3.1.
[gedaagde partij] vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
a. a) voor recht zal worden verklaard dat [gedaagde partij] het geheimhoudingsbeding heeft geschonden en dat [gedaagde partij] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eisende partij] ;
b) [gedaagde partij] zal worden veroordeeld om € 200.000,- te voldoen aan [eisende partij] , danwel een bedrag in goede justitie te bepalen;
c) [gedaagde partij] zal worden veroordeeld om aan [eisende partij] te voldoen de door [eisende partij] geleden schade, nader op te maken bij staat;
d) [gedaagde partij] zal worden veroordeeld om € 500,- te betalen aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 juli 2019 tot aan de dag van volledige betaling;
e) [gedaagde partij] zal worden veroordeeld in de kosten van het geding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dit vonnis;
f) [gedaagde partij] , indien hij niet binnen veertien dagen de proceskosten heeft betaald, zal worden veroordeeld in de nakosten van het geding.
3.3.
[gedaagde partij] voert verweer tegen de vordering. Hierop wordt hierna, voor zover relevant, nader ingegaan.