2.3.
Partijen sluiten in februari 2018 een vaststellingsovereenkomst. De vaststellingsovereenkomst luidt, voor zover relevant voor de beoordeling, als volgt:
(…)
Tussen DP&S en [eiser] is in artikel 10 van de arbeidsovereenkomst een concurrentiebeding overeengekomen dat luidt als volgt:
“het is de werknemer, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever, verboden om zowel tijdens als binnen een jaar na de beëindiging van zijn dienstbetrekking in Nederland, België, Luxemburg danwel Duitsland in enigerlei vorm en zaak, gelijksoortig of aanverwant aan die van de werkgever te vestigen, te drijven, mede te drijven of te doen drijven, hetzij direct, hetzij indirect, als ook financieel in welke vorm dan ook bij een dergelijke zaak belang te hebben, direct of indirect, of daarbij of daarvoor op enigerlei wijze werkzaam te zijn, hetzij tegen vergoeding, hetzij om niet, of daarin aandeel van welke aard ook te hebben”.
Tussen DP&S en [eiser] is in artikel 11 van de arbeidsovereenkomst ook een relatiebeding overeengekomen dat luidt als volgt:
“het is de werknemer, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever, verboden om zowel tijdens als binnen 36 maanden na beëindiging van zijn dienstverband op enigerlei wijze direct, of indirect, relaties (daaronder begrepen cliënten, leveranciers en afnemers) van de werkgever of van de aan de werkgever gelieerde ondernemingen te benaderen en/of werkzaamheden voor die relaties te verrichten, danwel leveringen aan die relaties te doen.”
[eiser] heeft aangegeven met ingang van 1 maart 2018 in dienst te willen treden bij NDH en hij heeft hiervoor schriftelijke toestemming gevraagd aan DP&S. DP&S is bereid om [eiser] schriftelijk toestemming te geven om bij NDH in dienst te treden onder voorwaarde dat alle partijen bij deze overeenkomst onderstaande afspraken nakomen.
Partijen verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
-
[eiser] treedt met schriftelijke toestemming van DP&S met ingang van 1 maart 2018 in dienst bij NDH. (…) Gedurende een periode van twee jaar na 1 maart 2018 zal [eiser] noch bij NDH, noch bij FI&S, noch bij aan beide vennootschappen op enigerlei wijze gelieerde rechtsperso(o)n(en) een andere dan de hiervoor genoemde functie bekleden.
-
Het is [eiser] gedurende twee jaar na 1 maart 2018, de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij DP&S eindigt, verboden om voor NDH, FI&S en/of met deze vennootschappen gelieerde ondernemingen, verkoopwerkzaamheden te verrichten in de Benelux en/of Duitsland, vergelijkbaar met die welke hij tot 1 maart 2018 voor DP&S heeft uitgevoerd en die vallen onder de werking van het in de considerans van deze overeenkomst vermelde concurrentiebeding.
-
Het tussen DP&S en [eiser] in de arbeidsovereenkomst overeengekomen geheimhoudings- en relatiebeding, zoals opgenomen in de arbeidsovereenkomst in resp. artikel 9 en artikel 11 en het daarbij behorende boetebeding in artikel 14 blijft/blijven onverkort van kracht.
(…)
12. Het is NDH, FI&S, en alle met deze ondernemingen gelieerde ondernemingen, niet toegestaan om gedurende een periode van vijf jaar na 1 maart 2018 werknemers die thans in dienst zijn bij DP&S, of gedurende de afgelopen twee jaar bij deze vennootschap in dienst zijn geweest, in dienst te nemen, of om deze direct dan wel indirect te benaderen, teneinde hen te bewegen hun arbeidsovereenkomst met DP&S te beëindigen.
13. NDH en FI&S en alle met deze vennootschappen gelieerde ondernemingen alsmede [eiser] zijn, zonder dat enige in gebrekestelling is vereist, ten opzichte van DP&S hoofdelijk van rechtswege in gebreke, inzien zij handelen in strijd met de verplichtingen genoemd in deze overeenkomst en zij zullen bij iedere overtreding hoofdelijk, des dat de één betalende, de ander zal zijn bevrijd, aan DP&S, voor iedere overtreding een niet voor matiging vatbare boete verschuldigd zijn van € 20.000 euro (zegge twintigduizend euro), te vermeerderen met € 1.000 euro voor iedere dag, een gedeelde van een dag te rekenen voor een gehele dag gedurende welke de overtreding voortduurt. Per overtreding wordt slechts éénmalig de eenmalige boete en éénmalig de boete per dag verbeurd. Er vindt geen cumulatie van boetes plaats per overtreding door verschillende betrokken partijen, al dan niet gezamenlijk gepleegd. DP&S heeft desgewenst het recht om, als de werkelijke schade hoger uit zou vallen dan het boetebedrag omvat, in plaats van deze boete de werkelijk geleden schade te vorderen.
14. De arbeidsovereenkomst tussen [eiser] en DP&S zal met wederzijds goedvinden eindigen met ingang van 1 maart 2018.
(…)
18. Met uitzondering van de afspraken in deze overeenkomst verlenen partijen elkaar over en weer finale kwijting terzake vorderingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst van [eiser] en de beëindiging daarvan.
(…)
2.7.
De gemachtigde van DP&S bericht de gemachtigde van [eiser] bij brief van 16 januari 2020 het volgende.
Tussen partijen geldt de op respectievelijk 23 februari 2018 door u cliënt/cliënten [eiser] , NDH Foods B.V. en FI&S B.V. en op 27 februari 2018 door cliënt ondertekende vaststellingsovereenkomst. Krachtens deze VSO is het [eiser] verboden gedurende een termijn van 36 maanden na 1 maart 2018 op enigerlei wijze in contact te treden met relaties van mijn cliënte.
Cliënte heeft moeten bemerken dat op dinsdag 14 januari jl. de heer [betrokkene] van [bedrijf betrokkene] contact heeft opgenomen met telefoonnummer (…), het mobiele nummer van mevrouw [werknemer DP&S] , accountmanager bij cliënte. [betrokkene] meldde daarbij “op zoek te zijn naar de heer [eiser] ”. Al eerder had [betrokkene] via WhatsApp contact op dit mobiele nummer gezocht met [eiser] .
[betrokkene] verzocht “waar hij natriumsulfiet kon kopen” en gaf daarnaast aan: “heb je fles SLR binnen”. [bedrijf betrokkene] war zowel in 2017 en 2018 als ook in 2019 een vaste relatie van cliënte.
Uit voormelde gegevens leidt cliënte af dat in ieder geval [eiser] zich niet heeft gehouden aan het voor hem tot 1 maart 2020 geldende relatiebeding. Op grond van artikel 13 van de VSO is hij daardoor per direct een boete aan cliënte verschuldigd van € 20.000,= (…).