9 De beslissing
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.6 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
ten aanzien van feit 2
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
ten aanzien van feit 3
medeplegen van aan iemand die, anders dan als ambtenaar, werkzaam is in dienstbetrekking, naar aanleiding van hetgeen deze in zijn betrekking heeft gedaan en nagelaten, een gift en belofte doen van die aard of onder zodanige omstandigheden, dat hij redelijkerwijs moet aannemen dat deze handelt in strijd met zijn plicht, meermalen gepleegd, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
ten aanzien van feit 4
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
ten aanzien van feit 5 eerste en tweede cumulatief/alternatief
medeplegen van gewoontewitwassen, meermalen gepleegd begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
ten aanzien van feit 6 eerste en tweede cumulatief/alternatief
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
ten aanzien van feit 7
medeplegen van aan iemand die, anders dan als ambtenaar, werkzaam is in dienstbetrekking, naar aanleiding van hetgeen deze in zijn betrekking heeft gedaan en nagelaten, een gift en belofte doen van die aard of onder zodanige omstandigheden, dat hij redelijkerwijs moet aannemen dat deze handelt in strijd met zijn plicht, meermalen gepleegd, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
ten aanzien van feit 8 eerste en tweede cumulatief/alternatief
medeplegen van gewoontewitwassen, meermalen gepleegd begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 2 (TWEE) MAANDEN;
wijst de vordering tot schadevergoeding van Stichting Vestia toe tot een bedrag van
€ 120.650,-;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met zijn mededaders [medeverdachte 5], [medeverdachte 4], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 9], in die zin dat indien en voor zover de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, om aan Stichting Vestia te betalen een bedrag van € 75.900,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 november 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met zijn mededaders [medeverdachte 5], [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2], in die zin dat indien en voor zover de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, om aan Stichting Vestia te betalen een bedrag van € 44.750,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 november 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte tevens hoofdelijk in de proceskosten van Stichting Vestia, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
bepaalt dat als zijn mededaders [medeverdachte 5], [medeverdachte 4], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 9] geheel of gedeeltelijk aan Stichting Vestia hebben betaald de verdachte niet meer verplicht is om dat deel te voldoen;
bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. L.K. van Zaltbommel, voorzitter,
mr. F.A.M. Veraart, rechter,
mr. J. Snoeijer, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. F. Westhoek en W.H. Ng, griffiers,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 december 2021.
Bijlage I: de tenlastegelegde feiten
1. medeverdachte 4] in op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 juli 2016 tot en met 27 september 2017 te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), een of meerdere geschrift(en) die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een of meerdere Integriteitsverklaring(en) (DOC‐128‐6, DOC‐128‐13; DOC‐128‐16; DOC‐128‐25), valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst, en/of valselijk heeft doen en/of laten opmaken en/of doen en/of laten vervalsen door (een) ander(en), door (telkens) (een) schriftelijke integriteitsverklaring(en) (welke aan onderhoudsovereenkomst(en) met Vestia was/waren gehecht) te ondertekenen, waarin valselijk en in strijd met de waarheid is vermeld dat ‘Alle door Opdrachtnemer gedane aanbiedingen ten behoeve van opdrachtgever op regelmatige wijze tot stand gekomen zijn en meer in het bijzonder tot stand komen zonder overeenkomst(en) of onderling afgestemde gedragingen met mede‐inschrijvers, Onderopdrachtnemers en/of andere derden, die er toe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging is of wordt verhinderd of beperkt en/of prijzen daardoor zijn of worden verhoogd’, althans woorden van gelijke strekking,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen van welk(e) bovengenoemde strafbare feit(en) verdachte tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovengenoemde verboden gedraging(en) verdachte tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
2. [ medeverdachte 4] op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 juli 2016 tot en met 7 november 2018 te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), haar (bedrijfs)administratie, zijnde een (samenstel van) geschrift(en) die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst, en/of valselijk heeft doen en/of laten opmaken en/of doen en/of laten vervalsen door (een) ander(en), door in haar administratie een of meerdere valse of vervalste offerte(s) en/of factu(u)r(en) op te nemen en/of te verwerken, te weten:
1) een of meerdere offerte(s) (telkens) op naam van [medeverdachte 4] gericht aan Vestia
Rotterdam, te weten/waaronder een offerte d.d. 21 juli 2016 ter hoogte van 38.000 euro
exclusief BTW (DOC‐206‐8a t/m ‐8e) en/of een offerte op naam van [medeverdachte 4] d.d. 7 oktober 2016 gericht aan Vestia Rotterdam ter hoogte van 269.640 euro exclusief BTW
(DOC‐206‐18); en/of
2) een of meerdere factu(u)r(en) (telkens) op naam van op naam van [medeverdachte 4], gericht aan Vestia en/of VvE [complex 1] en/of VvE [project 1] en/of VVE [project 5] (DOC‐128‐15a t/m ‐ e; DOC‐128‐18a t/m –d; DOC‐206‐25 en ‐26; DOC‐206‐29 en ‐32; DOC‐206‐34)
althans een of meerdere offerte(s) en/of factu(u)r(en) op naam van [medeverdachte 4],
bestaande die valsheid hieruit dat op die offerte(s) en/of factu(u)r(en) (een) bedrag(en) was/waren vermeld dat/die (veel) hoger was/waren dan de/het werkelijke/oorspronkelijke bedrag(en) voor de betreffende werkzaamheden; en/of
3) een of meerdere factu(u)r(en) (telkens) op naam van [bedrijf 4] gericht aan [medeverdachte 4] d.d. 17 november 2016 (DOC‐206‐2) en/of d.d. 17 november 2016 (DOC‐206‐4) (in totaal 15.000 euro exclusief BTW) en/of d.d. 3 augustus 2016 (DOC‐217‐1) (ter hoogte van 29.750,00 BTW verlegd); en/of
4) een of meerdere factu(u)r(en) (telkens) op naam van [bedrijf 5],
gericht aan [medeverdachte 4], onder vermelding van
o werknummer 2016.0779 (DOC‐128‐19a, ‐c, ‐i, ‐m) (in totaal 29.400 euro exclusief
BTW); en/of
o werknummer 2016.0766 (DOC‐128‐19e, ‐g, ‐k, en p) (in totaal 26.500 euro
exclusief BTW); en/of
o werknummer 2017.0750 (DOC‐128‐24) (in totaal 20.000 euro exclusief BTW)
en/of
o werknummer 2017.0287 (DOC‐080e) (in totaal 22.000 euro exclusief BTW)
althans een of meerdere offerte(s) en/of factu(u)r(en) op naam van [bedrijf 4] en/of [bedrijf 5],
bestaande die valsheid hieruit dat op genoemd(e) geschrift(en) valselijk in strijd met de waarheid werkzaamheden waren vermeld, die in werkelijkheid niet en/of niet in die omvang waren verricht, in elk geval niet voor zulk(e) (een) bedrag(en) had(den) plaatsgevonden (en/of in werkelijkheid betrekking hadden op het afdekken in de administratie van [medeverdachte 4] van betalingen aan [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3])
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen van welk(e) bovengenoemde strafbare feit(en) verdachte tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovengenoemde verboden gedraging(en) verdachte tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
3. [ medeverdachte 4] op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 juli 2016 tot en met 7 november 2018 (telkens) te Rotterdam en/of Bergschenhoek en/of Berkel en Rodenrijs en/of Wateringen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, aan [medeverdachte 2], geboren [geboortedatum medeverdachte 2] te [geboorteplaats medeverdachte 2], anders dan als ambtenaar werkzaam zijnde in dienstbetrekking als (senior) vastgoedbeheerder bij (woningcorporatie) Vestia, en/of aan
[medeverdachte 3], geboren [geboortedatum medeverdachte 3] te [geboorteplaats medeverdachte 3], anders dan als ambtenaar werkzaam zijnde in dienstbetrekking als medewerker sociaal beheer bij woningcorporatie Vestia,
naar aanleiding van hetgeen die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3], in strijd met zijn/hun plicht in zijn/hun betrekking(en) heeft/hebben gedaan en/of nagelaten dan wel
zal/zou/zullen/zouden doen en/of nalaten, meermalen, althans eenmaal, (een) belofte(n), te weten de toezegging/instemming om die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] geldbedrag(en) te betalen, en/of gift(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) van (in totaal) (circa) 119.900 euro, althans een of meerdere geldbedrag(en), (door tussenkomst van [bedrijf 4] en/of [bedrijf 5] en/of [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of (een) andere (rechts)perso(o)n(en)) heeft gedaan,
van die aard en onder zodanige omstandigheden dat [medeverdachte 4] redelijkerwijs had moeten aannemen dat deze [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] had(den) gehandeld en/of zou(den) handelen in strijd met zijn/hun plicht,
tot het plegen van welk(e) bovengenoemde strafbare feit(en) verdachte tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovengenoemde verboden gedraging(en) verdachte tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
4. [ medeverdachte 4] op een of meerdere tijdstip(pen) in de periode van omstreeks 21 juli 2016 tot en met 7 november 2018 te Rotterdam en/of Bergschenhoek en/of Berkel en Rodenrijs en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, meermaals, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Vestia heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, en/of tot het verlenen van een dienst en/of het
ter beschikking stellen van gegevens en/of tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld, hebbende [medeverdachte 4] en/of haar mededader(s)
‐ (een) offerte(s) en/of (een) calculatie(s) verzonden en/of doen toekomen aan Vestia, waarin (een) bedrag(en) was/waren vermeld dat/die (veel) hoger was/waren dan de/het
werkelijke/oorspronkelijke bedrag(en) voor de betreffende werkzaamheden, en/of waarin
(een) bedrag(en) was/waren vermeld waarover vooraf afstemming had plaatsgevonden
tussen [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] (werkzaam zijnde in dienstbetrekking bij
Vestia als senior vastgoedbeheer en/of medewerker sociaal beheer), en haar, [medeverdachte 4]
B.V., en/of haar mededader(s); en/of
‐ (een) opdracht(en) van Vestia (voor die opgehoogde en/of aangepaste bedragen), gegund
en/of laten/doen gunnen aan haar, [medeverdachte 4]; en/of
‐ het/de bedrag(en) van de (opgehoogde en/of aangepaste) offerte(s) vermeld en/of laten/doen vermelden in (een) opdrachtformulier(en); en/of
‐ (een) integriteitsverklaring(en) ondertekend (welke telkens aan de overeenkomst met Vestia was/waren gehecht); en/of
‐ factu(u)r(en) gezonden aan en/of ingediend en/of doen/laten zenden en/of indienen bij
Vestia, terwijl het/de op die factu(u)r(en) vermelde bedrag(en) (veel) hoger was/waren dan
de/het werkelijke/oorspronkelijke bedrag(en) voor de betreffende werkzaamheden; en/of
‐ deze factu(u)r(en) betaalbaar gesteld en/of geaccordeerd bij/namens Vestia en/of betaald
en/of doen betalen door/namens Vestia; en/of
‐ (telkens) tegenover Vestia verzwegen en/of verborgen gehouden en/of verhuld dat er met
betrekking tot de (overeengekomen en/of gefactureerde) vergoeding(en) een (verborgen of
verzwegen) vergoeding en/of betaling aan [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of
en/of haar, [medeverdachte 4] en/of haar mededader(s), was inbegrepen en/of overeengekomen waardoor Vestia werd bewogen tot afgifte van een of meerdere schriftelijke “onderhoudsovereenkomst(en) voor planmatig onderhoud” (te weten/waaronder DOC‐128‐6, DOC‐128‐13; DOC‐128‐16; DOC‐128‐25) en/of (een) geldbedrag(en) van (in totaal) 196.450 euro exclusief BTW (1‐OPV/ ZPV‐5, p. 0261), althans (telkens) een of meerdere geldbedrag(en) en/of goed(eren),
tot het plegen van welk(e) bovengenoemde strafbare feit(en) verdachte tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovengenoemde verboden gedraging(en) verdachte tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
5. [ medeverdachte 4] op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf 21 juli 2016 tot en met 30 oktober 2019 (telkens) te Rotterdam en/of Wateringen en/of Bergschenhoek en/of Berkel en Rodenrijs althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
a. a) (telkens) van een of meerdere (grote) geldbedrag(en) en/of goederen, te weten (een) geldbedrag(en) van 119.900,00 euro (22.000 euro + 97.900 euro) exclusief BTW, althans enig(e) geldbedrag(en), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op genoemde voorwerpen was/waren, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie genoemde voorwerpen voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl [medeverdachte 4] en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) ‐ onmiddellijk of middellijk– afkomstig was/waren uit enig misdrijf, terwijl [medeverdachte 4] en/of haar mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt,
en/of
b) (telkens) een of meerdere (grote) geldbedrag(en) en/of goederen, te weten (een) geldbedrag( en) van 119.900,00 euro (22.000 euro + 97.900 euro) exclusief BTW, althans enig(e) geldbedrag(en), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet, althans van een of meerdere voorwerp(en), te weten vorengenoemd(e) goed(eren) en/of geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl [medeverdachte 4] en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest (en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) ‐ onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf, terwijl [medeverdachte 4] en/of haar mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt,
tot het plegen van welk(e) bovengenoemde strafbare feit(en) verdachte tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovengenoemde verboden gedraging(en) verdachte tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
6. [ medeverdachte 6] op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2017 tot en met 7 december 2017 te Rotterdam en/of Hellevoetsluis en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een of meerdere factu(u)r(en) ten name van [medeverdachte 6] te Rotterdam, gericht aan [bedrijf 3] te Hellevoetsluis, te weten:
(1) factuurnummer F 2017.00251 (ongedateerd) (voor een totaalbedrag van 12.500,00
euro) (DOC-187/1); en/of
(2) factuurnummer F 2017.00251, d.d. 12-6-2017 (voor een totaalbedrag van 7.000,00
euro) (DOC-187/2); en/of
(3) factuurnummer F 2017.00252, d.d. 12-6-2017 (voor een totaalbedrag van 4.000,00
euro) (DOC-187/3); en/of
(4) factuurnummer F 2017-00253, d.d. 26-10-2017 (voor een totaalbedrag van 1.150,00
euro) (DOC-187/4); en/of
(5) factuurnummer F 2017-0254, d.d. 26-10-2017 (voor een totaalbedrag van 6.000,00
euro) (DOC-187/5); en/of
(6) factuurnummer F 2017-0255, d.d. 26-10-2017 (voor een totaalbedrag van 10.000,00
euro) (DOC-187/6); en/of
(7) factuurnummer F 2017-0256, d.d. 26-10-2017 (voor een totaalbedrag van 10.000,00
euro) (DOC-187/7); en/of
(8) factuurnummer F 2017-0257, d.d. 20-11-2017 (voor een totaalbedrag van 10.000,00
euro) (DOC-187/8); en/of
(9) factuurnummer F 2017-0258, d.d. 1-12-2017 (voor een totaalbedrag van 10.000,00
euro) (DOC-187/9); en/of
(10) factuurnummer F 2017-0259, d.d. 1-12-2017 (voor een totaalbedrag van 2.000,00
euro) (DOC-187/10); en/of
(11) factuurnummer F 2017-0260, d.d. 4-12-2017 (voor een totaalbedrag van 10.000,00
euro) (DOC-187/11); en/of
(12) factuurnummer F 2017-0261, d.d. 7-12-2017 (voor een totaalb10.000,00 euro)
(DOC-187/12),
(telkens) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te
dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst, en/of valselijk heeft doen en/of laten opmaken en/of doen en/of laten vervalsen door (een) ander(en), immers heeft/hebben [medeverdachte 6] en/of haar, mededader(s), (telkens) valselijk in strijd met de waarheid ‐zakelijk weergegeven‐ op die onder (1) en/of (2) en/of (3) en/of (4) en/of (5) en/of (6) en/of (7) en/of (8) en/of (9) en/of (10) en/of (11) en/of (12) genoemde factu(u)r(en)
(ondersteuning‐ en/of inspectie‐ en/of advies‐ en/of archief)werkzaamheden vermeld en/of
geschreven en/of opgenomen, en/althans door een ander(en) doen en/of laten vermelden en/of schrijven en/of opnemen, die in werkelijkheid niet en/of niet in die omvang door en/of namens haar, [medeverdachte 6] waren verricht, in elk geval niet voor zulk(e) (een) bedrag(en) had(den) plaatsgevonden, (en/of op die factu(u)r(en) genoemde bedrag(en) in werkelijkheid betrekking had(den) op het betalen van en/of het in de administratie van [medeverdachte 6] afdekken van betalingen aan [medeverdachte 2] en/of (een) andere (rechts)perso(o)n(en)), zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen van welk(e) bovengenoemde strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovengenoemde verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
[medeverdachte 6] op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2017 tot en met 7 december 2017 te Rotterdam en/of Hellevoetsluis en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal gebruik heeft gemaakt van (onder 1 t/m 12) genoemde valse en/of valselijk opgemaakte factu(u)r(en) als ware die/deze echt en onvervalst, door deze te (laten/doen) verzenden en/of te laten/doen toekomen aan [bedrijf 3], zulks terwijl [medeverdachte 6]. en/of haar mededader(s) wist(en) en/of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit/deze geschrift(en) bestemd was/waren voor zodanig gebruik,
tot het plegen van welk(e) bovengenoemde strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovengenoemde verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
7. [ medeverdachte 6] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf 27 maart 2017 tot en met 24 januari 2018 (telkens) te Berkel en Rodenrijs en/of Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, aan [medeverdachte 2], geboren[geboortedatum medeverdachte 2] te [geboorteplaats medeverdachte 2], anders dan als ambtenaar werkzaam zijnde in dienstbetrekking als (senior) vastgoedbeheerder bij woningcorporatie Vestia, naar aanleiding van hetgeen die [medeverdachte 2] in strijd met zijn plicht in zijn betrekking(en) heeft gedaan en/of nagelaten dan wel zal/zou doen en/of nalaten, meermalen, althans eenmaal, (een) belofte(n), te weten de toezegging/instemming om die C. [medeverdachte 2] geldbedrag(en) te betalen (via [bedrijf 7] en/of [bedrijf 1] en/of (een) andere (rechts)perso(o)n(en)), en/of gift(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) van (in totaal) 69.575,00 exclusief BTW (AMB‐171 p. 2205, 1‐OPV/ZPV‐6 p. 0274),
althans een of meerdere geldbedrag(en), (via [bedrijf 7 en/of [bedrijf 1] en/of (een) andere (rechts)perso(o)n(en)), heeft gedaan, van die aard en onder zodanige omstandigheden dat [medeverdachte 6], redelijkerwijs had moeten aannemen dat deze [medeverdachte 2] had gehandeld en/of zou handelen in strijd met zijn plicht,
tot het plegen van welk(e) bovengenoemde strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovengenoemde verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
8. [ medeverdachte 6] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf 1 april 2017 tot en met 24 januari 2018 (telkens) te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
a. a) (telkens) van een of meer goederen, te weten (een) geldbedrag(en) van (in totaal) 92.650,00 exclusief BTW, althans 69.575,00 (AMB‐171 p. 2205, 1‐OPV/ZPV‐6 p. 0274), althans een of meerdere geldbedrag(en) de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op genoemde voorwerpen was/waren, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie genoemde voorwerpen voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl [medeverdachte 6] en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) ‐ onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf, terwijl [medeverdachte 6] en/of haar mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt,
b) (telkens) een of meer goederen, te weten (een) geldbedrag(en) van (in totaal) 92.650,00 exclusief BTW, althans 69.575,00 (AMB‐171 p. 2205, 1‐OPV/ZPV‐6 p. 0274), althans een of meerdere geldbedrag(en) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet, althans van een of meerdere voorwerp(en), te weten vorengenoemd(e) goed(eren) en/of geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl [medeverdachte 6] en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat bovenomschreven goed(eren) en/of geldbedrag(en) ‐ onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig(e) misdrijf/misdrijven, terwijl [medeverdachte 6] en/of haar mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt,
tot het plegen van welk(e) bovengenoemde strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovengenoemde verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven.