Beschikking van 28 oktober 2015 van de kantonrechter
in de zaak van
[werkgever]
,
gevestigd te [plaats] ,
hierna te noemen werkgever,
gemachtigde: mr. H. Houwers,
tegen
[werknemer] ,
wonende te [plaats] (Duitsland),
hierna te noemen werknemer,
gemachtigde: mr. M.N. van Geenen.
1 De procedure
De werkgever heeft een verzoek ingediend om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. De werknemer heeft een verweerschrift ingediend.
2 De beoordeling
2.1
De werkgever heeft verzocht de arbeidsovereenkomst met de werknemer te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a van het Burgerlijk Wetboek (BW), onder toekenning aan de werknemer van de transitievergoeding.
Aan dit verzoek legt de werkgever ten grondslag dat sprake is van – kort gezegd – een verstoorde arbeidsverhouding, zodanig dat van haar in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Werkgever heeft voorts aangevoerd dat herplaatsing van de werknemer in een andere passende functie binnen een redelijke termijn niet mogelijk is, althans niet in de rede ligt.
2.2
De werknemer heeft verweer gevoerd tegen het verzoek en verzocht om toekenning van de transitievergoeding.
2.3
Er is sprake van een arbeidsovereenkomst met een werknemer die in Duitsland woonachtig is. Er is daarom sprake van een geschil met een internationaal karakter. Partijen hebben te kennen gegeven dat zij na het ontstaan van het geschil op basis van het bepaalde in artikel 23 van de Verordening (EU) 1215/2012 d.d. 12 november 2012 een forumkeuze zijn overeengekomen voor de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, zodat de kantonrechter bevoegd is van dit verzoek kennis te nemen.
2.4
Tussen partijen staat vast dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, zodanig dat van de werkgever niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Verder staat vast dat herplaatsing van de werknemer in een andere passende functie binnen een redelijke termijn niet mogelijk is, althans niet in de rede ligt.
Omdat aldus aan de voorwaarden voor opzegging van de arbeidsovereenkomst als genoemd in artikel 7:669 BW is voldaan en er geen opzegverboden als bedoeld in artikel 7:670 BW of met deze naar aard of strekking vergelijkbare opzegverboden in een ander wettelijk voorschrift gelden, zal het verzoek worden ingewilligd.
2.5
De arbeidsovereenkomst zal met toepassing van artikel 7:671b lid 8, onderdeel a, BW worden ontbonden met ingang van 1 februari 2016.
2.6
Voor toekenning van de transitievergoeding door de kantonrechter bestaat geen wettelijke grondslag. De eventuele verschuldigdheid van de transitievergoeding volgt uit de wet.
2.7
Gelet op de uitkomst van de zaak zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.
3 De beslissing
De kantonrechter:
3.1
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 februari 2016;
3.2
compenseert de kosten van de procedure in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.C.J.I.M. van Dorp en in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2015.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: