Er is een testamentair bewind naast het beschermingsbewind. De beschermingsbewindvoerder verzoekt de kantonrechter namens de testamentair bewiindvoerder om een schenking te mogen doen uit het vermogen dat onder het testamentair bewind valt.
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1964,
wonende te [plaats] , [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene.
Procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
-
het verzoek (met bijlagen), ontvangen op 1 mei 2022;
-
email van de bewindvoerder van 16 juni 2022;
-
verzoek om nadere toelichting per email van 1 augustus 2022;
-
toelichting per email van de bewindvoerder van 12 augustus 2022.
Beoordeling
De bewindvoerder vraagt, mede namens de testamentair bewindvoerder, om een machtiging van de kantonrechter om een schenking te mogen doen aan de zoon van betrokkene van € 27.231,00. Hij gaat namelijk samenwonen en betrokkene wil daar graag een bijdrage aan leveren. Betrokkene heeft eigen vermogen en vermogen uit de nalatenschap van haar moeder, dat beheerd wordt door haar zus als testamentair bewindvoerder. De schenking zal voldaan worden uit het vermogen dat onder testamentair bewind staat.
In het dossier van de rechtbank bevindt zich de akte van verdeling die na het overlijden van de moeder van betrokkene is opgemaakt. Hierin zijn de bepalingen uit het testament van de moeder opgenomen. Daaruit blijkt dat over het erfdeel van betrokkene een testamentair bewind is ingesteld, met de aanstelling van de zus van betrokkene als testamentair bewindvoerder. Het beheer komt uitsluitend toe aan de testamentair bewindvoerder. De beslissingen worden in overleg met betrokkene genomen. In het testament is niet voorzien in een regeling waarbij om een machtiging van de kantonrechter verzocht dient te worden om een bepaalde uitgave te mogen doen. Dat vereiste geldt alleen als de testamentair bewindvoerder wil procederen en betrokkene daarmee niet instemt. Ten slotte dient de testamentair bewindvoerder jaarlijks rekening en verantwoording af te leggen aan betrokkene. Indien betrokkene niet in staat is tot het aannemen van de rekening en verantwoording, wordt die aan de kantonrechter afgelegd. In dit geval kan de rekening en verantwoording echter aan de beschermingsbewindvoerder worden afgelegd.
Ingevolge artikel 4:169, derde lid, BW kan de kantonrechter een machtiging verlenen, indien iemand wiens toestemming is vereist deze niet verleent. In dit geval is het echter juist de wens van betrokkene dat de uitgave wordt gedaan.
Gelet op het vorenstaande is een machtiging van de kantonrechter niet nodig. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
Beslissing
De kantonrechter:
- wijst het machtigingsverzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. D. de Loor, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 augustus 2022.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep
worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking
(digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de
uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat
deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: