2.6.
In een brief van [J] aan verweerder van 16 oktober 2008 is onder meer het volgende opgenomen:
“Op uw verzoek bevestigen wij hiermee schriftelijk de procedure van facturering en betaling van geleverd materiaal van [F] gedurende de jaren vóór 2007.
De weegbonnen van het materiaal dat wij voor [F] hebben afgevoerd werden bewaard en de gegevens daarvan maandelijks getotaliseerd in een Excel-spreadsheet. In deze sheet werden de orderdatum, de materiaalsoort, het gewicht en de geldende prijs opgeslagen.
Maandelijks belde ondergetekende dhr. [A] om het hiervoor genoemde overzicht naar hem toe te faxen. Dit gebeurde dan wel direct, zodat dhr. [A] de fax kon onderscheppen zonder dat medewerkers van zijn kantoor deze konden inzien.
Dhr. [A] paste vervolgens het Excel-overzicht (materialen/gewichten) zodanig aan dat:
- de materiaalstromen zich verhielden met dezelfde materialen in vorige periodes op zodanige wijze dat de afvalstroom in lijn was met de gevoerde productie;
- het grootste gedeelte van de totale materiaalwaarde contant kon worden uitgekeerd, en het restant op faktuur.
Het aangepaste overzicht werd op ons kantoor afgegeven (of naar ons toegefaxed), zodat ondergetekende:
- de faktuur kon klaarmaken;
- de kasbonnen kon aanslaan waarop de contante stroom werd afgerekend.
Dhr.[A] werd gewaarschuwd als de contante stroom klaar was, waarna hij de opbrengst altijd persoonlijk op ons bedrijf kwam afhalen.
In de periode 2002-2004 is [J] b,v, gestopt met het op verzoek van dhr. [A] aanpassen van soorten en gewichten in de wegingen. Tegen dhr. [A] is toen gezegd dat er alleen gehele weegbonnen konden worden aangeslagen op de kassa en contant worden afgerekend. Hierna is door dhr. [A] nog wel aangegeven dat materialen anders moesten worden genoemd op de rekening of de kassabon, maar klopten gewichten vanaf de weegbrug één op één met de gewichten op de afrekening.”
2.7.
In een ambtsedige verklaring van 23 oktober 2008 hebben de controlerend ambtenaren, [D] en [K] hun gesprekken met betrokkenen als volgt vastgelegd:
“Ambtsedige verklaring inzake:
[F] B.V.
[A-straat 1]
[Z]
Hierbij verklaren wij dat dhr. [J], directeur van:
[G] B.V.
[A-straat 2]
[Z]
op de volgende data het volgende heeft verklaard:
- op 2 april 2007 in een telefonisch onderhoud met [D]: het is dhr. [A] zelf, die
het geld ophaalt; dhr. [J] vraagt dhr. [D] met deze info voorzichtig om te gaan;
- op 16 mei 2007 in een telefonisch onderhoud met dhr. [D]: de directeur (in dit geval
dhr. [A]) bepaalde maandelijks achteraf welke leveringen hij op factuur wilde en welke
contant; zo ging het ook bij andere bedrijven, die deels per bank (op factuur) en contant lieten
uitbetalen.
Op 8 november 2007 meldt dhr. [K] aan dhr. [D]:
Dhr. [J] heeft de Belastingdienst schriftelijk gevraagd om een onderhoud vanwege het feit
dat na onze zogenaamde derdenonderzoeken een tweetal grote klanten inmiddels een andere afne-
mer heeft gezocht.
Dhr. [J] heeft dhr. [K] telefonisch en schriftelijk meegedeeld dat één van de klanten
elders wél op de hem gewenste wijze zou kunnen afrekenen.
Van één bedrijf was ons bekend dat zij inmiddels naar een andere recycler waren overgestapt.
De naam van het andere bedrijf is aan dhr. [K] door dhr. [J] telefonisch meegedeeld:
het betreft [F] B.V.
Er zouden nog wel containers van [G] B.V. op het terrein staan.
[F] B.V. zou naast [G] B.V. inmiddels ook leveren aan de fa. [L] in
[Q].
Dhr. [K] heeft toen een afspraak voor een bespreking vastgelegd en wel 22 november 2007 bij
[G] B.V.
Verslag bespreking 22 november 2007; gesprekspartners dhr. [J], dhr. [M] en
dhr. [N] van [G] B.V. en de heren [D] en [K] van de Belastingdienst:
- Aanleiding van het verzoek van [G] B.V. om dit gesprek is met name het feit dat zij
[F] dreigen te verliezen als klant en dat dhr. [A] gezegd heeft weg te gaan
omdat elders (i.c. de fa. [L] in [Q]) wél op de hem gewenste wijze kan worden
afgerekend (i.c. contant en anoniem).
- Op dit moment staan alle (6) containers van [G] B.V. nog op het terrein bij
[F] B.V.
- [F] B.V. levert nog een deel op factuur; namelijk het gedeelte dat per bank wordt
afgerekend in de orde van grootte, zoals in het verleden ook al gebeurde; dit betreft alleen niet meer
het hoogwaardige RVS, maar alleen ijzer.
- Over het feit dat er weer afval opgehaald kan worden, wordt gebeld door iemand van
[F] BV., waarna het wordt opgehaald door een chauffeur van [G] B.V.
- De chauffeur had op een bepaald moment gevraagd waarom (een) andere volle container(s) niet
moesten worden meegenomen. De reactie van een werknemer van [F] B.V. was dat
daarover intern nog overlegd zou worden.
- Sinds onze controle zou de afvalstroom, die contant wordt afgerekend, niet meer geleverd worden.
Een korte tijd zou er helemaal niets zijn geleverd; zij zouden toen geleverd hebben aan een “buurman”
iets verderop.
- Momenteel zou, op enkele containers na, alles aan de fa. [L] in [Q] worden geleverd.
- Volgens dhr. [J] heeft de fa. [L] in [Q] een slechte naam: zij nemen het niet zo
nauw met de regels; er kan anoniem geleverd worden.
- Naar aanleiding van het boekenonderzoek had dhr. [A] zelf steeds contact met
dhr. [J].
- De situatie van leveringen, die contant worden afgerekend, bestaat al jaren; ook toen de beider ouders
de zaak bestuurden bij respectievelijk [G] B.V. en [F] B.V.
- Dhr. [A] heeft nog voorgesteld het afval in kleine containers van ongeveer 500 kg. te
leveren, zodat [G] B.V. de leveringen van [F] B.V. als “particulier” in de
boeken kon noteren; dhr. [J] zegt hier niet aan te willen meewerken.
- Volgens dhr. [J] worden de containers (ook van [G] B.V.) vervoerd door de
fa. [O] in [Z] zonder de vereiste begeleidingsbrieven te gebruiken; elke keer zou
dhr. [A] met zijn eigen auto meerijden naar de fa. [L] in [Q] om het geld te
innen.
- Dhr. [J] en de anderen waren blij dat zij even hun hart konden “luchten”, maar begrepen
wel dat wij niet konden ingaan op het reilen en zeilen bij [F] B.V.; wel vermoeden zij
dat het daar fiscaal niet “snor” zit.
- Zij waren blij dat wij als luisterend oor wilden fungeren.
Op 2 april 2008 is dhr. [J] door dhr. [D] gebeld met de vraag of hij ermee akkoord gaat dat zijn informatie, dat dhr. [A] zelf het geld contant inde, te noemen in een conceptrapport over [F] B.V.
Dhr. [J] is meegedeeld dat de informatie, dat nu geleverd wordt aan de fa. [L] in [Q], (nog) niet wordt gebruikt. Dhr. [J] gaat hiermee akkoord.”
2.8.
In gelijkluidende schriftelijke verklaringen van [M], directielid van[G] BV en van [N], controller van[G] BV, van 9 juli 2009 is het volgende opgenomen:
“Bij een onderzoek van de Belastingdienst Randmeren/kantoor Apeldoorn is in 2007 het volgende
gebleken:
- Door [F] B.V., [A-straat 1] in [Z] is er ijzer en overige metalen
geleverd aan [G] B.V.;
- Een deel van de leveringen werd per bank afgerekend en een deel contant;
- Een en ander blijkt uit de digitale weegbrug- en kasadministratie over de jaren vanaf 2001.
De weegbonnen, die werden geproduceerd, werden verzameld en gescheiden van de rest; de
weegbonnen gingen naar dhr. [J] zelf.
Hij zette, doorgaans maandelijks, de ontvangen goederen in een Excel-overzicht met vermelding van
gewicht, soort en prijs en totaal bedrag per regel.; ook het totaal te ontvangen bedrag van alle soor-
ten materiaal werd vermeld.
Dit overzicht werd in een aantal gevallen per fax naar [F] B.V. t.a.v. dhr. [A]
gefaxt; dhr; [A] vermeldde per regel wat op factuur moest worden afgerekend per
bank; de rest moest contant worden uitbetaald. Dit overzicht, met door dhr. [A] gemaakte
aantekeningen, werd weer naar [G] B.V. gefaxt t.a.v. dhr. [J].
Daarnaast gebeurde het dat een en nader niet per fax werd uitgewisseld, maar door dhr. [A]
persoonlijk op het kantoor van [G] B.V. werd aangegeven en uitgewisseld.
In een later stadium kwam dhr. [A], nadat de kasadministratie was bijgewerkt, het geld zelf
ophalen.
Uitbetaling vond plaats door dhr. [J], maar ook wel door dhr. [N] en ondergeteken-
de.
De heren [J] of dhr. [N] maakten in de digitale kasadministratie aantekening van de
uitbetaling.
Ik verklaar dat dhr. [A], directeur van [F] B.V., het contante geld zelf
ophaalde en dat hij niet om een bewijs van aflevering vroeg.
Ik verklaar dat ik meerdere keren het geld zelf aan hem heb overhandigd.”