In een e-mail van 21 mei 2024 heeft de directeur namens [bedrijfsnaam] BV het volgende aan [naam] geschreven:
“Tot mijn grote schrik en ook ontsteltenis ben ik onverwacht zaterdag jl. gebeld door een
Rechercheur van de Haagse politie, die mij vertelde, dat jij aangifte zou hebben gedaan van
ongewenst gedrag door mij als werkgever naar jou.
Ik weet niet waar dit over gaat, wanneer en wat er zou zijn gebeurd.
Er is namelijk nooit iets anders voorgevallen dan dat jij niet zo goed functioneerde en je hart bij mij hebt gelucht ook over jouw privé situatie.
Daar heb ik als goed werkgever naar geluisterd.
Ik ben niet alleen heel erg geschrokken, maar ook boos dat je dit zonder enige aanleiding hebt gedaan.
Vandaag heb ik mijn advocaten gebeld om te vragen wat te doen.
Ik nodig je uit om mij morgen om 11 uur uitleg te komen geven waar dit over gaat, of je dit gedaan hebt en wat je hebt gezegd en ook waarom.
Voor nu ontsla ik je voorwaardelijk.
Krijg ik geen goede of correcte uitleg, die ik kan begrijpen en of die samenhangt met je ziekte dan wordt de voorwaarde vervuld en geldt het ontslag vanaf vandaag als definitief.
Datzelfde geldt als je niets laat horen of niet verschijnt. Uiteraard mag je iemand meenemen naar het gesprek. Graag hoor ik dan tevoren wie dat is. Dan zorg ik dat ik er ook iemand bij heb.
Voor alle schade, die je hebt aangericht hou ik je aansprakelijk en ik hou me het recht voor aangifte te doen in verband met een valse aangifte tegen mij als je werkgever en persoon.
(…)”.