3.1
[verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] verzoekt dat bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad:
a. het op 3 juli 2020 gegeven ontslag op staande voet te vernietigen en te verklaren dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd automatisch is geëindigd op de contractuele datum van 31 augustus 2020;
b. ShareValue wordt veroordeeld om aan [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] te betalen:
het over de maand juni 2020 achtergehouden loon van € 667,57 netto;
het niet uitbetaalde loon over de maand juli 2020 ad € 4.064,52;
het loon over de maand augustus 2020 ad € 4.500,= bruto;
het vakantiegeld over de maanden juli en augustus 2020 ad € 685,16 bruto;
een vergoeding voor de niet genoten vakantiedagen over de maanden juli en augustus 2020 van € 1.080,= bruto;
een naar het oordeel van de kantonrechter te bepalen billijke vergoeding ex artikel 7:681, lid 1, sub a, BW
een transitievergoeding van € 1.620,= bruto;
c. ShareValue wordt veroordeling tot betaling van een wettelijke verhoging van 50% over het door [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] gevorderde loon;
d. ShareValue wordt veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over de toe te wijzen vorderingen vanaf de data van opeisbaarheid van deze vorderingen;
e. ShareValue wordt veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] , te vermeerderen - bij niet tijdige nakoming - met de wettelijke rente vanaf de 14e dag na de datum van de te wijzen beschikking.
3.2
Aan zijn verzoek heeft [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] - samengevat - ten grondslag gelegd dat de gegeven ontslag op staande voet geen stand kan houden omdat er geen dringende reden in de zin van artikel 7:678 BW aanwezig is. De in de onder 2.10 omschreven omstandigheden kloppen naar de mening van [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] niet en zijn bovendien uit hun verband getrokken. Zelfs als de omstandigheden zouden kloppen, dan vormen deze nog geen grond voor een ontslag op staande voet. Dat [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] op 3 juli 2020 niet op kantoor is verschenen, kan sowieso geen grond zijn voor een ontslag op staande voet. Immers, in de onder 2.9 omschreven mail d.d. 1 juli 2020 heeft [vertegenwoordigster ShareValue B.V.] gedreigd met een ontslag op staande voet bij een blijvende weigering om ná 3 juli 2020 te verschijnen. [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] is echter meteen op 3 juli 2020 op staande voet ontslagen. [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] meent voorts dat er op zijn loon over de maand juni 2020 ten onrechte een bedrag van € 667,57 is ingehouden. Het is [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] niet duidelijk geworden waarom ShareValue dit bedrag als stok achter de deur heeft willen houden.
3.3
ShareValue verweert zich gemotiveerd tegen het verzoek van [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] en concludeert tot afwijzing van dit verzoek, met veroordeling van [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] in de proceskosten aan haar zijde.
3.4
Naar de mening van ShareValue heeft [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] korte tijd na indiensttreding een negatieve verandering in houding laten zien. Voorts heeft [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] volhard in het niet of gebrekkig communiceren en het niet nakomen van gemaakte afspraken. Door zijn houding heeft [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] financiële schade aan ShareValue toegebracht. Zo was de Technische Unie ontevreden over de kwaliteit van het werk van [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] en heeft deze opdrachtgever om die reden de detacheringsopdracht opgezegd. Naar zeggen van ShareValue verrichtte [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] niet zijn arbeid, hield hij geen dan wel onvoldoende contact met ShareValue en werden daardoor kansen gemist om [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] bij opdrachtgevers uit te zetten. ShareValue verwijst in dit verband naar de mislukte detacheringen bij PGGM (half juni 2020) en bij Holland Casino (begin juli 2020).
Overigens had ShareValue al eerder bij brief van 25 mei 2020 een loonstop toegepast. Share Value is van mening dat de in de brief van 3 juli 2020 omschreven omstandigheden op zichzelf genomen en zeker gezien in onderlinge samenhang kunnen worden aangemerkt als (een) dringende reden(en) in de zin van artikel 7:678 BW. [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] is dan ook terecht op staande voet ontslagen en komt geen - gezien zijn ernstig verwijtbare gedrag - geen enkele vergoeding toe.
in het zelfstandig tegenverzoek
3.5
ShareValue verzoekt dat [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 8.564,52,= bruto alsmede in de proceskosten aan de zijde van ShareValue.
3.6
Nu naar haar mening ShareValue [verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] bij brief van 3 juli 2020 terecht op staande voet heeft ontslagen, maakt ShareValue op grond van artikel 7:677, lid 2, BW aanspraak op een vergoeding gelijk aan het vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst geduurd zou hebben indien deze van rechtswege zou zijn geëindigd.
3.7
[verzoekende partij in het inleidende verzoek, verwerende partij in het zelfstandig tegenverzoek] verweert zich gemotiveerd tegen het verzoek van ShareValue en concludeert tot afwijzing van dit verzoek.