[eiseres] heeft deze norm als volgt geconcretiseerd. Van den Berg heeft het bedrijf van [eiseres] slechts tweemaal bezocht voor onderzoek in de kas, op 16 september 2014 en op 22 november 2014. Op 16 september heeft Van den Berg het doseerapparaat bekeken en gezien dat de uitval in alle afdelingen tegelijk plaatsvond. Dat maakte dat veel oorzaken afvielen en daarmee onderzoek eenvoudiger werd of zelfs overbodig. Op dat moment wist Van den Berg dat het een eenmalige oorzaak betrof. [eiseres] heeft Achmea volledig over de schadeoorzaak geïnformeerd. Op 10 oktober 2014 heeft Van den Berg aan Van Gaalen, de assurantietussenpersoon van [eiseres], bericht dat het rapport gereed was en dat hij spoedig zou horen. In oktober heeft Achmea niets met de zaak gedaan. Bij tussenrapport van 29 oktober 2014 heeft Achmea (in de persoon van Schrijver) aan de schadeafdeling opdracht gegeven om eerst de dekkingsvraag te beantwoorden om verkeerde verwachtingen en misverstanden bij verzekerde te voorkomen. Dat is een maand nadat het rapport van Van den Berg op 28 september 2014 uitgeprint en gereed was.
Groenewegen heeft Van den Berg niet geïnstrueerd om onderzoek te doen naar de toedracht van de schade, en al helemaal niet om te onderzoeken of [eiseres] aan zijn beredderingsplicht zou hebben voldaan. Vanaf de start van de schadebehandeling was het duidelijk dat de dekkingsvraag zou worden getoetst aan artikel 2.7.3 en niet aan artikel 2.7.2 sub a tot en met d Bijzondere Voorwaarden gewassenverzekering.
Ten onrechte verwijst Achmea naar een bezoek van 7 november 2014. Toen heeft Van den Berg onaangekondigd met [bedrijfleider] (bedrijfsleider) gesproken en afgesproken dat Van den Berg per email zou opgeven welke gegevens hij wilde hebben. Hieraan heeft Van den Berg geen uitvoering gegeven. Daarom heeft [eiseres] zelf per email van 11 november aan Van den Berg gevraagd om zo spoedig mogelijk op te geven welke informatie nodig is en welke vragen nog beantwoord moeten worden. Tegelijk heeft hij om een exemplaar van het door Van den Berg opgestelde schaderapport gevraagd.
Op 22 november 2014 is geen onderzoek naar de toedracht van de schade gedaan, maar heeft Van den Berg samen met gewasexpert Van Adrichem de aanwezige plantvoorraad getaxeerd. Ook uit de e-mailcorrespondentie blijkt dat Van den Berg uitsluitend bezig was met de schadeomvang. Verder had hij een overvolle agenda. [eiseres] moest maar geduld hebben. [eiseres] werd niet op de hoogte gehouden over vermeend onderzoek naar de schadeoorzaak.
Van Gaalen heeft vanaf begin november 2014 bij Achmea de liquiditeitsproblemen van [eiseres] onder de aandacht gebracht. Bij brief van 20 november 2014 heeft Achmea kenbaar gemaakt aan [eiseres] dat zij niet tot bevoorschotting zou overgaan.
[eiseres] betwist dat het rapport van 23 januari 2015 op die datum tot stand is gekomen, omdat Van den Berg aantoonbaar niet eerder dan in oktober 2015 contact met Van Noort heeft gehad en het rapport verwijst naar informatie die aantoonbaar later aan Achmea is toegestuurd. Tot begin mei 2015 heeft Achmea geen rapporten aan [eiseres] laten zien. Het rapport van 23 januari 2015 is nooit toegezonden.
Achmea heeft in strijd met de Gedragscode expertiseorganisaties gehandeld door [eiseres] buiten het onderzoek naar de toedracht te houden.
Tegen beter weten in is methodisch onjuist onderzoek gedaan en daarbij zijn de belangen van [eiseres] uit het oog verloren. Van den Berg verdedigt het standpunt dat enkel het uitvallen van het doseerapparaat niet de explosieve uitbraak kan hebben veroorzaakt. Hij beroept zich hiervoor mede op een uitspraak van Van Noort van de Wageningen University&Research. Als [eiseres] bij het onderzoek was betrokken, had hij dit kunnen uitleggen. Voorts ontkent Van Noort dat hij gegevens van de onderhavige zaak heeft ontvangen. Zonder volledig onderzoek kan Van Noort dergelijke vergaande conclusies niet trekken.