2.1.
Eisers zijn allen in dienst geweest van (de rechtsvoorgangster van) NXP.
[eiser sub 1], geboren op 19 juni 1952, is op 1 juni 1989 bij NXP in dienst getreden [eiser sub 2], geboren op 6 juni 1952, is op 1 maart 1979 bij NXP in dienst getreden [eiser sub 3], geboren op 9 mei 1950, is op 5 maart 1973 bij NXP in dienst getreden
[eiser sub 4], geboren op 30 december 1951, is op 1 oktober 1976 bij NXP in dienst getreden [eiser sub 5 / gedaagde in reconventie], geboren op 2 juni 1951, is op 1 augustus 1980 bij NXP in dienst getreden [eiser sub 6], geboren op 8 augustus 1951, is op 1 september 2007 bij NXP in dienst getreden.
2.3.
De arbeidsovereenkomsten met [eisende partij] zijn, op grond van bedrijfseconomische redenen, met toestemming van het UWV, per 1 april 2014 opgezegd. [eiser sub 6] heeft per 1 februari 2014 ander werk gevonden. Zijn arbeidsovereenkomst is met wederzijds goedvinden beëindigd per die datum.
2.4.
Van toepassing is het Sociaal Plan 2010 NXP Semiconductors Nederland (verder: het sociaal plan). In het sociaal plan, dat zowel door NXP als door FNV Bondgenoten, CNV Bedrijvenbond, De Unie en VHP2 is ondertekend, is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
i. Salaris
Het bruto loon per maand, inclusief vakantiegeld, dertiende maanduitkering, ploegentoeslag en vaste bijzondere urentoeslag;
(... )
Artikel 6 Vergoeding bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst Opzegging door werkgever
1. Indien de arbeidsO\ ereenkomst van de mede\\ erker door \\ erkge, er ,, ordt beëindigd. heeft de medewerker aanspraak op een vergoed ing. Deze vergoeding \,ordt vastgesteld op basis van de kantonrechtersformule (KRF). zoals deze geldt op het moment \\aarop de arbeidsovereenkomst eindigt. De in deze formule gehanteerde correctiefactor C bedraagt 1.
Opzegging door medewerker
2. Indien de arbeidsovereenkomst van de aangezegd medewerker - na het verstrijken van de boventalligheidsdatum - eindigt op initiatief van de medewerker, door middel van(... ) een door \\erkgever en mede\\erker op te stellen beëindigingsovereenkomst. heeft de mede\\erker aanspraak op een vergoeding. Deze vergoeding wordt vastgesteld op basis van de kantonrechtersformule (KRF). zoals deze geldt op het moment waarop de arbeidsovereenkomst eindigt. De in deze formule gehanteerde correctiefactor C bedraagt 1. (... )
4. Indien de berekening van de vergoeding op basis van de kantonrechtersformule (... ) meer bedraagt dan het salaris over de periode vanaf en met inbegrip van de eerste dag na afloop van de arbeidsovereenkomst en de dag waarop de arbeidsovereenkomst geëindigd zou zijn als gevolg van het bereiken van de uittredingsrichtdatum conform de door NXP met PME overeengekomen pensioenregeling, wordt de vergoeding vastgesteld op laatstbedoeld bedrag.
Voor medewerkers geboren in 1950, 1951 of 1952 geldt, indien zij aanspraak hebben op de TOPSUM(VEOP)-regeling van PME. als uittredingsrichtdatum de eerste van de maand waarin de desbetreffende medewerker de leeftijd van 62 jaar bereikt.
Indien en voor zover de medewerker, geboren in 1950, 1951 of 192, aantoont geen aanspraken te kunnen ontlenen aan de VEOP-regeling, wordt als uittredingsrichtdatum gehanteerd, de eerste dag van de maand waarin de medewerker alsnog kan pensioneren onder dezelfde voorwaarden als op 62 jaar, als ware bij het bereiken van de leeftijd van 62jaar de VEOP-regeling wel van toepassing geweest."
2.5.
De in artikel 6 lid 4 eerste volzin van het sociaal plan bedoelde uittredingsrichtdatum is, overeenkomstig de door NXP met PME overeengekomen pensioenregeling, 65 jaar.
2.7.
[eiser sub 1] heeft bij zijn uitdiensttreding op I april 2014 een vergoeding van
€ 9.716,00 bruto (zijnde twee maandsalarissen) ontvangen in verband met het bereiken van de leeftijd van 62jaar in juni 2014. [eiser sub 2] heeft bij zijn uitdiensttreding een vergoeding van€ 6.051,00 bruto (zijnde twee maandsalarissen) ontvangen, omdat ook hij in juni 2014 62 jaar oud is geworden.
[eiser sub 3], [eiser sub 4], [eiser sub 5 / gedaagde in reconventie] en [eiser sub 6] waren op I april 2014 reeds 62 jaar oud en hebben bij uitdiensttreding geen vergoeding ontvangen.
2.8.
In de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid (verder: de WGBLA) is, voor zover van belang, het volgende bepaald:
"Artikel 1
In deze wet wordt verstaan onder:
-
onderscheid: direct en indirect onderscheid, alsmede de opdracht daartoe;
-
direct onderscheid: indien een persoon op grond van leeftijd op een andere wijze wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie wordt, is of zou worden behandeld;
-
indirect onderscheid: (... )
Artikel 3
Onderscheid is verboden bij:
(... )
het aangaan en het beëindigen \ an een arbeids, erhouding:
1. Het ,erbod van onderscheid geldt niet indien het onderscheid :
(...)
c. anderszins objectief gerechtvaardigd is door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken \ an dat doel
passend en noodzakelijk zij n.
(...)
Artikel 13
Bedingen in strijd met deze wet zijn nietig·.'
2.9.
[eiser sub 5 / gedaagde in reconventie] heeft, na zijn uitdiensttreding, over de maand april 2014 abusievelijk nog salaris en een onkostenvergoeding ontvangen. Het betreft een salaris van€ 3.312,78 bruto en een vergoeding voor woon/werk-verkeer ad€ 140,00 netto.