Beschikking van de kantonrechter d.d. 6 oktober 2020 in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. P.F. Adolf,
en
de besloten vennootschap Bens Thuiszorg en Schoonmaakdiensten B.V.,
gevestigd en/of kantoorhoudende te Moordrecht,
verwerende partij,
hierna te noemen: Bens Thuiszorg,
gemachtigde: [bestuurder 1] en [bestuurder 2] (bestuurders).
1 Het verdere verloop van de procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van de stukken die zijn genoemd in de tussenbeschikking die de kantonrechter in deze procedure op 7 juli 2020 heeft gegeven en van de brief met bijlagen d.d. 6 augustus 2020 van de gemachtigde van [verzoeker] . Bens Thuiszorg is bij brief van de griffier d.d. 12 augustus 2020 in de gelegenheid gesteld om vóór 8 september 2020 een antwoordakte te nemen. Dit heeft zij niet (tijdig) gedaan.
2 De nadere overwegingen
2.1
In de op 7 juli 2020 gegeven tussenbeschikking is de loonvordering van [verzoeker] voorshands toegewezen tot een bedrag ad (54 uur x € 10,35 bruto =) € 558,90 per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en overige emolumenten. [verzoeker] is bij deze beschikking in de gelegenheid gesteld om bij akte de bewijsstukken in het geding te brengen waaruit blijkt dat zij, zoals zij heeft gesteld, tot aan haar ontslag (per 28 maart 2020) gedurende 16 uren per week voor Bens Thuiszorg heeft gewerkt.
2.2
Bij brief met bijlagen d.d. 6 augustus 2020 heeft de gemachtigde van [verzoeker] aan de kantonrechter toegezonden de salarisstroken van [verzoeker] met betrekking tot de maanden december 2019, januari 2020 en februari 2020. Blijkens deze stroken heeft zij in december 2019 gedurende 67 uur gewerkt, in januari 2020 gedurende 66 uur en gedurende de maand februari 2020 56 uur. Berekend over deze maanden heeft zij gemiddeld 63 uur per maand gewerkt. Uit de salarisstrook van [verzoeker] met betrekking tot de maand maart 2020 blijkt dat zij 46 uur heeft gewerkt. Deze arbeidsduur is volgens [verzoeker] niet representatief omdat Bens Thuiszorg haar voor het einde van de maand heeft ontslagen.
2.3
De kantonrechter overweegt nader het volgende.
2.4
De met ingang van 8 oktober 2018 gesloten arbeidsovereenkomst tussen partijen heeft vanaf 8 oktober 2018 meer dan drie maanden geduurd. Per de maand maart 2020 wordt de bedongen arbeid daarom vermoed een omvang te hebben gelijk aan de gemiddelde omvang van de arbeid per maand in de drie voorafgaande maanden (artikel 7:610b BW). De gemiddelde arbeidsomvang in de maanden december 2019, januari 2020 en februari 2020 bedroeg blijkens de door de gemachtigde van [verzoeker] gepresenteerde bewijsstukken 63 uur per maand. Feiten en omstandigheden die tot de conclusie moeten luiden dat van een ander gemiddelde is uit te gaan, zijn niet (voldoende) gebleken. De loonvordering van [verzoeker] wordt daarom definitief vastgesteld op een bedrag ad (63 uur x € 10,35 bruto =) € 652,05 bruto, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en overige emolumenten. Dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, zal daarom op na te melden wijze worden toegewezen. De beslissing hierover treedt in de plaats van de voorlopige beslissing die de kantonrechter in zijn beschikking d.d. 7 juli 2020 over de loonvordering van [verzoeker] heeft gegeven. Hetgeen Bens Thuiszorg op grond van de tussenbeschikking d.d. 7 juli 2020 aan [verzoeker] mocht hebben voldaan, kan zij in mindering brengen op hetgeen zij volgens deze beschikking moet betalen. De bij de beschikking d.d. 7 juli 2020 gegeven eindbeslissing betreffende het ontslag, blijft onverminderd gelden.
2.5
Bens Thuiszorg is de partij die in deze procedure in het ongelijk wordt gesteld. Zij wordt om die reden veroordeeld in de kosten van de procedure.
3 De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt Bens Thuiszorg om aan [verzoeker] vanaf 28 maart 2020, totdat het dienstverband tussen partijen rechtsgeldig zal zijn beëindigd, te betalen een bedrag ad € 652,05 per maand bruto, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en overige emolumenten en de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, alsmede de wettelijke rente over het loon en de wettelijke verhoging van de datum van het verzuim tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Bens Thuiszorg in de kosten van deze procedure, welke kosten aan de zijde van [verzoeker] tot op heden worden vastgesteld op een bedrag ad € 563,=, waarin begrepen een bedrag ad € 480,= voor salaris gemachtigde;
verklaart deze beschikking en de op 7 juli 2020 gegeven beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Nijenhuis, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 oktober 2020.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: