Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBGEL:2013:4309

Rechtbank Gelderland
05-11-2013
05-11-2013
05/801126-13
Strafrecht
Eerste aanleg - meervoudig

Belediging; vrijheidsbeperkende maatregel. Bij een belediging die plaatsvindt in een telefoongesprek tussen twee personen waarbij een derde persoon wordt beledigd is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van “in tegenwoordigheid van de beledigde”. Veroordeling wegens bedreiging en belediging van een ambtenaar in functie tot 4 maanden gevangenisstraf en een vrijheidsbeperkende maatregel.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Promis II

Parketnummer : 05/801126-13

Datum zitting : 22 oktober 2013

Datum uitspraak : 5 november 2013

TEGENSPRAAK

Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van

de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland

tegen

naam : [verdachte]

geboren op : [1979] te [geboorteplaats]

thans gedetineerd in [verblijfplaats]

raadsman : mr. M.H.H Meulemeesters, advocaat te Utrecht.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 juni 2013 tot

en met 10 juli 2013 in de gemeente Zaltbommel en/of de gemeente Rotterdam

en/of de gemeente Nijmegen en/of Tiel (telkens) [beledigde 1]

(politieambtenaar) en/of [beledigde 2] (politieambtenaar) en/of meldkamer

medewerker(s) van 112 en/of [beledigde 3] (politieambtenaar) en/of [beledigde 4]

(politieambtenaar) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven

gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk

dreigend de woorden toegevoegd:

- op 18 juni 2013 via de voicemail van die [beledigde 2]: "kankerhoer, jullie gaan er

allemaal aan" en/of

- op 04 juli 2013 in een telefoongesprek met een meldkamer medewerker van

112: "als jullie die schadevergoeding willen dan wil ik wel die agent

(bedoeld wordt die [beledigde 1]) afmaken dat ik de schadevergoeding voor zijn

begraafplaats kan betalen" en/of

- op 09 juli 2013 in een telefoongesprek met een meldkamer medewerker van 112

"als jullie mijn broer schade aan brengen of wat dan ook kom ik daar een

politieagent neer knallen ter plekke" en/of "Maak [betrokkene]

slachtoffer en ik kom jullie afmaken een van jullie, ik meen het ik kom

vandaag nog langs, vuile flikker, en ik schiet er een kapot daar..." en/of

- op 10 juli 2013 in (een) telefoongesprek(ken) met (een) meldkamer

medewerker(s) van 112: "ik kom iemand afslachten daar" en/of "ik heb er schijt

aan om een moord te plegen..om naar de gevangenis te gaan..als jullie hem iets

aan doen, ik kom en verpletter jullie daar" en/of "ik ben doelloos en ik ben

op jacht naar [beledigde 1]..ik ga hem afslachten" en/of "misschien leef ik nog

straks, in ieder geval [beledigde 1] niet" en/of

- op 10 juli 2013 tijdens de autorit naar het politiebureau te Tiel met die

[beledigde 3] en/of die [beledigde 4]: "die domme kikkerkop moet dood" en/of "die

kikkerkop gaat er aan" en/of "ik sterf om mijn gelijk te halen en ik maak die

kikkerkop dood" (met kikkerkop wordt bedoeld [beledigde 1])" en/of "ik sleep

jullie er allemaal door heen...tot de dood, jullie allemaal" en/of "nu ga ik

jullie kapot maken...BAM",

althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking (waarvan die

[beledigde 1] (telkens) op de hoogte is gebracht);

2.

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 juni 2013 tot

en met 10 juli 2013 in de gemeente Zaltbommel en/of de gemeente Rotterdam

en/of de gemeente Nijmegen en/of Tiel (telkens) opzettelijk beledigend (een)

ambtena(a)r(en), te weten [beledigde 1] (politieambtenaar) en/of [beledigde 2]

(politieambtenaar) en/of meldkamer medewerker(s) van 112 en/of [beledigde 3]

(politieambtenaar) en/of [beledigde 4] (politieambtenaar) ter zake van de

rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in diens/dier

tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden:

- op 18 juni 2013 via de voicemail van die [beledigde 2]: "kankerhoer" en/of

"kankerlijers, bedriegers, bastaards, reptielen zijn jullie, vieze reptielen,

ik kom er aan jullie motherfuckers" en/of "ik lust jullie rauw flikkers"

en/of "als jullie alle vrouwen mijn eikel komen pijpen en zuigen en alle

mannen op mijn eikel komen zitten dan zal ik jullie het geld over maken oke,

schooier" en/of

- op 09 juli 2013 in een telefoongesprek met een meldkamer medewerker van 112

"vuile flikker" en/of

- op 10 juli 2013 in (een) telefoongesprek(ken) met (een) meldkamer

medewerker(s) van 112:"ik ga naar je moeders graf of naar je oma's graf en dan

pis ik er over heen" en/of "maar heb je hem er nog in gehad in je kont, vieze

Hollandse hoer" en/of "vieze vuile slet" en/of "als je schadevergoeding wil

moet je op mijn eikel komen zitten maar dat wil hij constant niet (bedoeld

wordt [beledigde 1])" en/of "flikkertje"en/of "sletje" en/of "hoerenzonen"

en/of

- op 10 juli 2013 tijdens de autorit naar het politiebureau te Tiel met die

[beledigde 3] en/of die [beledigde 4]: "jullie zijn een stelletje hufters en uitlokkers"

en/of "jullie zijn dom, acherlijke boeren, jullie zijn monsters" en/of "jullie

zijn ezels en jullie denken met je kontgat",

althans (telkens) woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking

(waarvan die [beledigde 1] (telkens) op de hoogte is gebracht);

3.

hij op of omstreeks 10 juli 2013 in de gemeente Zaltbommel en/of de gemeente

Rotterdam en/of de gemeente Nijmegen en/of Tiel (telkens) meldkamer

medewerker(s) van 112 en/of zijn/haar/hun dochter(s) en/of moeder(s), heeft

bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware

mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend de woorden

toegevoegd:

- op 10 juli 2013 in (een) telefoongesprek(ken) met een meldkamer medewerker

van 112:"volgens mij heb ik je moeder geneukt en ik haar de rekening nog niet

gegeven" en/of "geef even je moeder's nummer, kan ik haar een beurt geven in

haar anus en daarna mag ze het aflikken in haar mond en dan veeg ik het af aan

haar schaamhaar, jullie zijn hoerenzonen" en/of "ik ben gewoon bij je moeder,

en daarna ga ik bij je dochter langs en neem ik haar nog in de anus" en/of

"heb je nog een dochter van 2 of 3 of zo, ik wil d'r graag neuken" en/of "ik

zou graag jouw dochter van 3 of 2 of 1 in haar kont willen neuken en dan

gewoon met een plet in het hoofd vol met de, fijn stampen, zo met de voet, zo

plat",

althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking

en/of

hij op of omstreeks 10 juli 2013 in de gemeente Zaltbommel en/of de gemeente

Rotterdam en/of de gemeente Nijmegen en/of Tiel (telkens) opzettelijk

beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten meldkamer medewerker(s) van 112 ,

ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening en/of

zijn/haar/hun dochter(s) en/of moeder(s), in diens/dier tegenwoordigheid

mondeling heeft toegevoegd de woorden:

- op 10 juli 2013 in (een) telefoongesprek(ken) met (een) meldkamer

medewerker(s) van 112:"volgens mij heb ik je moeder geneukt en ik haar de

rekening nog niet gegeven" en/of "geef even je moeder's nummer, kan ik haar

een beurt geven in haar anus en daarna mag ze het aflikken in haar mond en dan

veeg ik het af aan haar schaamhaar, jullie zijn hoerenzonen" en/of "ik ben

gewoon bij je moeder, en daarna ga ik bij je dochter langs en neem ik haar nog

in de anus" en/of "heb je nog een dochter van 2 of 3 of zo, ik wil d'r graag

neuken" en/of "ik zou graag jouw dochter van 3 of 2 of 1 in haar kont willen

neuken en dan gewoon met een plet in het hoofd vol met de, fijn stampen, zo

met de voet, zo plat",

althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;

2 Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op 22 oktober 2013 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. M.H.H. Meulemeesters, advocaat te Utrecht.

Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd en is ter terechtzitting verschenen [beledigde 1].

Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd [beledigde 3] en [beledigde 4]. Namens hen is de heer [gemachtigde] ter zitting verschenen.

De officier van justitie, mr. H.G. Kuipers, heeft gerekwireerd.

Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.

3. De beslissing inzake het bewijs 1

Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

- het proces-verbaal van aangifte van [beledigde 1], p. 24 en 25;

- het proces-verbaal van aangifte van [beledigde 1], p. 28 en 29;

- het proces-verbaal van aangifte van [beledigde 3], p. 36 en 37;

- het proces-verbaal van aangifte van [beledigde 4], p. 39 tot en met 41;

- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 oktober 2013.

Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

- het proces-verbaal van aangifte van [beledigde 3], p. 36 en 37;

- het proces-verbaal van aangifte van [beledigde 4], p. 39 tot en met 41;

- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 oktober 2013.

De rechtbank overweegt het navolgende.

Uit de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen kan niet worden opgemaakt dat [beledigde 2] en de meldkamer medewerker(s) van 112 zich in hun eer of goede naam aangetast voelden. Voor [beledigde 2] bevat het dossier zelfs aanwijzingen dat hier geen sprake van is, nu in het proces-verbaal van bevindingen waarin de betreffende uitlatingen staan opgesomd tevens staat genoteerd dat [beledigde 2] geen aangifte van belediging wenste te doen. De rechtbank zal verdachte daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.

Artikel 266 Wetboek van Strafrecht luidt als volgt:

“Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt, hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding, aangedaan, wordt, als eenvoudige belediging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.”

Voor een veroordeling voor eenvoudige belediging is aldus vereist dat de belediging geschiedt op de volgende wijze:

  • -

    óf in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding;

  • -

    óf in tegenwoordigheid van de beledigde mondeling of door feitelijkheden.

Bij een belediging via de telefoon is er sprake van in tegenwoordigheid van de beledigde (vgl. Rb. Amsterdam 18 december 1913, NJ 1914, 246).

De belediging aan het adres van [beledigde 1] (genoemd in het derde gedachtestreepje) heeft echter plaatsgevonden via de telefoon in een telefoongesprek met een medewerker van de meldkamer van 112. Naar het oordeel van de rechtbank is in dat geval geen sprake van “in tegenwoordigheid van de beledigde”. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van dit onderdeel van de tenlastelegging.

Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde feit. De officier van justitie acht wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het subsidiair tenlastegelegde feit, met dien verstande dat niet bewezen kan worden geacht dat de uitlatingen van verdachte die betrekking hebben op de dochters van de meldkamermedewerker(s) een beledigende aard of strekking hebben, nu uit het dossier niet blijkt dat de desbetreffende meldkamermedewerker(s) dochters in de door verdachte genoemde leeftijd hebben.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde feit.

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank acht, in overeenstemming met de standpunten van de officier van justitie en de verdediging, niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde feit heeft begaan en zal verdachte daarvan vrijspreken.

Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde overweegt de rechtbank het navolgende. Uit de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen kan niet worden opgemaakt dat de meldkamer medewerker van 112 zich in zijn eer of goede naam aangetast voelde. De rechtbank zal verdachte daarom ook hiervan vrijspreken.

Conclusie

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:

1.

hij de periode van 18 juni 2013 tot en met 10 juli 2013 in de gemeente Rotterdam

(telkens) [beledigde 1] (politieambtenaar) en/of meldkamer medewerker(s) van 112 en/of [beledigde 3] (politieambtenaar) en/of [beledigde 4] (politieambtenaar) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend de woorden toegevoegd:

- op 04 juli 2013 in een telefoongesprek met een meldkamer medewerker van

112: "als jullie die schadevergoeding willen dan wil ik wel die agent

(bedoeld wordt die [beledigde 1]) afmaken dat ik de schadevergoeding voor zijn

begraafplaats kan betalen" en

- op 09 juli 2013 in een telefoongesprek met een meldkamer medewerker van 112

"als jullie mijn broer schade aan brengen of wat dan ook kom ik daar een

politieagent neer knallen ter plekke" en/of "Maak [betrokkene]

slachtoffer en ik kom jullie afmaken een van jullie, ik meen het ik kom

vandaag nog langs, vuile flikker, en ik schiet er een kapot daar..." en

- op 10 juli 2013 in (een) telefoongesprek(ken) met (een) meldkamer

medewerker(s) van 112: "ik kom iemand afslachten daar" en/of "ik heb er schijt

aan om een moord te plegen..om naar de gevangenis te gaan..als jullie hem iets

aan doen, ik kom en verpletter jullie daar" en/of "ik ben doelloos en ik ben

op jacht naar [beledigde 1]..ik ga hem afslachten" en/of "misschien leef ik nog

straks, in ieder geval [beledigde 1] niet" en

- op 10 juli 2013 tijdens de autorit naar het politiebureau te Tiel met die

[beledigde 3] en/of die [beledigde 4]: "die domme kikkerkop moet dood" en/of "die

kikkerkop gaat er aan" en/of "ik sterf om mijn gelijk te halen en ik maak die

kikkerkop dood" (met kikkerkop wordt bedoeld [beledigde 1])" en/of "ik sleep

jullie er allemaal door heen...tot de dood, jullie allemaal" en/of "nu ga ik

jullie kapot maken...BAM", (waarvan die [beledigde 1] (telkens) op de hoogte is gebracht);

2.

hij op 10 juli 2013 in de gemeente Rotterdam opzettelijk beledigend (een)

ambtena(a)r(en), te weten [beledigde 3] (politieambtenaar) en [beledigde 4] (politieambtenaar) ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in dier

tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden:

- op 10 juli 2013 tijdens de autorit naar het politiebureau te Tiel met die

[beledigde 3] en die [beledigde 4]: "jullie zijn een stelletje hufters en uitlokkers"

En "jullie zijn dom, achterlijke boeren, jullie zijn monsters" en "jullie

zijn ezels en jullie denken met je kontgat",

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.

4 De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

Ten aanzien van feit 1:

Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.

Ten aanzien van feit 2:

Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, meermalen gepleegd.

De feiten zijn strafbaar.

5 De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6 De motivering van de sanctie(s)

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht. Voorts heeft officier van justitie oplegging geëist van de vrijheidsbeperkende maatregel inhoudende dat verdachte gedurende een periode van twee jaar:

  • -

    zich niet zal bevinden binnen het grondgebied van de gemeente Zaltbommel;

  • -

    zich niet zal bevinden binnen de bebouwde kom van Hedel, gemeente Maasdriel;

  • -

    op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [beledigde 1] of diens gezin, tegen diens wil;

en dat 30 dagen hechtenis zal worden toegepast indien verdachte zich niet houdt aan een of meer van de opgelegde vrijheidsbeperkende maatregelen.

Voorts vordert de officier van justitie dat de vrijheidsbeperkende maatregelen dadelijk uitvoerbaar zijn.

De officier van justitie heeft hierbij overwogen dat weliswaar familieleden van verdachte woonachtig zijn in Zaltbommel, maar dat deze vrijheidsbeperkende maatregelen desondanks nodig is om het recidivegevaar in te perken mede gelet op het gegeven dat alle dreigementen in het verleden betrekking hebben op Zaltbommel.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat er ten aanzien van de feiten 1 en 2 sprake is van eendaadse samenloop. Voorts is door de verdediging verzocht rekening te houden met de achtergrond waartegen en de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en om die reden aan verdachte een lagere straf op te leggen dan door de officier van justitie is geëist. Ten aanzien van de vrijheid beperkende maatregel heeft de verdediging gevraagd rekening te houden met het feit dat verdachte’s familie in Zaltbommel woont.

Beoordeling door de rechtbank

Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:

- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;

- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:

 het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 2 oktober 2013; en

 een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, d.d. 28 augustus 2013, betreffende verdachte.

De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.

Verdachte heeft op meerdere momenten ernstige bedreigingen geuit richting een agent. Deze bedreigingen hebben niet alleen een grote impact gehad op het slachtoffer, maar ook op zijn gezin.

Verder heeft verdachte nog twee andere agenten ernstig bedreigd en beledigd.

De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat deze feiten zijn gepleegd tegen ambtenaren tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden.

Uit het aangehaalde uittreksel uit het algemeen documentatieregister blijkt voorts dat verdachte reeds eerder ter zake van bedreiging en belediging van ambtenaren is veroordeeld.

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat er ten aanzien van de feiten 1 en 2 sprake is van eendaadse samenloop. De rechtbank overweegt dat van samenloop slechts dan sprake is wanneer hetzelfde feit door de omstandigheden waaronder het wordt gepleegd of waarvan het vergezeld gaat tevens een ander strafbaar feit oplevert. Hier is sprake geweest van op zich staande bedreigingen en beledigingen. De rechtbank verwerpt daarmee het verweer van de raadsman.

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat voor de afdoening van de onderhavige zaak een gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden is. Deze straf is lager dan de straf die door de officier van justitie is geëist, omdat de rechtbank minder feiten bewezen acht dan de officier van justitie.

De rechtbank zal daarnaast ter voorkoming van strafbare feiten een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid, zoals geëist door de officier van justitie, opleggen. De rechtbank gaat daarmee voorbij aan de bezwaren van de verdediging tegen het locatieverbod voor het grondgebied van Zaltbommel, nu verdachte zelf woonachtig is in Rotterdam en alle dreigementen en beledigingen in verband staan met personen die werkzaam zijn in Zaltbommel.

De rechtbank is bovendien van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt. De rechtbank zal op die grond bevelen dat deze maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

Gelet op de duur van de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal de rechtbank de voorlopige hechtenis opheffen met ingang van de dag waarop deze straf gelijk is aan de duur van de reeds ondergane voorlopige hechtenis.

6a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partijen hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit.

Benadeelde partij [beledigde 1] vordert een bedrag van € 500,-. Benadeelde partijen [beledigde 3] en [beledigde 4] vorderen ieder een bedrag van € 150,-.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft verzocht de vorderingen van de benadeelde partijen tot betaling van het bedrag van € 500,- respectievelijk € 150,- toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag.

Het standpunt van de verdediging

Door de verdediging is verzocht de vorderingen af te wijzen dan wel niet-ontvankelijk te verklaren wegens gebrek aan opportuniteit.

Beoordeling door de rechtbank

Aan de benadeelde partijen is door het onder 1 bewezenverklaarde strafbare feit rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. Naar maatstaven van billijkheid wordt deze schade begroot op na te melden bedragen.

7 De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 36f, 38v, 38w, 57, 266, 267 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

8 De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:

Spreekt verdachte vrij van het onder 3 tenlastegelegde feit.

Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.

Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.

Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.

Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot

A. een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden.

Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 Sr dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.

Heft op het bevel voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van de opgelegde straf.

de maatregel dat de veroordeelde:

1. voor de duur van 2 (twee) jaren zich niet zal bevinden binnen het grondgebied van de gemeente Zaltbommel;

2. voor de duur van 2 (twee) jaren zich niet zal bevinden binnen de bebouwde kom van Hedel, gemeente Maasdriel;

3. voor de duur van 2 (twee) jaren op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [beledigde 1], wonende te [woonplaats 1], domicilie kiezende te [adres], of diens gezin, tegen diens wil.

Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 30 (dertig) dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.

Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.

Beveelt overeenkomstig het bepaalde in 38v Sr dat de opgelegde maatregel, dadelijk uitvoerbaar is.

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [beledigde 1].

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.

- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [beledigde 1], te betalen € 500,- (vijfhonderd euro).

- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.

Maatregel van schadevergoeding

- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [beledigde 1], te betalen € 500,- (vijfhonderd euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 10 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.

- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [beledigde 3].

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.

- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [beledigde 3], te betalen € 150,- (honderdvijftig euro).

- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.

Maatregel van schadevergoeding

- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [beledigde 3], te betalen € 150,- (honderdvijftig euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.

- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [beledigde 4].

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.

- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [beledigde 4], te betalen € 150,- (honderdvijftig euro).

- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.

Maatregel van schadevergoeding

- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [beledigde 4], te betalen € 150,- (honderdvijftig euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.

- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.

Aldus gewezen door:

mr. L.C.P. Goossens (voorzitter), mr. C. van Linschoten en mr. S. Brinkhoff, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. B.C.C. van den Bosch, griffier

en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 november 2013.

1 Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de regiopolitie Gelderland-Zuid, district De Waarden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL083R 2013067819, gesloten op 12 juli 2013 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.