In het taxatierapport van eiseres ziet de rechtbank geen aanleiding de handelswaarde van de auto op een lager bedrag vast te stellen dan € 17.986. Het taxatierapport is naar het oordeel van de rechtbank niet overeenkomstig de bepalingen van de wet tot stand gekomen. Op grond van artikel 10 van de Wet BPM vindt - zakelijk weergegeven - een vermindering van de belasting plaats die gelijk is aan de procentuele afschrijving van de catalogusprijs. Er kan een beroep worden gedaan op de tabel die is opgenomen in artikel 8, vijfde lid, van de Uitvoeringsregeling belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (hierna: de Uitvoeringsregeling). Indien daarvoor niet wordt gekozen, wordt een opgaaf gedaan van de gegevens die bij de aangifte zijn gebruikt voor het vaststellen van de afschrijving.
Op grond van artikel 8, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling bestaat deze opgaaf uit:
“a. een verwijzing naar een in de handel algemeen toegepaste koerslijst voor de inkoop van gebruikte motorrijtuigen door wederverkopers in Nederland (…)
of
b. het bij de aangifte gebruikte taxatierapport:
- dat is opgemaakt ten hoogste een maand vóór het tijdstip dat de belasting ingevolge artikel 1 van de wet is verschuldigd, in de staat waarin het motorrijtuig op dat tijdstip verkeert, door een onafhankelijke, erkende taxateur, waaruit inzichtelijk en gedetailleerd de waarde blijkt bij inkoop van het motorrijtuig door een wederverkoper in Nederland; en
- dat is voorzien van een verklaring van de taxateur dat de in het taxatierapport opgegeven waarde door hem naar waarheid is vastgesteld aan de hand van een gedegen fysieke opname van het motorrijtuig, onder vermelding van datum, begin- en eindtijd van deze fysieke opname en naam, adres en woonplaats van degene die de taxatie feitelijk heeft verricht. (…)”