrijtuig (grotendeels) onbestuurbaar werd en/of (vervolgens) het motorrijtuig (gedeeltelijk) op de linkerrijstrook tot stilstand gebracht,
waardoor de bestuurder [naam 1] van een achteropkomend motorrijtuig tegen het motorrijtuig van verdachte is gebotst en waardoor die [naam 1] zwaar lichamelijk letsel, te weten breuk(en) in halswervel(s) en/of breuk(en) in lendewervel(s) en/of gebroken rib(ben) en/of breuk in schaambeen en/of snijverwonding(en) door glas in het gezicht en/of in een arm, althans in zijn lichaam, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan.
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 26 augustus 2017 te Nieuwerkerk aan den IJssel, gemeente Zuidplas, als bestuurder van een voertuig (auto), daarmee rijdende op de weg, de Rijksweg A20, als volgt heeft gehandeld:
- de op het display van het door hem bestuurde voertuig verschenen melding "TPMS Bandenspanning: storing! Zie instructieboekje" en het daarbij behorende waarschuwingslampje en/of geluidssignaal genegeerd en/of (vervolgens/daarbij)
- nagelaten zijn voertuig op een veilige plek tot stilstand te brengen en/of de banden en/of de bandenspanning van zijn voertuig te controleren en/of (vervolgens/daarbij) zijn snelheid en/of positie op de weg onvoldoende aangepast en/of (vervolgens/daarbij)
- een leeglopende band, althans kapotte band, gekregen waardoor zijn voertuig (grotendeels) onbestuurbaar werd en/of (vervolgens) zijn voertuig (gedeeltelijk) op de linkerrijstrook tot stilstand gebracht,
waardoor de bestuurder [naam 1] van een achteropkomend voertuig tegen het voertuig van verdachte is gebotst en waardoor die [naam 1] letsel heeft bekomen en/of door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
7 De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 22 c en 22d van het Wetboek van Strafrecht;
- 5, 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
8 De beslissing
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hiervoor onder 3.4 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde:
overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een taakstraf voor de tijd van 40 (VEERTIG) UREN;
beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van 20 (twintig) dagen;
veroordeelt de verdachte voorts tot:
ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor 6 (ZES) MAANDEN;
bepaalt dat deze bijkomende straf niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Rigter, voorzitter,
mr. J. Eisses, rechter,
mr. E.M.M. Smilde-Schölvinck, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.T. Planken, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 31 juli 2019.