2.2.
Op 28 januari 2004 heeft Rabobank [eiseres] een financieringsvoorstel gedaan, dat diezelfde dag werd aanvaard. Rabobank verstrekte [eiseres] een geldlening van € 330.000,00 en een rekening courant krediet van € 85.0000,00. Als zekerheden werden gesteld:
- een eerste recht van hypotheek van € 600.000,-- op het landbouwbedrijf en 3,5 ha grond
aan de [adres] , [adres] , en
- een pandrecht op de dieren, voorraden en inventaris die deel uit maakten/gingen maken
van het bedrijf.
Op de verstrekte financiering waren de Algemene voorwaarden voor zakelijke leningen van de Rabobankorganisatie 2001 en de Algemene voorwaarden voor rekening-courant van de Rabobankorganisatie 2001 van toepassing. Op de relatie met de bank zijn/waren de Algemene Bankvoorwaarden van toepassing.
De hypotheekrechten zijn bij notariële akte van 28 januari 2004 gevestigd en het pandrecht bij onderhandse akte van 26 januari 2004.
2.3.
Begin november 2012 heeft een herfinanciering van de onderneming plaatsgevonden. In het financieringsvoorstel van Rabobank, dat [eiseres] heeft geaccepteerd, is onder meer het volgende opgenomen:
Met de debiteur is het volgende investerings- en financieringsplan besproken voor:
Investering in onroerende zaken EUR 261.000,--
Aankoop van roerende zaken EUR 50.000,--
Overige kosten EUR 26.000,--
Herfinanciering over- en achterstanden EUR 239.000,--
Aflossen Rabobank EUR 415.000,--
Herfinancieren/aflossen/beëindigen Rabobank:
Geldlening van EUR 330.000,-- op leningnummer 3174.909.724
Krediet van EUR 85.000,-- op rekeningnummer NL29 RABO 0347 3432 44
Totaal bedrag investering en benodigde financiering EUR 991.000,--
Nieuwe financiering Rabobank EUR 991.000,--
De nieuwe financiering bestaat uit:
Geldlening van EUR 130.500,--
Geldlening van EUR 820.500,--
Krediet van EUR 40.000,--
Ten aanzien van de eerste geldlening (ten bedrage van € 130.500,00) geldt dat er een rente van 3,85% (voor drie jaar vast) over dat bedrag dient te worden betaald en een lineaire aflossing van € 906,00 per maand. Deze lening mocht uitsluitend worden gebruikt voor de financiering van de bouw van een overdekte rijhal.
Ten aanzien van de tweede geldlening (ten bedrage van € 820.500,00) geldt dat er een rente van 3,85% (voor drie jaar vast) over dat bedrag dient te worden betaald en een lineaire aflossing van € 2.735,00 per maand. Deze lening mocht uitsluitend worden gebruikt voor de financiering van de bouw van een overdekte rijhal en het aflossen van de debetstand op het rekening-courant krediet van € 85.000,00 en het aflossen van de geldlening van
€ 330.000,00.
Ten aanzien van het krediet, dat is verstrekt voor onbepaalde tijd, geldt een debetrente van 6,3%. Het krediet mocht uitsluitend worden gebruikt voor de financiering van de bedrijfs- of beroepsuitoefening van [eiseres] .
De volgende zekerheden zijn ten behoeve van Rabobank gesteld:
- een eerste recht van hypotheek van € 500.000,-- op het recht van erfpacht van enkele
percelen landbouwgrond/weiland met houtwal, gelegen aan of nabij de [adres] , [adres] , [adres] en [adres] te Laren (kadastraal bekend gemeente Lochem, sectie Z, nummers 184, 192, 193, 194 en 195),
- een tweede recht van hypotheek op een vrijstaande semi-bungalow met berging,
bijbehorende grond, ondergrond, erfinrichting en verdere onroerende zaken aan de [adres] te Laren (kadastraal bekend gemeente Laren-Verwolde, sectie P, nummer 691),
- een derde recht van hypotheek op de bedrijfsopstallen ten behoeve van een manege met
paardenstallen, buiten rijbak, nieuw te bouwen rijhal en nieuw te bouwen paardenstalling, minicamping inclusief voorzieningen, de bijbehorende grond, ondergrond, erf, erfinrichting, weiland en verdere onroerende aanhorigheden (kadastraal bekend gemeente Lochem, sectie P, nummers 175 en 176, gemeente Lochem, sectie Z, nummers 188 en 223, gemeente Laren-Verwolde, sectie P, nummers 599, 698, 705, 706, 708).
Op de hypotheekverlening(en) zijn mede van toepassing de Algemene voorwaarden voor hypotheken van de Rabobank 2009.
- een eerste pandrecht op alle huidige en toekomstige rechten/vorderingen al dan niet voortvloeiende uit huidige en toekomstige rechtsverhoudingen uit hoofde van het bedrijf of beroep van [eiseres] , met alle aan deze rechten/vorderingen verbonden rechten en zekerheden en terzake van die vorderingen de rechten uit verzekeringsovereenkomsten.
Op deze verpanding(en) zijn mede van toepassing de Algemene voorwaarden voor verpanding van de Rabobank 2008.
- een borgtocht afgegeven door de Staat der Nederlanden (het Ministerie van Economische
Zaken, Landbouw en Innovatie) in het kader van het Kaderbesluit EZ subsidies tot zekerheid voor de verplichtingen van de debiteur uit hoofde van een geldlening groot
€ 130.500,00, en
- een borgtocht door R.J. [eiseres] .
Tot slot is bepaald dat op elke nieuwe financieringsfaciliteit de Algemene voorwaarden bedrijfsfinancieringen van de Rabobank 2010 van toepassing zijn en dat op de relatie met de bank de Algemene Bankvoorwaarden zijn van toepassing.
De hypotheekrechten zijn bij notariële akte van 14 december 2012 gevestigd en de pandrechten bij onderhandse akte van 20 december 2014.
2.5.
In de Algemene voorwaarden bedrijfsfinancieringen van de Rabobank 2010 is onder meer het volgende verwoord:
Artikel 21
(…)
2 De bank kan met schriftelijke mededeling daarvan aan de debiteur en/of kredietnemer (een debetsaldo uit hoofde van) de financiering met onmiddellijke ingang opeisen in de volgende gevallen en/of vergelijkbare rechtsfeiten en/of omstandigheden naar buitenlands of internationaal recht:
a wanneer de debiteur en/of kredietnemer en/of de zekerheidgever en/of klantgroep naar het oordeel van de bank nalatig is in de (tijdige en/of behoorlijke) nakoming van of in strijd handelt met:
• een bepaling in de akte of een zekerheidsakte, daaronder begrepen de (algemene) voorwaarden die in die akte(n) van toepassing zijn verklaard;
• enige andere verplichting tegenover de bank;
• enige financiële verplichting tegenover een andere financier/derde;
(…)
j wanneer zich enige gebeurtenis, verandering of omstandigheid voordoet of voorzienbaar is, dat het zich zal kunnen voordoen, dat de debiteur en/of kredietnemer en/of de zekerheidgever tekort zal gaan schieten in de nakoming van enige verplichting van welke aard dan ook tegenover de bank;
k wanneer de debiteur en/of kredietnemer en/of zekerheidgever onjuiste informatie aan de bank heeft verstrekt of informatie achterwege heeft gelaten en dit van dien aard is, dat de bank de financiering niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben verstrekt of wil continueren;
(…)
m wanneer een (mede) tot zekerheid van de financiering verbonden goed wordt of dreigt te worden vervreemd (daaronder mede begrepen huurkoop), verhuurd, door welke oorzaak ook wordt of dreigt te worden beschadigd, geheel of ten dele tenietgaat of dreigt te gaan, wordt of dreigt te worden gekraakt, eindigt of dreigt te eindigen of als verloren moet worden beschouwd, zonder toestemming van de bank voor een ander doel wordt of dreigt te worden aangewend dan dat ten tijde van zekerheidsverlening of leeg komt te staan of staat, wordt of dreigt te worden onteigend, gevorderd of verbeurdverklaard of ten aanzien van dat goed een andere maatregel van bestuursdwang wordt of dreigt te worden opgelegd, of een retentierecht wordt of dreigt te worden uitgeoefend, alsmede - als het verbonden goed een vaar- of luchtvaartuig is - bij verandering van de classificatie, bij verandering van de nationaliteit, als er redenen zijn om aan te nemen, dat de teboekstelling van het vaar- of luchtvaartuig niet rechtsgeldig is geschied, de rechtsgeldigheid van de teboekstelling hiervan wordt betwist of blijkt van een gebrek daarin, bij abandonnement, alsmede - als het verbonden goed een appartementsrecht is - wanneer de vereniging van eigenaren voornemens is te besluiten tot wijziging van de akte van splitsing of van het reglement, tot sloop van het appartementsgebouw, tot opheffing van de splitsing, wanneer het lidmaatschapsrecht van de debiteur of kredietnemer of zekerheidgever
eindigt of dreigt te eindigen of wanneer aan de debiteur of kredietnemer of zekerheidgever het gebruik wordt of dreigt te worden ontnomen;
(…)
q wanneer naar het oordeel van de bank de bouw of verbouwing van de zaak ter financiering waarvan door de bank aan de debiteur en/of kredietnemer gelden zijn of worden verstrekt, wordt stopgezet, stagneert, of wanneer het bouwplan wordt gewijzigd, of de voor de bouw of verbouwing bestemde gelden voor andere doeleinden worden aangewend;
(…)
3 wanneer (een debetsaldo uit hoofde van) de financiering opeisbaar is of wordt opgeëist, is het door de debiteur en/of kredietnemer aan de bank verschuldigde uit hoofde van of samenhangende met de financiering terstond geheel verschuldigd aan de bank, zonder dat enige voorafgaande ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist.
2.9.
Rabobank heeft [eiseres] bij brief van 29 december 2014 onder meer het volgende bericht:
Financiële situatie
De lasten ten behoeve van de financiering welke is verstrekt door de bank kunnen niet worden
nagekomen. Dit blijkt onder meer door de bestaande ongeoorloofde overschrijding op de
rekening courant geadministreerd onder nummer NL29 RABO 0347 3432 44. De actuele
debetstand bedraagt EUR 72.103,15 per heden, de bestaande kredietlimiet bedraagt EUR
40.000,00. Dit is een onacceptabele situatie voor de bank.
Er is inmiddels sprake van een jarenlange verlieslatende exploitatie. Uit de tussentijdse cijfers
blijkt dat er ook in 2014 sprake is van een tekort. Tot op heden zijn tekorten opgevangen door
het op laten lopen van de crediteurenstand. Dit is een onhoudbare situatie.
Er is gestart met het bereiken van een crediteurenakkoord. Ter (gedeeltelijke) financiering van
dit crediteurenakkoord is een BBZ lening aangevraagd. Per mail d.d. 22 december jl. heb je
aangegeven dat deze lening niet wordt verstrekt.
Hoe verder?
De bank maakt zich ernstige zorgen om de (financiële) situatie binnen jouw bedrijf. Ik heb je
per mail d.d. 29 december gevraagd of er een achterliggend rapport is van de gemeente waaruit
de afwijzing blijkt. Deze ontvang ik graag voorafgaande aan onze (te maken) afspraak.
Graag ga ik met je in gesprek om de nabije toekomst te bespreken. (…)
Voorwaarden bank
De bank stelt de volgende voorwaarden om de bestaande financiering, vooralsnog, in stand te
houden. Deze voorwaarden bespreken wij graag tijdens de nog in te plannen afspraak.
1. De opbrengst uit verkoop van de aan de bank verpande zaken, waaronder begrepen de
paarden, mogen niet anders worden aangewend, dan tot mindering op het uitstaande bancaire obligo.
(…)
3. De bank wil dat er een externe adviseur, welke de bank convenieert, wordt aangetrokken. Deze adviseur zal duidelijkheid moeten geven omtrent de thans resterende opties ten aanzien van de toekomst van jouw onderneming.
4. De ongeoorloofde overschrijding op de rekening courant dient voor uiterlijk 1 februari 2015 algeheel te zijn ingelost.
5. De bank wenst voor uiterlijk 1 februari 2015 een rentabiliteitsprognose te ontvangen inclusief onderbouwing door een nog aan te stellen adviseur (zie 1).
6. De bank wenst voor uiterlijk 1 februari 2015 het taxatierapport van het woonhuis te ontvangen.
Overige afspraken
7. De rekening courant wordt tot nader order niet vrijgegeven en elke uitgaande betaling zal worden beoordeeld door de bank alvorens deze wordt geflatteerd. Wanneer betalingen gereed staan ontvangt de bank een mail met daarin een beschrijving van de betalingen.
8. Wellicht ten overvloede, omleiding en/of onttrekking van omzet via een niet bij de bank aangehouden rekening of op welke andere manier dan ook is voor de bank volstrekt onacceptabel.
9. De debetrente op de rekening courant wordt met ingang van heden verhoogd van 6,3% naar 7,3%. De overige tarieven blijven gehandhaafd.
10. De bank wenst op de hoogte te houden geworden van de ontwikkelingen binnen het bedrijf conform bestaande afspraak verzoek ik je mij tweewekelijks per mail van een update te voorzien.
11. Middels deze brief wijs ik je er nogmaals op dat de vordering op Agro Bouw verpand is
aan de bank. Eventuele vrij te komen gelden komen de bank toe en worden in mindering gebracht op de bestaande vordering welke de bank op jou heeft.
2.4.
Financieringsvoorstel
Duidelijk is dat op korte termijn een additionele financiering noodzakelijk is, op zijn minst voor de te hoge crediteurenstand en het inlopen van de overstand op de rekening courant.
Bancair is dit niet verantwoord in te vullen en een aanvraag voor een aanvullend Bbz krediet is in 2014 (terecht) afgewezen.
Verrassend genoeg is er voor deze onderneming wel een oplossing voor financiering denkbaar.
Als de activa en de activiteiten van de manege worden ondergebracht in een nieuw op te richten werkmaatschappij kan hiervoor een mede-investeerder worden gezocht.
In deze werkmaatschappij kan hiervoor een investeerder worden gevonden die reëel gesproken maximaal € 150.000 zal inbrengen voor 50% van de aandelen plus een achtergestelde lening van
€ 40.000.
Het oprichten van een werkmaatschappij is noodzakelijk om een investeerder bereid te kunnen vinden die bereid is hierin te investeren.
Dit kan alleen succesvol als alle partijen bereid zijn hieraan mee te werken.
De crediteuren
Deze zijn al akkoord met 10% van de vorderingen.
De preferente schuldeisers, de belastingdienst en Bbz
Ook deze zijn akkoord met het gebruikelijke dubbelde, dus 20%
De Rabobank, verlaging van de leningen met maar € 50.000 en een duidelijk lagere aflossing gedurende 3 jaar
De Rabobank moet bereid zijn haar pandrecht op de paarden alleen binnen de nieuwe werkmaatschappij te laten vallen. Hiervoor wordt een nieuwe Rekening Courant faciliteit gevraagd, ter aflossing van de bestaande RC in de huidige onderneming
Hilde [eiseres] en haar zusters moeten bereid zijn aan deze oplossing mee te werken
De 3 zussen zijn bereid gedurende 3 jaar voor een heel lage vergoeding de werkzaamheden te verrichten.
De investering van € 150.000 zal dan als volgt worden aangewend:
Crediteurenakkoord € 60.000
Aflossing Rabobank € 50.000 op één van de Hypothecaire leningen
Werkkapitaal € 40.000
2.14.
Bij brief van 22 mei 2015 heeft Rabobank [eiseres] bericht:
Recente ontwikkelingen
De bank verzond een brief d.d. 29 december 2014 met daarin een uiteenzetting van de situatie destijds. Aan de voorwaarden in de genoemde brief is gedeeltelijk voldaan. Inmiddels is de heer
Broer aangetrokken als adviseur en heeft de bank voorzien van een rapportage welke vervolgens is besproken.
Zoals reeds besproken is er tot op heden sprake van een ongeoorloofde overschrijding op de
rekening courant geadministreerd onder nummer NL29 RABO 0347 3432 44. De actuele debetstand bedraagt EUR 73.817,46 per heden, de bestaande kredietlimiet bedraagt EUR 40.000,00.
Gezien de recente ontwikkelingen gedoogd de bank -onder voorwaarden- een maximale overschrijding ad EUR 35.000,00 tot 1 augustus 2015 en blijft de bestaande door de bank verstrekte financiering gehandhaafd.
Voorwaarden bank
De bank stelt de volgende voorwaarden om de bestaande financiering, vooralsnog, in stand te houden.
1. De bank geeft tot 1 juli 2015 de tijd het crediteurenakkoord af te ronden. Om dit crediteurenakkoord te kunnen afronden wordt er gezocht naar een investeerder. Hierin worden jullie begeleid door [naam] . Daarnaast zijn jullie bezig met de verkoop van een aantal paarden.
De opbrengst uit verkoop van de aan de bank verpande zaken, waaronder begrepen de paarden, worden gestort op een nieuw te openen geblokkeerde rekening. Deze gelden mogen alleen worden gebruikt voor het afronden van het crediteurenakkoord.
Mocht het crediteurenakkoord geen doorgang vinden worden deze gelden in mindering gebracht op het uitstaande bancaire obligo. Graag ontvangen wij een crediteurenlijst uiterlijk 1 juli 2015.
In de bijlage sturen wij een overeenkomst voor een nieuw te openen rekening courant mee. Deze ontvangen wij juist ondertekend retour uiterlijk 2 juni 2015.
2. De bank wil dat [naam] betrokken blijft bij het bedrijf. Indien er een investeerder wordt gevonden zal worden bezien of [naam] betrokken dient te blijven.
3. U krijgt tot 1 juli 2015 de tijd om een investeerder te vinden voor het bedrijf, welke de bank convenieert.
4. Er dient een lijst van het aantal aanwezige paarden en van de paarden die worden verkocht met de daar bijhorende opbrengstwaarde per paard te worden aangeleverd, uiterlijk 2 juni 2015.
Overige afspraken
5. De tarieven blijven vooralsnog ongewijzigd.
Voor al het overige verwijs ik naar de eerder verzonden correspondentie. reeds gemaakte afspraken (genoemd in de door de bank verzonden brief d.d. 29-12-2014 onder de punten 7, 8, 10 en 11) blijven ongewijzigd en onverkort van kracht.
2.18.
Bij brief van 13 juli 2015 heeft Rabobank [eiseres] als volgt bericht:
Op 3 juli jl. spraken wij u en uw adviseur [naam] over de huidige situatie bij [bedrijf] .
(…) Hierbij bevestig ik hetgeen besproken is.
Wij bespraken dat de benodigde paardenverkoop zeer moeizaam verloopt en er tot op heden nog niet één paard is verkocht. De bank heeft nogmaals aangegeven dat zij zich grote zorgen maakt hierover, omdat de gelden hieruit benodigd zijn voor het crediteurenakkoord.
Daarnaast kwam naar voren dat BBZ nog niet akkoord is voor het crediteurenakkoord. Dit heeft
ons zeer verrast, omdat wij eerder door jullie waren geïnformeerd dat alle crediteuren al akkoord waren.
BBZ is een belangrijke crediteur en zonder deze heeft een crediteurenakkoord geen toegevoegde waarde. Wij spraken af dat hier op korte termijn duidelijkheid over dient te zijn, omdat anders een oplossing voor de benodigde financiële herstructurering onmogelijk is.
Tijdens het gesprek gaf [naam] aan niet in staat te zijn geweest een investeerder te vinden voor het bedrijf en hij verwacht deze ook niet meer te vinden.
Wel ziet hij mogelijkheden om twee investeerders te vinden die ieder EUR 50.000,00 gaan investeren in een 35-tal paarden. Als voorwaarden zullen deze investeerders eisen dat de bank haar financieringen continueert en dat het crediteurenakkoord rond is.
Omdat deze paarden bij [bedrijf] gestald blijven, blijven wij erop wijzen dat verkoop van minimaal 40 paarden voorrang moet blijven hebben, mede omdat dit de kosten drukt. Wel kan met deze oplossing op korte termijn tijd gewonnen worden.
U gaf aan dat u de rechtszaak tegen de aannemer Agro Bouw gewonnen heeft en dat daar op korte termijn EUR 43.000,00 van binnen komt. Wij hebben u aangegeven dat deze vordering verpand is aan de bank en dat deze gelden op een door ons geblokkeerde rekening dienen binnen te komen.
De gelden van de investeerders dienen ook op deze geblokkeerde rekening binnen te komen. De
totaal binnengekomen gelden zullen gebruikt worden voor de afronding van het crediteurenakkoord en daarnaast zal de overstand op het rekening courant krediet en de achterstand in de leningen worden aangezuiverd.
Wij gaan akkoord met een rentecompensatie van uw lopende RC met deze geblokkeerde rekening.
De volgende afspraken hebben wij gemaakt:
- De vordering op Agro Bouw groot EUR 43.000,00 zal worden gestort op de geblokkeerde rekening N191 RABO 0303 9388 51. Alternatieve aanwending van deze gelden zullen onherroepelijk leiden tot opzegging van de financiering;
- Voor 15 augustus 2015 dienen wij een bevestiging te krijgen van BBZ dat zij akkoord zijn met het crediteurenakkoord;
- Voor 15 augustus 2015 zal [naam] de bank informeren inzake het vinden van mogelijke investeerders.
De bank heeft aangegeven dat na 15 augustus 2015 de definitieve strategie zal worden bepaald
afhankelijk van de uitkomsten van de bovenstaande afspraken. Een crediteurenakkoord en het vinden van investeerders blijven cruciaal voor het voortbestaan van [bedrijf] .
Mocht de uitkomst hiervan negatief zijn, dan kan dit leiden tot een opzegging van de financiering.
Voor al het overige blijven de reeds gemaakte en bestaande afspraken van kracht. Hiervoor
verwijs ik u onder meer naar de door de bank verzonden brief d.d. 22 mei 2015.
2.21.
Rabobank heeft bij brief van 27 augustus 2015 gericht aan [eiseres] alle
financieringen opgezegd en daar het volgende aan ten grondslag gelegd:
[bedrijf] bevindt zich, zoals u weet al geruime tijd in financiële problemen en staat reeds jaren onder toezicht van Bijzonder Beheer van Rabobank Rijssen-Enter.
Al geruime tijd komt u uw financiële verplichtingen jegens onze bank niet na.
- Uw lening 3473.928.151 vertoont per vandaag een achterstand van Eur. 10.940,00 aan aflossing;
- Uw lening 3473 .928.089 vertoont per vandaag een achterstand van Eur. 3.624,00 aan aflossing;
- Uw lening 3174.920.159 vertoont per vandaag een achterstand van Eur. 2.224,00 aan aflossing;
- Uw rekening-courant vertoont al geruime tijd een ongeoorloofde overstand per heden groot
Eur. 25.867,00.
Wij hebben op 22 mei 2015 een brief gestuurd en u daarin aangegeven dat er sprake is van een
ongeoorloofde overstand en u de tijd te geven tot 1-8-2015 om deze aan te zuiveren. U hebt hieraan nog niet voldaan.
Daarnaast worden maandelijks nota’s aan u verzonden inzake de aflossingen op uw leningen.
Deze nota’s worden door u niet betaald. Hierdoor zijn bovengenoemde achterstanden ontstaan.
De bank heeft ernstige twijfels bij het continuiteitsperspectief van uw onderneming. Reeds lange tijd zijn wij met u in gesprek over de levensvatbaarheid van het bedrijf. Doordat al jaren forse verliezen zijn geleden, is er sinds geruime tijd sprake van een negatieve cashflow. De financiële verplichtingen aan onze bank kunnen hierdoor al geruime tijd niet meer worden nagekomen.
Diverse oorzaken liggen aan bovengenoemde problematiek ten grondslag waaronder, problemen met leveranciers, uitloop en vertraging van bouwwerkzaamheden, forse juridische kosten en onvoldoende omzet. Daarbij zijn uw kwaliteiten op de vakgerichte bekwaamheid goed te noemen. De bank heeft echter gerede twijfels bij het door u gevoerde financiële management en de wijze waarop u de organisatie bestuurd. Dit heeft u zelf ook onderkend. Daarom is door u begin dit jaar een extern adviseur aangetrokken. Deze adviseur heeft op basis van eigen onderzoek dezelfde conclusies getrokken.
De bevindingen van uw adviseur zijn verwoord in een rapportage d.d. 26-3-2015. Tevens staan hierin een aantal aanbevelingen opgenomen om tot een verbetering van bovengenoemde situatie te komen, waaronder i) het vinden van een investeerder, ii) de verkoop van minimaal 20 paarden voor 1-7-2015 en iii) het afwikkelen van het aanwezige crediteurenakkoord (in de omvang van Eur. 57.000,-) voor 1-7-2015. De bank heeft u op basis van deze aanbevelingen in een schrijven d.d. 22-5-2015, de tijd gegeven om voor 1-7-2015 tot een crediteurenakkoord te komen, waarvoor de verkoopopbrengsten van de paarden/inbreng van investeerders gebruikt zouden worden.
Tevens zou hieruit de overstand en achterstand moeten worden voldaan. Doelstelling was om te
komen tot een gezonde balansverhouding en crediteurenpositie, op basis waarvan de bancaire
financiering zou kunnen worden gestructureerd. Onderstaand volgt per aanbeveling een korte opsomming van onze constateringen in de voortgang.
i) Investeerder; de afgelopen maanden heeft uw adviseur met een drietal investeerders gesprekken gevoerd, teneinde de mogelijkheden van een kapitaalsinjectie te onderzoeken. Helaas heeft dit tot niets geleid. Als alternatief is gepoogd om een tweetal investeerders te vinden die ieder Eur. 50.000,- zouden investeren, met als onderzetting een 35-tal paarden. Tot nu toe is er volgens uw adviseur maar 1 investeerder bereid gevonden om deel te nemen aan deze opzet. De bank constateert daarom dat hierin onvoldoende voortgang is behaald.
ii) Verkoop paarden; uw onderneming beschikt over meer paarden dan noodzakelijk is voor een
normale exploitatie van de manage. De bank is reeds geruime tijd met u in gesprek over de verkoop van een 40-tal paarden. De gelden hieruit zouden gebruikt worden om te kunnen voldoen aan een crediteurenakkoord. Tevens zou hiermee de overstand op de rekening courant worden ingelopen. De verkoop van paarden is ook als één van de aanbevelingen in bovengenoemde rapportage opgenomen.
De bank heeft in diverse communicatiestukken (w.o. een email van 12-6-2015 en brief d.d. 13-7-2015) haar zorg geuit over het tempo van de voortgang inzake de verkoop van deze paarden. Tevens is hierin benadrukt dat dit prioriteit dient te hebben. U bent immers al een jaar bezig met de verkoop, echtere zonder enig significant resultaat.
De bank constateert per heden dat twee paarden zijn verkocht. De totale opbrengst hiervan bedraagt Eur. 9.000,- en is na aandringen van onze zijde gestort op uw rekening bij onze bank. Neemt niet weg dat dit verkoopaantal ver onder de doelstelling ligt. Daarnaast is de verkoopopbrengst volstrekt ontoereikend om de eerder genoemde betalingsachterstand te kunnen voldoen, laat staan om een crediteurenakkoord mee te financieren. De bank constateert daarom dat ook hier onvoldoende voortgang is behaald.
iii) Crediteurenakkoord; u gaf in eerdere gesprekken aan een crediteurenakkoord te hebben bereikt met alle crediteuren. Ook in de rapportage van uw adviseur is aangegeven dat alle crediteuren akkoord zijn, waaronder de belastingdienst en de verstrekker van de BBZ financiering.
In ons gesprek van 3-7-2015 gaf u aan dat de verstrekker van de BBZ financiering als één van de belangrijke crediteuren nooit akkoord is gegaan met het akkoord. In een later telefonisch onderhoud en een opvolgende persoonlijk onderhoud met vertegenwoordigers vanuit de bank, gaf uw adviseur aan dat er naast de BBZ ook nog geen akkoord was met de fiscus en de andere crediteuren. De bank constateert hieruit dat er nooit een crediteurenakkoord heeft bestaan. De bank is hierdoor zeer verrast. Ook uw adviseur heeft in het persoonlijke onderhoud aangegeven niet op de hoogte te zijn van het feit dat er nog geen crediteurenakkoord was bereikt.
Wij hebben u daarop nog een keer uitstel verleend tot 15-8-2015, waarbij wij wederom moeten
constateren dat er nog steeds geen crediteurenakkoord is.
U heeft de bank nooit uit eigen beweging geïnformeerd over de daadwerkelijke status van het
crediteurenakkoord. In een tweetal gesprekken d.d. 8-4-2015 en 5-6-2015 met vertegenwoordigers van de bank is het crediteurenakkoord ter sprake gekomen en heeft u hierover niet aangegeven dat er geen akkoord was. Uitgangspunt in alle gesprekken met u en/of uw adviseur was dat dit crediteurenakkoord reeds afgerond aanwezig was. Met deze handelswijze heeft u het vertrouwen van de bank ernstig geschaad.
Betaalstromen; op 12-8-2015 heeft de bank met u contact opgenomen over het feit dat er al geruime tijd een deel van de bedrijfsomzet (o.a. lesgeld en kampgeld) via uw privé rekening loopt en dat dat voor de bank onacceptabel is. Daarnaast zijn de opbrengsten van de 2 paarden pas na aandringen van ons op de geblokkeerde zakelijke rekening gestort. De reden dat u daarvoor aanvoert (een geblokkeerde pas) is onjuist.
Het stelselmatig met nakomen van gemaakte afspraken (w.o. te late aanlevering van voorraden
crediteurenlijsten, zie de mail d.d. 12-6-2015, verkoop paarden, niet betalen aflosnota’s) en het niet correct informeren van de bank inzake de status van het crediteurenakkoord, heeft het vertrouwen van de bank in u ernstig geschaad. Daarnaast heeft de bank onvoldoende vertrouwen in het continuïteitsperspectief van uw onderneming. Tevens heeft de bank onvoldoende vertrouwen in het op korte termijn inlopen van de overstand, de achterstand en het terugdringen van de crediteurendruk. Uw bedrijfsresultaten zijn onvoldoende toereikend om dit te kunnen bewerkstelligen.
Op grond van het bovenstaande zeg ik dan ook de verstrekte financiering op met een opzegtermijn van 4 maanden en sommeer ik u om uiterlijk op 31 december 2015 aan onze bank te voldoen al hetgeen zij op dat moment van u te vorderen zal hebben.
Een specificatie van de te betalen bedragen vindt u in de bijlage bij deze brief. Het totaal door u
te betalen bedrag bedraagt per vandaag Eur. 964.400,23.
Mocht u aan deze sommatie geen of geen tijdig gevolg geven, dan zal zo nodig tot uitwinning van de zekerheden worden overgegaan. Dit zal name betekenen dat overgegaan wordt tot een gedwongen verkoop van de roerende en onroerende zaken aan de [adres] te Laren (Gld).
Wij overleggen echter graag met u over de mogelijkheden om gedwongen uitwinning van zekerheden te voorkomen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een herfinanciering door een andere bank, of aan afspraken over onderhandse verkoop van de gestelde zekerheden. Wij nemen binnenkort contact met u op voor het maken van een afspraak. Lukt het niet om afspraken te maken, of worden deze afspraken niet nagekomen, dan zal alsnog tot uitwinning van de zekerheden worden overgegaan.
Daarbij gelden in ieder geval de volgende voorwaarden: (…).
Volgens de bijlage bij die brief bedraagt de schuld van [eiseres] aan Rabobank € 964.400,23.
2.22.
Bij brief van 3 september 2015 heeft Rabobank [eiseres] onder meer bericht:
In navolging van de opzegging d.d. 27 augustus 2015 en de daarover gevoerde bespreking op
1 september jl., spraken wij u en uw adviseur [naam] . (…)
Tijdens deze bespreking, gaf u aan dat er meerdere paarden zijn verkocht te weten:
14 paarden voor een bedrag van Eur. 50.000,-
2 paarden voor een bedrag van Eur. 9.000,- (de gelden staan bij de Rabo gestald)
9 paarden voor een bedrag van Eur. 14.400,- (mondelinge overeenkomst)
In totaal Eur. 73.400,-
Inzake de transactie van de bovengenoemde 14 paarden met een transactiewaarde van Eur. 50.000,- heeft u ons mondeling mede gedeeld dat hiervan een bedrag groot Eur. 26.000,- is verrekend met een openstaande crediteurvordering.
U gaf aan dat de verkoopopbrengsten uit 2 van de bovengenoemde transacties zijn gestort of worden gestort op een derden gelden rekening van uw advocaat. De bank wijst u erop dat de paarden aan de bank zijn verpand. Deze zekerheid is onderdeel van de aan u verstrekte financiering, getuige de door u geaccepteerde offerte d.d. 28 januari 2004. Bijgesloten is de betreffende pandakte en de bijbehorende algemene voorwaarden voor verpanding van de Rabobank organisatie 1998.
De bank wijst in het bijzonder op artikel 4 van algemene voorwaarden voor verpanding van de
Rabobank organisatie 1998.
Artikel 4
Indien tussen de bank en de debiteur geen rechtsverhouding bestaat waaruit schulden jegens de
bonk zijn en/of kunnen ontstaan, eindigt het pandrecht. Afstanddoening van het pandrecht door
de bank kan slechts blijken uit een schriftelijke verklaring van de bank jegens de pandgever,
inhoudende dat het pandrecht is geëindigd.
Er is sinds acceptatie van de betreffende offerte en de bijbehorende pandakte en daarmee de acceptatie van de algemene voorwaarden van de Rabobank organisatie 1998, geen sprake van een schuldvrije positie jegens de bank. Derhalve heeft zich een continue rechtsverhouding uit hoofde van schuldpositie jegens de bank voorgedaan. Eveneens is er geen sprake van afstandsdoening van het pandrecht. De bank stelt zich derhalve op het standpunt dat dit pandrecht intact is.
De bank heeft u meerdere malen ingelicht van de verpanding van de paarden aan de bank, blijkens uit het volgende:
In de brieven d.d. 29 december 2014 en 22 mei 2015 bent u er nogmaals op gewezen dat de paarden aan de bank zijn verpand.
De bank constateert op basis van uw mondelinge toelichtingen in het gesprek dat er paarden zijn verkocht.
De bank constateert tevens dat hierbij wordt afgeweken van de voorwaarden tot verkoop zoals onder andere is gesteld in de opzeggingsbrief d.d. 27 augustus 2015.
De bank kan op basis van de door u aangeleverde informatie niet beoordelen of de verkoopopbrengsten uit de bovengenoemde transacties in verhouding staan tot de waarde van het onderpand.
De bank concludeert dat de inkomende gelden uit deze verkoop van de paarden bij een derde partij zijn of worden gestald. De bank constateert dat een aanzienlijk deel van deze gelden niet zijn of zullen worden ontvangen ten gunste van uw rekening bij onze bank.
De bank constateert dat er een crediteurenafspraak is gemaakt waarbij een aanzienlijk deel van de te ontvangen gelden uit hoofde van verkoop van paarden, is verrekend met een uitstaande crediteurenvordering. De bank heeft en zal hiervoor geen toestemming geven.
Deze gang van zaken is voor de bank niet acceptabel.
Kort en goed: zeker vanaf nu is het zonder de bank daarin te kennen verkopen van paarden, waarbij de opbrengst niet wordt voldaan op de door u bij onze bank aangehouden rekening, uit den boze!
Derhalve eisen wij dat:
- Bovengenoemde crediteuren afspraak ongedaan wordt gemaakt.
- Dat de verkoop van paarden alsnog verloopt via de NTAB, conform genoemde voorwaarden in de opzeggingsbrief d.d. 27 augustus 2015.
- Dat bovengenoemde transacties tevens worden afgehandeld via de NTAB.
- Dat inkomende geldstromen uit verkooptransacties via uw zakelijke rekeningen bij onze bank verlopen.
- Op basis van de beoordeling van NTAB van bovengenoemde transacties waarbij verkoopopbrengst wordt getoetst aan onderpandswaarde en transactievoorwaarden, zal de bank vrijgave van het pandrecht op de betreffende paarden overwegen.
De bank stelt u nu reeds aansprakelijk voor de geleden en toekomstige schade.
De NTAB zal op korte termijn contact met u opnemen.