In opdracht van Achmea heeft de heer R.F.G. Frankfort technisch onderzoek gedaan naar de lift en het ongeval. Uit diens (ongedateerde) rapportage wordt het volgende geciteerd:
Verklaring van verzekerde/waarnemingen van de expert:
Ten aanzien van deze zaak heb ik van de heer H. Leenders (toevoeging rb: technisch coordiantor bij Boels) het volgende begrepen.
Boels beschikt over circa 440 plafondplatentilliften die via de eigen verhuurpunten worden verhuurd. Deze liften behoren nu ongeveer 3 jaar tot het verhuurassortiment. (…) De liften hebben binnen Boels een economische levensduur van 5 jaar. (…) De liften worden na terugkomst na een verhuurperiode visueel gecontroleerd door de medewerker van Boels op locatie. Daarnaast worden de liften jaarlijks aan een inspectie onderworpen door de technische dienst. Deze lift is op 13 mei 2013 voor het eerst verhuurd. Omdat deze lift nog geen 12 maanden oud is heeft deze nog geen inspectie ondergaan.
De klant krijgt de lift in transporthoedanigheid mee. Deze bestaat dan uit drie delen die op werklocatie in elkaar gezet kunnen worden. (…) De drie onderdelen kunnen zonder verder lastige handelingen in elkaar gezet worden.
(…)
Via de bediening van de slinger wordt de lier bediend. Via de lier wordt het opspandraad (staaldraad) opgerold en de lift omhoog bediend.
(foto)
Op de spoel waar het staaldraad wordt opgerold zijn aluminium schotjes aangebracht dat het draad gelijkmatig over een bepaalde breedte wordt verdeeld bij het oprollen. In de oranje verf van de stalen omhuizing van de spoel nam ik krassen waar ter hoogte van het middelste aluminium schot op de spoel. Dit duidt erop dat de stalen draad hier heeft klem gezeten. Van de heer Leenders begreep ik dat dit wel eens vaker voorkomt met de liften. Dit is ook een punt wat met de fabrikant besproken wordt als verbeterpunt.
In deze situatie is de aandrijfas door een afdraaimoment afgebroken. In de lier bevindt zich direct de vergrendeling. Door het afbreken van de aandrijfas is direct ook de vergrendeling kapot en werkt deze dus niet meer. Hierdoor komt dan ook de omhoog gedraaide mast met daarop de plaatdrager met de eventueel daarop gelegen plaat mee naar beneden. Door de klap die dan kan ontstaan kan de plaat van de plaatdrager vallen. De plaat wordt namelijk enkel ondersteund en niet specifiek vastgehouden door de plaatdrager.
Met betrekking tot de lier die in combinatie staat met de vergrendeling is eveneens een verbeterpunt die Boels met de fabrikant wil bespreken. Indien deze afzonderlijk in de lift zouden kunnen worden toegepast zal bij het afbreken van de as de mast niet naar beneden kunnen komen.
Verder komt het bij de 440 liften die Boels in de verhuur heeft circa 30 tot 40 maal per jaar voor dat de as afbreekt als gevolg van het afdraaimoment zoals in deze situatie. Door de as te vervangen bij de technische dienst wordt de lift weer gangbaar gemaakt. Het ontstaan van dit probleem heeft te maken met hoe de lift in de praktijk wordt gebruikt. Door overbelasting, of doordat de liften ook worden gebruikt om iets naar boven te hijsen terwijl deze enkel zijn ontworpen of in de markt gebracht voor het ophoog brengen van gipsplaten. De liften hebben een maximaal hijsvermogen van 68 kilo en een reikhoogte van maximaal 3,5 m.
(…)
Verder wees de heer Leenders mij op het feit dat het algemeen bekend is dat huurders minder nauwkeurig omgaan met gehuurd gereedschap dan eigen gereedschap. Daar waar mogelijk wordt in overleg met fabrikanten een zeer ruime marge aangehouden qua capaciteiten van de verhuurde machines. (…)”