Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBDHA:2020:10916

Rechtbank Den Haag
27-10-2020
30-10-2020
NL20.17856
Bestuursrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

De IND mocht de asielaanvraag van een Gambiaanse vrouw afwijzen vanwege een tegenstrijdig verhaal.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amsterdam

Bestuursrecht

zaaknummer: NL20.17856


uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres,

V-nummer: [nummer]

(gemachtigde: mr. E.A.A. Charry),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E. Biçer).


Procesverloop
Bij besluit van 28 september 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 oktober 2020. Eiseres en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Eiseres stelt van Gambiaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op

[geboortedag] 1988.

1.1.

Eiseres heeft op 21 december 2017 een aanvraag ingediend voor de verlening van

een visum voor kort verblijf. Bij besluit van 28 december 2017 heeft verweerder deze

aanvraag afgewezen. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt en op 15 juni 2018 heeft een

gehoor plaatsgevonden. Bij brief van 15 juni 2018 heeft verweerder aan eiseres

medegedeeld niet langer bezwaar te hebben tegen afgifte van het visum voor kort verblijf.

1.2.

Eiseres heeft op 8 december 2018 een asielaanvraag ingediend. Eiseres heeft hieraan

– samengevat – het volgende ten grondslag gelegd. Na het overlijden van haar ouders is zij

op jonge leeftijd samen met haar zus bij de broer van haar vader gaan wonen. Eiseres werd

behandeld als een slaaf en soms kreeg ze niet genoeg te eten. Haar oom heeft haar ook laten

besnijden. Toen eiseres volwassen werd wilde haar oom haar laten uithuwelijken aan een

oudere man. Dit wilde zij niet. Ook kreeg ze te horen dat ze opnieuw besneden zou moeten worden. Dit wilde eiseres ook niet. Haar oom heeft haar toch meegenomen naar een plek

waar de besnijdenis plaats zou vinden. Omdat eiseres op dat moment ongesteld was, werd

de besnijdenis twee dagen uitgesteld. In tussentijd heeft eiseres haar verhaal verteld aan een

oudere mevrouw die ook daar aanwezig was. Deze vrouw heeft haar geholpen om te

ontsnappen. Eiseres is vervolgens naar een andere mevrouw gevlucht. Deze mevrouw heeft

haar geholpen om Gambia te verlaten. Bij terugkeer naar Gambia vreest eiseres voor

(her)besnijdenis.

1.3.

Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante

elementen:

- identiteit, nationaliteit en herkomst: eiseres heeft verklaard dat zij [eiseres] is, dat zij

geboren is op [geboortedag] 1988 en dat zij de Gambiaanse nationaliteit heeft;

- eiseres heeft verklaard dat haar oom haar als kind heeft laten besnijden, dat zij als slaaf

werd behandeld door haar oom en dat hij haar heeft ontvoerd voor een poging tot tweede

besnijdenis.

2. Verweerder heeft de asielaanvraag bij het bestreden besluit afgewezen als kennelijk

ongegrond op grond van 30b, eerste lid, onder h, van de Vreemdelingenwet 2000

(Vw 2000). Verweerder is van opvatting dat de verklaringen van eiseres over haar identiteit,

nationaliteit en herkomst geloofwaardig zijn, maar dat het individuele asielrelaas van eiseres

niet geloofwaardig is. Eiseres heeft tegenstrijdige verklaringen afgelegd. Volgens

verweerder kan eiseres niet worden aangemerkt als een vluchteling in de zin van het

Vluchtelingenverdrag en heeft zij ook niet aannemelijk gemaakt dat zij bij uitzetting een

reëel risico loopt op ernstige schade.

3. Eiseres stelt zich op het standpunt dat met de geboorte van haar tweelingdochters

een andere asielsituatie is ontstaan. In Gambia komt vrouwenbesnijdenis vaak voor. Dat in

haar stam (Wolof) de aantallen minder zijn, betekent niet dat dit voor eiseres en haar

dochters geldt. Eiseres vreest bij terugkomst in Gambia. Gelet op haar kwetsbare situatie als

alleenstaande moeder is zij niet in staat weerstand te bieden aan de druk die op haar

uitgeoefend zal worden door haar eigen familie. Eiseres verwijst naar stukken van onder

meer Vluchtelingenwerk.

4. De rechtbank overweegt als volgt.

5. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank terecht aan eiseres

tegengeworpen dat zij tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd over haar achtergrond,

leefomgeving en werksituatie. Eiseres heeft namelijk tijdens de visumaanvraagprocedure

verklaard, en ter onderbouwing hiervan documenten aangeleverd, dat zij gehuwd is geweest

en nu gescheiden is, dat zij een dochter heeft genaamd [dochter] , geboren op

[geboortedag] 2012, dat zij samen met haar dochter en moeder heeft gewoon in Gambia, dat zij een

hele goede band heeft met haar neef in Nederland en dat zij werkt op een kleuterschool.

Deze verklaringen zijn geheel tegenstrijdig met de verklaringen in het asieldossier zoals

vermeld in rechtsoverweging 1.2. Hier heeft zij immers verklaard dat zij niet gehuwd is

geweest, dat [dochter] niet haar dochter is, dat haar moeder na haar geboorte is

overleden, dat zij na het overlijden van haar vader bij haar oom verbleef, dat zij buiten het

vlechten van haren geen werk heeft gehad in Gambia en dat zij haar neef vóór de

visumaanvraag helemaal niet kende. Verder heeft verweerder kunnen overwegen dat

gebleken is dat eiseres gebruik heeft gemaakt van het visum dat aan haar is verleend voor de periode van 27 juli 2018 tot en met 10 september 2018 en dat dit tegenstrijdig is met haar

verklaring nu, dat zij na de ontvoering door haar oom gelijk is gevlucht naar Senegal om

daar een visumaanvraag voor Nederland in te dienen en vanuit daar naar Nederland te

reizen. De visumaanvraag is immers op 27 december 2017 ontvangen en eiseres heeft thans

verklaard rond september 2018 te zijn gevlucht uit Gambia. Dat zij slechts één dag in

Senegal heeft verbleven heeft verweerder bovendien opmerkelijk kunnen vinden. De gehele

visum- en bezwaarprocedure kan niet in één dag doorlopen worden. Eiseres heeft over het

voorgaande geen afdoende verklaring gegeven. Verweerder heeft gelet hierop terecht

overwogen dat de tegenstrijdige verklaringen bij voorbaat afbreuk doen aan de algehele

geloofwaardigheid van de verklaringen van eiseres.

6. Over de afgelegde verklaringen van eiseres over haar besnijdenis als kind en de

ontvoering voor de (her)besnijdenis en de behandeling als slaaf door de oom, overweegt de

rechtbank als volgt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder niet ten onrechte

zich op het standpunt gesteld dat eiseres over haar eigen besnijdenis summier heeft

verklaard. Zo kan eiseres niet uitleggen wat voor soort besnijdenis bij haar is uitgevoerd en

weet zij niet hoe oud zij was toen zij besneden werd. Ook weet zij niet naar welke plek zij is

gebracht toen zij door haar oom werd ontvoerd voor een (her)besnijdenis. Verwacht mag

worden dat eiseres hier meer over kan vertellen nu zij stelt te vrezen voor een tweede

besnijdenis en besnijdenis van haar dochters. Daar komt nog bij dat eiseres heeft verklaard

dat zij van de stam Wolof is en dat besnijdenis niet veel voorkomt in haar eigen stam. Naar

het oordeel van de rechtbank heeft verweerder het verder bevreemdend kunnen vinden dat

eiseres bij haar oom de gehele dag moest werken en slecht werd behandeld, maar dat zij wel

(zoals later wordt gesteld) een kind van haar vriendin bij zich mocht houden. Daarbij heeft

eiseres tegenstrijdig verklaard over de reden dat zij zorg heeft gedragen voor het kind van

haar vriendin. Zo heeft eiseres enerzijds verklaard dat haar vriendin problemen had, maar

kan zij niet duiden welke problemen, en anderzijds dat haar vriendin op reis was en dat

eiseres daarom het kind van haar vriendin heeft gekregen. Daarom heeft verweerder niet ten

onrechte het ongeloofwaardig geacht dat de oom van eiseres haar als kind heeft laten

besnijden, dat zij als slaaf werd behandeld door haar oom en dat hij haar heeft ontvoerd voor

een poging tot tweede besnijdenis.

7. Naar het oordeel van de rechtbank neemt verweerder verder terecht het standpunt in

dat eiseres niet kan worden aangemerkt als een vluchteling in de zin van het

Vluchtelingenverdrag en dat zij bij uitzetting ook geen reëel risico loopt op ernstige schade

als bedoeld in artikel 3 van het EVRM.1 De rechtbank wijst hierbij allereerst op het oordeel hierboven dat verweerder het individuele asielrelaas van eiseres niet ten onrechte

ongeloofwaardig heeft geacht. Het zijn van een vrouw met minderjarige kinderen volstaat

ook niet voor het aannemen van een gegronde vrees voor vervolging en/of een reëel risico

op schending van artikel 3 van het EVRM bij terugkeer. Het asielrelaas van eiseres is niet

ten onrechte ongeloofwaardig geacht zodat hierin evenmin steun kan worden gevonden voor

haar vrees voor (her)besnijdenis. Eiseres heeft bovendien tegenstrijdige verklaringen

afgelegd over haar achtergrond, leefsituatie en werksituatie en daarmee is onvoldoende

gebleken dat eiseres bij terugkeer naar Gambia naar stam- en familieleden terugkeert die

mogelijk druk op haar zouden kunnen uitoefenen. De enkele algemene informatie dat

besnijdenis veelvuldig voorkomt in Gambia, doet hier niet aan af. Daarbij blijkt nog dat

besnijdenis het minst voorkomt in de Wolof stam, de stam waar eiseres toe behoort.

8. Eiseres komt gelet op het voorgaande niet in aanmerking voor toelating op grond

van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vw 2000.

9. De aanvraag is terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is

ongegrond.

10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing


De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.


Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Loman, rechter, in aanwezigheid vanmr. L.A. Super, griffier.

De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:

1 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.