Gelet op hetgeen in 4.5 is overwogen, wordt bij de beoordeling van deze zaak niet toegekomen aan de vraag of sprake is van opzet tot misleiden aan de zijde van [eiser] . Ten overvloede, wordt hierover het volgende nog opgemerkt.
Volgens Achmea bestaat de opzet tot misleiding door [eiser] uit wisselende/onwaarachtige verklaringen over de wasmachine, de matrassen en een keukenla met zich daarin bevindende aankoopbonnen die door de brand verloren zouden zijn gegaan.
Uit de schade opstelling van de eigen expert van Achmea (Crawford) blijkt echter dat deze eigen expert met betrekking tot de wasmachine en de matrassen bedragen heeft vastgesteld die overeenkomen met het standpunt van Achmea dat het een oude wasmachine betreft en is slechts voor twee matrassen een vergoeding is opgenomen. Zo er al sprake is van onjuiste verklaringen zijdens [eiser] (hetgeen niet per definitie betekent dat [eiser] de bedoeling had opzettelijk te misleiden), dan heeft dit niet geleid tot een te hoge uitkering.
Dat neemt niet weg dat de kantonrechter het belang van verzekeraars om fraude tegen te gaan onderschrijft en dat dit onder omstandigheden dient te leiden tot gehele afwijzing van de vordering. In onderhavige procedure heeft Achmea echter onvoldoende onderbouwd dat sprake zou zijn van de opzet tot misleiden, en aldus fraude, aan de zijde van [eiser] . Zo kent Achmea veel gewicht toe aan de verklaring die [eiser] zou hebben afgelegd dat de wasmachine afkomstig uit 2013. Achmea heeft daarbij verwezen naar het e-mailbericht van 19 februari 2016 en aangevoerd dat het noemen van 2013 zonder meer uit dit e-mailbericht blijkt. Dit e-mailbericht is echter afkomstig van Troostwijk en niet van [eiser] zelf, zodat dit e-mailbericht reeds daarom niet kan dienen als onderbouwing van die stelling. Weliswaar heeft [eiser] verder wel enigszins wisselende verklaringen afgelegd met betrekking tot de wasmachine, maar dit is onvoldoende om te concluderen dat hij daarmee de opzet heeft gehad om Achmea te misleiden.
Met betrekking tot de matrassen wordt overwogen dat het [eiser] vrij staat deze te claimen indien hij meent dat deze zijn aangetast door de brand. Het staat Achmea vervolgens vrij de claim af te wijzen indien zij van oordeel is dat deze niet voor vergoeding in aanmerking komen. En grondslag voor het oordeel dat sprake is van fraude kan hierin niet gevonden worden. Ook niet in de omstandigheid dat drie matrassen niet op de afvoerlijst van Polygon vermeld staan nu niet duidelijk is wat daarvan de oorzaak is. Ook de verklaring zijdens Polygon dat bij de brand geen keukenla is verbrand, duidt niet op onwaarachtige verklaringen zijdens [eiser] . Niet is gebleken dat [eiser] heeft verklaard dat een keukenla is verbrand. [eiser] heeft enkel verklaard dat de bonnen die in de keukenla lagen, door de brand verloren zijn gegaan. Dit kan evenwel ook betekenen dat die bonnen, bijvoorbeeld tijdens het opruimen en schoonmaken na de brand, zijn weggegooid.