In reactie heeft [voorzitter van de Stichting] van de Stichting bij brief van 7 november 2018 onder meer als volgt aan mr. Tomlow bericht:
“(…) Bij de werkzaamheden van al onze mensen ligt de focus op de gasten, hun zorgen en hun behoeftes. Terecht zeggen u en uw cliënten dat zij als gastvrouw richting de gasten goed hebben gefunctioneerd. Naast deze focus op de gasten is het voor onze vrijwilligersorganisatie van groot belang dat er een goede onderlinge werksfeer en samenwerking is, dat de werkafspraken die gemaakt worden ook gevolgd worden, en dat er sprake is van een onderlinge collegialiteit.
In 2017 zijn de voorbereidingen gestart om ook in de wachtkamer van het radiotherapeutisch instituut en van de nieuw geopende polikliniek op de begane grond met een gastvrouw aanwezig te zijn. (…). In de voorbereiding hierop hebben verschillende gastvrouwen waaronder uw cliënten aangegeven liever niet op de radiotherapeutische afdeling (“beneden”) te willen werken. De coördinatoren hebben toen besloten en gecommuniceerd naar deze vrijwilligers dat er nog verder gekeken en overlegd zou worden.
De coördinatoren hebben toen een werkwijze/roosterindeling ontworpen waarbij er sprake is van “roulatie”, zodat geen enkele vrijwilliger de gehele periode “beneden” hoefde te zijn. Deze werkwijze is ook afgestemd met mevrouw [naam vrijwilligerscoördinator] , leidinggevende bij het Oncologisch centrum.
(…) [coördinator 1] heeft hierop met de vrijwilligers gesprekken gevoerd die bezwaren of
bedenkingen hadden. Deze hebben ingestemd om volgens dit roosteer te gaan werken. Op 13 februari 2018 heeft eenzelfde gesprek plaatsgevonden met uw cliënten. Zij hadden nog steeds bedenkingen tegen het rouleren en wilden liever alleen “boven” werken. Uiteindelijk gaf mevrouw [eiseres sub 2] aan het te willen proberen, en mevrouw [eiseres sub 1] gaf aan dit beslist niet te willen.
In de weken na dit gesprek ontstond er onrust en onvrede bij andere vrijwilligers (…)
doordat uw cliënten niet naar beneden wilden (mevrouw [eiseres sub 2] heeft het wel 1 keer gedaan), zij de hele tijd beneden moesten zijn, i.p.v. de afgesproken roulatie.
Hierop is er weer op 7 maart 2018 met uw cliënten gesproken door de coördinator en Hr. [lid dagelijksbestuur van de stichting] . In dit gesprek is nogmaals gezegd en toegelicht dat het ingevoerde roulatieschema de werkwijze is die nu wordt gehanteerd en van toepassing is voor alle gastvrouwen. Mevrouw [eiseres sub 1] gaf nogmaals aan dat zij niet beneden wilde werken. Dezelfde dag is er een mail naar uw cliënten gestuurd, waarin wordt herhaald en aangegeven dat er besloten is volgens een roulatie schema te werken. Maar als de 3 gastvrouwen
in onderling overleg samen
ervoor kiezen dat 1 gastvrouw de gehele periode “beneden” werkt, dat dat ook kan. (…)
De dag erna, op 8 maart 2018 hebben uw cliënten ook een gesprek gehad met mevrouw [naam vrijwilligerscoördinator] waarin ook de werkwijze en het schema is besproken. Uw cliënten gaven opnieuw aan dat zij van mening zijn dat “niet rouleren” in hun ogen een beter alternatief is, en dat ze graag alleen boven werken. Mevrouw [naam vrijwilligerscoördinator] heeft aangegeven dat zij ziet dat, dankzij het rouleren de vrijwilligers (waarvan sommige ook liever niet beneden werken), er een modus is gevonden.
Ook in de periode na deze gesprekken hebben uw cliënten niet de bereidheid getoond om
“beneden” te werken, waardoor de derde vrijwilliger die gelijktijdig in het rooster stond, gedwongen werd beneden te werken. Dit was niet volgens de vastgestelde werkwijze en ook was er geen situatie waarbij “dit in onderling overleg samen was besloten”. Dit had tot gevolg dat andere vrijwilligers bij de coördinatoren aangaven niet meer met uw cliënten te willen samenwerken omdat ze “steeds naar beneden werden gestuurd”.
Op 11 april 2018 schrijft een van uw cliënten, mevr. [eiseres sub 2] een verhaal in het “opschrijfschrift” (...) over een andere vrijwilliger dat deze zich niet netjes zou
hebben gedragen op de dagbehandeling. Dit schrift wordt door iedereen gelezen, en een andere vrijwilliger die dit leest belt de coördinator (… [coördinator 1] ) omdat zij vond dat deze tekst niet kan. De coördinator is daarop naar de polikliniek gegaan en heeft de bladzijde met deze tekst uit het schriftje gescheurd. Ook heeft zij navraag gedaan bij de dagbehandeling of er klachten waren over vrijwilligers. Daar waren ze verbaasd en hadden geen klachten van patiënten gehoord.
Het opschrijven van eventuele kritische opmerkingen of klachten in de richting van andere
vrijwilligers in het “opschrijfschrift”, in plaats van deze te bespreken met de coördinator is niet de juiste werkwijze en heeft de onderlinge verhouding en samenwerking tussen uw cliënten en de andere vrijwilligers en de coördinatoren verder verslechterd en onder druk gezet.
Op 4 mei 2018 was er een MT-vergadering waarin de situatie is besproken; (…)
De samenwerking met en communicatie richting de andere vrijwilligers en coördinatoren is zodanig verstoord en tot zodanige onrust geleid dat in deze MT-vergadering is besloten de samenwerking met uw cliënten te beëindigen.
(…)
In vervolg op het in uw brief gedane verzoek om de beslissing die genomen is op 4 mei 2018 door het MT te heroverwegen, heeft het Dagelijks Bestuur dit gedaan.
Er is samen besproken en onderzocht of wij een oplossing zien op basis waarvan uw cliënten zouden kunnen terugkeren als vrijwilliger in het oncologisch centrum waarbij er een nieuwe situatie gecreëerd kan worden waarin uw cliënten niet hoeven samen te werken met de 2 coördinatoren en de andere vrijwilligers waarmee de samenwerking is verstoord. Maar zo’n “nieuwe start “ in een situatie waarbij de verstoorde samenwerking en de ontstane emoties bij uw cliënten en bij de andere betrokken vrijwilligers vermeden kan worden of een minimale rol spelen, is niet aanwezig.
Terugkeer van uw cliënten zou direct leiden tot het vertrek van enkele andere vrijwilligers.
Als dagelijks bestuur steunen wij het door het MT genomen besluit, en delen u mede dat cliënten niet hun werkzaamheden op 14 november, of op enige andere datum, kunnen hervatten.
Onze beslissing laat echter onverlet dat wij het betreuren afscheid te moeten nemen van mevrouw [eiseres sub 1] en mevrouw [eiseres sub 2] . Wij weten dat zij met grote inzet patiënten hebben gewerkt. Misschien willen en kunnen zij een nieuwe start maken bij een ander inloophuis.”