Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBGEL:2020:7096

Rechtbank Gelderland
02-12-2020
03-02-2021
365725
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig,Op tegenspraak

Gemengde overeenkomst; samenhang zorgovereenkomst en gebruikersovereenkomst: huur? Nadruk op zorgelement. Rechtbank bevoegd. Uitleg van overeenkomst. Beëindiging overeenkomst vanwege niet afnemen zorg.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/365725 / HA ZA 20-91

Vonnis van 2 december 2020

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

CHIQCARE WOONZORG B.V.,

gevestigd te Soest,

eiseres,

advocaat mr. C.J. Dreef te Voorschoten,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde,

advocaat mr. W. Albers te Amsterdam.

Partijen zullen hierna Chiqcare en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 10 juni 2020

  • -

    het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 16 september 2020

  • -

    de brief van Chiqcare van 13 oktober 2020 waarin vonnis wordt gevraagd.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[gedaagde] kampt met lichamelijke klachten, waaronder een auto-immuunziekte en maagdarmproblemen. Na het overlijden van haar levenspartner in 2013 moest ze uiteindelijk haar toenmalige woning verlaten. Zij is vervolgens met een rechterlijke machtiging opgenomen in “Zorg en Schild” (mogelijk is bedoeld “Zon en Schild”). Op instigatie van een maatschappelijk werker is voor [gedaagde] een PGB aangevraagd.

2.2.

Door het CIZ is op 21 november 2014 voor [gedaagde] een indicatiebesluit gegeven voor AWBZ-zorg, in de vorm van een PGB, zorgzwaartepakket “GGZ04C, klasse 7 = 7 etmalen per week”, met begindatum 21-11-2014 en einddatum 20-11-2019. In het indicatiebesluit staat dat rekening is gehouden met beperkingen bij sociale redzaamheid, psychisch functioneren, geheugenstoornissen en persoonlijke zorg en dat het zorgzwaartepakket “GGZ04C” verblijf, begeleiding inclusief dagbesteding, persoonlijke verzorging en verpleging bevat. In de beschikking is overwogen dat [gedaagde] deze zorg krijgt omdat zij een beschermde en gestructureerde woonomgeving met intensieve begeleiding en verzorging nodig heeft. Vermeld wordt dat voortdurende begeleiding nodig is vanwege gedragsproblematiek, intensieve persoonlijke verzorging vanwege ouderdomsproblemen en dagbesteding vanwege de behoefte aan dagstructuur.

2.3.

Tussen Chiqcare en [gedaagde] is een overeenkomst aangegaan die is neergelegd in een contract van 4 december 2014 “Overeenkomst Chiqcare Woonzorg” (verder: de zorgovereenkomst). In de zorgovereenkomst, waarin Chiqcare mede wordt aangeduid als “zorgverlener” en [gedaagde] als “cliënt”, staan onder meer de volgende bepalingen:

1 Algemeen:

[…].

b. Chiqcare WoonZorg richt zich specifiek op woonbegeleiding van normaal begaafde mensen met een diagnose (stoornis) op zorgvuldig geselecteerde zorglocaties, waarbij Chiqcare WoonZorg zich inspant om woongroepen relatief klein te houden om de kwaliteit van leven en harmonie te optimaliseren;

[…]

e. Partijen zijn na een gedegen intake gesprek overeengekomen dat de zorgverlener zich conform de hierna te noemen periode […] en op de hierna omschreven zorglocatie zorg annex begeleidingswerkzaamheden gaat verrichten in opdracht en voor rekening van de cliënt’

[…]

h. Zorgverlener biedt in beginsel de cliënt woonzorg met begeleiding aan, bestaande uit het gebruik van een eigen woning en de omliggende grond, staande en gelegen te [woonplaats] aan de [adres] . Cliënt gebruikt de aangeboden woonruimte met aan-en toebehoren zoals een goed gebruiker cq huurder betaamt;

i. Zorgverlener maakt separaat en in overleg met de cliënt na aanvang van het zorgcontract, althans binnen de tussen partijen overeengekomen termijn, een zorg-en begeleidingsplan op;

2 Gevraagde dienstverlening:

  • -

    U heeft gevraagd om een goede woonruimte voor u zelf buiten de provincie Utrecht […] niet zijnde in een woongroep.

  • -

    Onze begeleiding heeft primair als doel, u positief te activeren om te komen tot een gefaseerde opbouw naar een prettige woonomgeving al dan niet met een zinvolle dagbesteding.

  • -

    Subsidiair spant zorgverlener zich in om de begeleiding en dagbesteding zo in te richten dat u uiteindelijk de stap kan maken naar zelfstandig wonen al dan niet (nog) onder begeleiding bij Chiqcare WoonZorg of naar volledig zelfredzaamheid.

3 Aangeboden dienstverlening:

Verwijzend naar de gevraagde dienstverlening biedt zorgverlener de cliënt het navolgende aan:

  1. Begeleiding individueel:

  2. Persoonlijke verzorging:

  3. Begeleiding Groep:

  • -

    Aan u wordt passende woonruimte met begeleiding geboden op de [adres] te [woonplaats] ;

  • -

    Zorgverlener spant zich in om de woonruimte spoedig op te leveren;

[…]

 Cliënt dient conform de richtlijnen PGB zelf voor betaling zorg te dragen aangaande dagelijkse boodschappen en levensonderhoud;

4 Aanvang en beëindiging:

1. Deze zorgovereenkomst is in opvolging van de eerder getekende overeenkomst d.d. 23 oktober 2014 en vangt aan op 4 december 2014 dan wel per direct op de datum van ondertekening. In beginsel is deze overeenkomst voor onbepaalde tijd en gelden voor einde overeenkomst de bepalingen zoals hieronder vermeld

2. Beiden partijen mogen deze overeenkomst tussentijds opzeggen met een opzegtermijn van ten minste één kalendermaand. […]

3. Deze overeenkomst, inclusief het gebruik van de aangeboden woonruimte met aan- en toebehoren eindigt per direct, zonder opzegtermijn en zonder tussenkomst van de rechterlijke macht indien:

- het zorgkantoor, de gemeente cq verzekeraar van cliënt heeft besloten dat cliënt geen recht meer heeft op vergoeding en cliënt besluit de zorg NIET uit eigen middelen te voldoen;

- de indicatiestelling afloopt en er géén nieuwe indicatiestelling wordt afgegeven;

[…]

- cliënt een achterstallige betaling heeft van tenminste 3 maanden;

- cliënt zich aanwijsbaar, met inachtneming van zijn/haar stoornis, niet gedraagt zoals een goed (mede)bewoner betaamt; […]

5 Vergoeding

[…]

Aanvullingen tav vergoeding

[…]

f. Tenzij anders in overeengekomen, dient cliënt zelf eventuele (zorg)vergoedingen in te dienen bij zijn/haar particuliere zorgverzekeraar;

6 Aanvullende voorwaarden tav Wonen:

[…]

2. Cliënt is gerechtigd gebruik te maken van de faciliteiten binnen de zorgwoning waaronder […] de gemeenschappelijke ruimtes;

[…]

8. […] Cliënt draagt bij aan een goede verstandhouding met de zorgverlener en diens medebewoners […]

9. Het is cliënt verboden om […] bovenmatig alcohol, drugs en/of andere verdovende middelen te gebruiken in en om de zorgwoning. Deze bepaling geldt onder meer ter bescherming van de medebewoners en buurtbewoners.

2.4.

Tussen [naam] als verhuurder en Chiqcare als huurder is een overeenkomst aangegaan met betrekking tot de verhuur van de woning aan de [adres] te [woonplaats] (verder: de woning) met ingang van 1 januari 2015, zoals neergelegd in een contract van 4 december 2014 (verder: de huurovereenkomst). In de huurovereenkomst staan onder meer de volgende bepalingen:

Het gehuurde, bestemming

1.1

Verhuurder verhuurt aan huurder en huurder huurt van verhuurder de woonruimte, hierna ‘het gehuurde’ genoemd, plaatselijk bekend: [adres] , [postcode] te [woonplaats] . […]

Betalingsverplichting, betaalperiode

4.1.

Met ingang van de ingangsdatum van deze huurovereenkomst bestaat de betalingsverplichting van huurder uit:

- de huurprijs

[…]

4.4.

Per betaalperiode van één maand bedraagt

- de huurprijs € 905,00

[…]

Zodat huurder per maand in totaal heeft te voldoen € 905,00

Bijzondere bepalingen

[…]

10. De woning zal tijdens de duur van deze overeenkomst bewoond worden door mevrouw [gedaagde] […] Indien mevrouw [gedaagde] vertrekt en de woning door iemand anders namens Chiqcare bewoond gaat worden, dient er een nieuwe huurovereenkomst te worden opgemaakt.

2.5.

De door Chiqcare gehuurde woning werd destijds beheerd door de besloten vennootschap NegentienVeertien B.V. (verder NegentienVeertien). Tussen [gedaagde] en NegentienVeertien is een overeenkomst tot stand gekomen die is neergelegd in een contract van 29 januari 2015 “Gebruikersovereenkomst Woonruimte” (verder: de gebruikersovereenkomst). In de gebruikersovereenkomst, waarin NegentienVeertien mede wordt aangeduid als “de aanbieder” en [gedaagde] als “de gebruiker”, staan onder meer de volgende bepalingen:

- Aanbieder NegentienVeertien BV is een onafhankelijke vennootschap met als hoofdtaak het beheren […] van onroerende zaken, bij voorkeur woonlocaties voor […] Chiqcare […]

- Deze gebruikersovereenkomst komt direct voort uit de reeds door [gedaagde] WoonZorg BV en partij 2 getekende zorgovereenkomst aangaande zelfstandig wonen met begeleiding;

- Deze overeenkomst is lotsverbonden aan de zorgovereenkomst, dat wil zeggen dat indien de zorgovereenkomst, om welke reden dan ook eindigt, ook deze gebruikersovereenkomst eindigt;

[…]

A. De woonruimte

  1. Aanbieder stelt aan gebruiker ter beschikking […] de kamer cq woonruimte […] aan het adres [adres] , hierna te noemen “de woonruimte”.

  2. De woonruimte is uitsluitende bestemd als woon-en verblijfsruimte, waarbij partijen afdoende op de hoogte zijn van het vaststaand gegeven dat Chiqcare WoonZorg de woonlocatie exploiteert voor het huisvesten van haar cliënten, al dan niet met een afgegeven zorgindicatie;

Ingang, duur en beëindiging overeenkomst:

1. Deze overeenkomst vangt aan op 1 januari 2015 en geldt in beginsel voor onbepaalde tijd;

[…]

4. Bij beëindiging van de moeder zorgovereenkomst tussen Chiqcare WoonZorg BV en gebruiker, eindigt van rechtswege deze gebruikersovereenkomst tussen bovengenoemde partijen;

[….]

Huurprijs en betalingsverplichting

  1. Met ingang van de ingangsdatum van deze gebruikersovereenkomst bestaat de betalingsverplichting van de gebruiker uit de overeenkomst vergoeding;

  2. De gebruikersvergoeding dient maandelijks als voorschot vooruit betaald worden […]

4. Per betaalperiode van één maand/periode bedraagt:

- Vergoeding woonruimte € 450,00

[…]

- Totaal door gebruiker te voldoen € 450,00

[….]

6. Bij een achterstand in de betaling van de gebruikersvergoeding van tenminste 3 maanden is aanbieder gerechtigd om in samenspraak met Chiqcare deze overeenkomst, zonder tussenkomst van de rechterlijke macht per direct te ontbinden […]

2.6.

Het beheer van de woning is inmiddels overgenomen door Chiqcare zelf.

2.7.

Op enig moment is er een achterstand ontstaan in de, in de gebruikersovereenkomst genoemde, maandelijkse betalingsverplichting van € 450,00

2.8.

In een brief van 24 oktober 2019 schrijft de advocaat van Chiqcare dat [gedaagde] blijvend te kort schiet in haar contractuele verplichtingen jegens Chiqcare doordat zij, aldus de advocaat:

- zich de woning heeft toegeëigend, althans geen ruimte meer overlaat om andere bewoners te huisvesten

- lange periode in gebreke is gebleven de gebruikersvergoeding te betalen, de achterstand pas na aanmaning heeft ingelopen maar inmiddels opnieuw een betalingsachterstand van drie maanden heeft

- weigert zorg aan te vragen, als gevolg waarvan Chiqcare geen zorg/begeleiding zou kunnen bieden en de overeenkomst inhoudsloos is.

De advocaat schrijft dat zowel de zorgovereenkomst als de gebruikersovereenkomst per direct zijn geëindigd, op grond van het bepaalde in artikel 4.3 van de zorgovereenkomst en gelet op de koppeling van de gebruikersovereenkomst, dat Chiqcare, mede gelet op het verschil in de door haar betaalde huur en de gebruikersvergoeding, “alle reden” heeft om “de gevolgen voor u [ [gedaagde] , de rechtbank] van de beëindigde overeenkomsten door te zetten”, waardoor [gedaagde] de woning zou moeten verlaten en mogelijk op straat zou komen te staan, dat echter zij haar verhuurder bereidt heeft gevonden rechtstreeks aan [gedaagde] te verhuren, tegen een marktconforme huurprijs, en dat Chiqcare, indien [gedaagde] niet voor 31 oktober 2019 inhoudelijk op dit voorstel reageert, zal overgaan tot een ontruimingsprocedure.

2.9.

[gedaagde] heeft vervolgens de betalingsachterstand voldaan en is verder niet ingegaan op het voorstel direct van de verhuurder te huren.

3 Het geschil

3.1.

Chiqcare vordert samengevat – dat de rechtbank bij een bij voorraad uitvoerbaar vonnis:

- voor recht verklaart dat de tussen partijen op 4 december 2014 gesloten zorgovereenkomst en de op 29 januari 2015 gesloten gebruikersovereenkomst zijn geëindigd op 24 oktober 2019

- [gedaagde] veroordeelt om de woning met alle daarin aanwezige personen en goederen, voor zover de goederen niet het eigendom zijn van Chiqcare te verlaten en te ontruimen en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van [gedaagde] te stellen binnen drie maanden na vonnisdatum, althans op een door de rechtbank te bepalen termijn, één en ander op verbeurte van een dwangsom van € 150,00 voor iedere dag dat door [gedaagde] daaraan niet wordt voldaan

- [gedaagde] veroordeelt om aan Chiqcare vanaf 1 november 2019 tot de dag van de ontruiming van de woning een gebruikersvergoeding van € 450,00 per maand te betalen, waarbij een gedeelte van een maand wordt gerekend voor een volle maand

met veroordleing van [gedaagde] in de kosten van de procedure.

3.2.

[gedaagde] voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

bevoegdheid

4.1.

Chiqcare stelt zich op het standpunt dat de zorgovereenkomst en gebruikersovereenkomst waarvan zij een verklaring voor recht vraagt dat deze zijn geëindigd, feitelijk één samenhangende overeenkomst vormen tussen haar en [gedaagde] met een gemengd karakter, waarbij de elementen van verzorging, behandeling en/of begeleiding overheersen. [gedaagde] betwist niet zozeer dat sprake is, althans in ieder geval bij aanvang was, van één samenhangende overeenkomst, maar zij stelt zich op het standpunt dat de nadruk daarbij lag, althans is komen te liggen op huur van de woning.

4.2.

Zaken betreffende een huurovereenkomst behoren op grond van artikel 93 sub c Rv tot het takenpakket van de kantonrechter, zodat beoordeeld dient te worden of verwijzing nodig is. Dit dient op grond van artikel 71 lid 3 Rv te geschieden aan de hand van het voorlopig rechterlijk oordeel omtrent wat het onderwerp van het geschil is. Partijen zijn op dit punt gehoord. Zij hebben beiden het standpunt ingenomen dat de rechtbank bevoegd is en dat verwijzing niet nodig is.

4.3.

De rechtbank komt tot het voorlopige oordeel dat het onderwerp van geschil geen zaak betreffende een huurovereenkomst is, omdat in de overeenkomsten, waarbij voorlopig oordelend er ook van wordt uitgegaan dat sprake is van een samenhangende overeenkomst, de elementen van begeleiding en verzorging overheersen. Verwijzing is daarom niet aan de orde. Daarbij overweegt de rechtbank dat in de zorgovereenkomst nadrukkelijk staat dat Chiqcare zich specifiek richt op woonbegeleiding, dat daarin het verblijf aan de woning steeds wordt gekoppeld aan verzorging of begeleiding, dat de gebruikersovereenkomst blijkens de inhoud daarvan afhankelijk is van het voorduren van de zorgovereenkomst en dat door [gedaagde] ook niet gemotiveerd is betwist dat de verbondenheid van de zorg en de bewoning van de woning bij het aangaan van de overeenkomst wel de bedoeling is geweest, zij het dat het volgens haar feitelijk niet zo heeft uitgewerkt. Bij de inhoudelijk beoordeling zal de rechtbank hier nader op ingaan.

Samenhang van de overeenkomsten

4.4.

Zoals overwogen heeft [gedaagde] de stelling van Chiqcare niet betwist het de bedoeling van partijen was dat de zorg- en de gebruikersovereenkomst met elkaar verbonden waren. De rechtbank gaat er van uit dat bij het aangaan van de overeenkomsten de bedoeling was dat deze als één samenhangend geheel worden gezien. Dat volgt ook uit de omstandigheden dat in de zorgovereenkomst expliciet het verblijf van [gedaagde] in de woning wordt vermeld en dat Chiqcare zich inspant deze zo spoedig mogelijk op te leveren, dat de huurovereenkomst waarmee Chiqcare de beschikking kreeg over de woning en zorgovereenkomst op dezelfde datum zijn getekend, en dat de lotsverbondenheid tussen de overeenkomsten ook expliciet in de gebruikersovereenkomst is vermeld. De gebruikersovereenkomst is weliswaar iets later gedateerd, op 29 januari 2015, maar kent als ingangsdatum, 1 januari 2015, wat past bij de in de zorgovereenkomst genoemde zo spoedig mogelijke oplevering van de woning. Aan de bedoeling van partijen om de overeenkomsten als een geheel te zien doet niet af dat de gebruikersovereenkomst een andere contractspartij kent, NegentienVeertien. Niet betwist is dat NegentienVeertien voor Chiqcare als ‘beheerder’ van de woning optrad noch dat Chiqcare inmiddels ten aanzien van de gebruikersovereenkomst in haar rechten is getreden.

De gronden voor de gestelde beëindiging

4.5.

Chiqcare stelt dat de zorg- en de gebruikersovereenkomst beide op 24 oktober 2019 zijn beëindigd, op grond van het bepaalde in artikel 4.3 van de zorgovereenkomst en de “lotsverbondenheid” daarmee van de gebruikersovereenkomst. Dit omdat [gedaagde] , aldus Chiqcare:

- zich de woning heeft toegeëigend, althans geen andere bewoners toeliet

- langere periodes in gebreke is gebleven de gebruikersvergoeding te betalen

- weigerde zorg aan te vragen, als gevolg waarvan Chiqcare geen zorg/begeleiding kon bieden en de overeenkomst inhoudsloos is.

Het niet toelaten van andere bewoners

4.6.

[gedaagde] betwist dat zij de verplichting had de woning te delen en andere bewoners toe te laten. Zij stelt dat overeengekomen was dat zij de hele woning tot haar beschikking zou hebben en daar in ieder geval van mocht uitgaan.

4.7.

De rechtbank is van oordeel dat Chiqcare onvoldoende heeft onderbouwd dat op [gedaagde] de verplichting rustte de woning te delen en medebewoners toe te laten. In de zorgovereenkomst staat onder de “algemene bepalingen” 1 sub h. dat Chiqcare [gedaagde] woonzorg met begeleiding aanbiedt, bestaande uit het gebruik van een eigen woning en de omliggende grond. Onder het kopje “2 Gevraagde dienstverlening” staat dat [gedaagde] heeft gevraagd om een goede woonruimte voor zichzelf, niet zijnde in een woongroep. Onder het kopje “3 Aangeboden dienstverlening” staat dat Chiqcare, verwijzend naar de gevraagde dienstverlening aan [gedaagde] passende woonruimte met begeleiding wordt geboden op de [adres] te [woonplaats] (cursiveringen door de rechtbank).

Uit deze bepalingen volgt dat [gedaagde] heeft gevraagd om een woonruimte voor zichzelf, niet zijnde een woongroep, en dat Chiqcare haar de woning aan de Valkappel met verwijzing naar die aanvraag heeft aangeboden en dat Chiqcare haar een eigen woning met omliggende grond biedt. Gelet op de omschrijving “eigen” woning, en een woning “voor zichzelf, niet zijnde een woongroep” ligt enige verplichting om andere bewoners tot de woning toe te laten niet voor de hand. De enkele vermeldingen in de zorgovereenkomst dat [gedaagde] naast met de begeleiders ook een goede verstandhouding moest zien te krijgen met medebewoners en dat het verbod op verdovende middelen mede in het belang van buurt- en medebewoners gold, doen daar niet aan af. Dat dit overgenomen bepalingen uit standaardcontracten waren, zoals [gedaagde] aanvoert, is niet onaannemelijk en is ook niet gemotiveerd betwist. Niet gesteld is dat aan deze punten expliciet aandacht is besteed. Er zijn geen andere omstandigheden gesteld die, gelet op wat partijen over en weer aan de hand van elkaars uitlatingen en gedragingen mochten verwachten, tot het oordeel kunnen leiden dat aan de overeenkomsten wel mede de betekenis moet worden gegeven dat zij een verplichting voor [gedaagde] inhielden de woning te delen. Het door Chiqcare nog aangevoerde verschil tussen de door [naam] aan haar berekende huurprijs en de door [gedaagde] verschuldigde gebruikersvergoeding acht de rechtbank onvoldoende om een dergelijke overeengekomen verplichting aan te nemen. Chiqcare heeft ook niet gemotiveerd betwist dat de woning zoals [gedaagde] aanvoert ook niet was ingericht voor woningdeling, terwijl zij evenmin heeft betwist dat [gedaagde] zoals zij stelt, bij het aangaan van de zorg- en gebruikersovereenkomst al bekend was met de inhoud van de huurovereenkomst en dat ook daarin expliciet (alleen) [gedaagde] als bewoner werd genoemd.

4.8.

Nu er gelet op het bovenstaande niet van uitgegaan kan worden dat [gedaagde] de verplichting had medebewoners toe te laten, levert de omstandigheid dat zij weigerde de woning te delen geen tekortkoming noch een contractuele grond voor beëindiging op.

Achterstallige betaling van de gebruikersvergoeding

4.9.

Geen geschilpunt is dat [gedaagde] op enig moment – volgens [gedaagde] uit protest - een aanzienlijke betalingsachterstand hand, maar dat deze op 6 juni 2018, en dus vóór de in r.o. 2.8 genoemde brief van oktober 2019, was ingelopen. Nadien is er wel sprake geweest van betalingsachterstand maar, zo begrijpt de rechtbank de stellingen van partijen, nooit van meer dan drie maanden, welke dan steeds weer direct werd ingelopen. Op dit moment is er geen betalingsachterstand. In deze omstandigheden is naar het oordeel geen sprake van een tekortkoming die beëindiging van de overeenkomst rechtvaardigde.

Het niet afnemen en financieren van zorg.

4.10.

Chiqcare stelt dat de gecombineerde zorg- en gebruikersovereenkomsten zijn aangegaan met de bedoeling dat begeleid wonen in combinatie met zorg zou worden geleverd en afgenomen. Op grond van artikel 4.3. van de zorgovereenkomst mocht deze worden beëindigd indien, kort gezegd de financiering van de zorg door zorgkantoor, de gemeente cq verzekeraar zou komen te ontbreken en [gedaagde] de zorgkosten niet zelf zou voldoen. Chiqcare stelt dat in dat geval gelijktijdig de met de zorgovereenkomst verbonden gebruikersovereenkomst eindigt. Dit gelet op artikel B 4 van de gebruikersovereenkomst en de daarin opgenomen bepaling dat de gebruikersovereenkomst ‘lotsverbonden’ is aan de zorgovereenkomst, in de zin dat indien de zorgovereenkomst, om welke reden dan ook eindigt, ook de gebruikersovereenkomst eindigt.

4.11.

Geen punt van geschil is dat er geen zorg (meer) wordt gefinancierd door zorgkantoor, de gemeente of verzekeraar, dat [gedaagde] de zorgkosten zelf ook niet betaalt en dat deze ook niet op enige andere wijze worden gefinancierd. Dit heeft er toe geleid dat er thans geen sprake (meer) is van de bij het aangaan van de overeenkomsten beoogde zorg en begeleiding. Dit zou op zich kunnen betekenen dat de zorgovereenkomst én de gebruikersovereenkomst gelet op voornoemde door Chiqcare genoemde bepalingen beëindigd mocht worden en dat met de brief van 24 oktober 2019 ook is gebeurd.

4.12.

[gedaagde] stelt echter, zo begrijpt de rechtbank, dat de nadruk van de gecombineerde overeenkomst zozeer is komen te liggen op de verhuur van de woning, dat het wegvallen van de zorg vanwege het – kort gezegd - niet verkrijgen van financiering daarvan, mede gelet op aan [gedaagde] toekomende huurbescherming, niet aan het voortduren van de gebruikersovereenkomst/ het huren van de woning in de weg staat.

4.13.

Deze stelling wordt verworpen. Zoals overwogen wordt gelet op de tekst van de overeenkomsten en de bedoelingen van partijen van samenhang van de overeenkomsten uitgegaan. Voorts heeft [gedaagde] de stellingen van Chiqcare niet betwist dat zij geen verhuurbedrijf is maar een organisatie die ‘totale ondersteuning’ biedt aan mensen met een psychische stoornis en dat zij zich richt op de combinatie van zelfstandig wonen met professionele begeleiding. Niet betwist is voorts dat de ‘gebruikersvergoeding’ voor de woning aanzienlijk lager is dan de huurprijs die Chiqcare betaalt en dat dit ook geen reële marktprijs voor de huur van woning is. Evenmin is betwist dat [gedaagde] voordat zij bij Chiqcare kwam eerder spoedhulp ontving, toen bij Chiqcare is gekomen via een maatschappelijk werker en dat op dat moment een indicatiebesluit was afgeven voor een zorgzwaartepakket van zeven etmalen per week dat verblijf, begeleiding inclusief dagbesteding, persoonlijke verzorging en verpleging bevat. Daarbij is in het indicatiebesluit overwogen dat [gedaagde] deze zorg krijgt omdat zij een beschermde en gestructureerde woonomgeving met intensieve begeleiding en verzorging nodig heeft en dat voortdurende begeleiding nodig is vanwege gedragsproblematiek, intensieve persoonlijke verzorging vanwege ouderdomsproblemen en dagbesteding vanwege de behoefte aan dagstructuur. In de zorgovereenkomst staat dat aan [gedaagde] “woonzorg met begeleiding” wordt aangeboden (artikel 1h) en dat Chiqcare in de woning, aangeduid als “zorglocatie”, zorg annex begeleidingswerkzaamheden gaat verrichten in opdracht en voor rekening van [gedaagde] (Artikel 1e). Volgens de zorgovereenkomst, onder het kopje “gevraagde dienstverlening” wordt begeleiding aangeboden met als primair doel [gedaagde] te activeren om te komen tot een gefaseerde opbouw naar een prettige woonomgeving al dan niet met een zinvolle dagbesteding en spant Chiqcare zich subsidiair in om de begeleiding en dagbesteding zo in te richten dat [gedaagde] uiteindelijk de stap kan maken naar zelfstandig wonen al dan niet (nog) onder begeleiding bij Chiqcare of naar volledige zelfredzaamheid. Zijdens [gedaagde] is in de conclusie van antwoord (randnummer 37 sub 3.) ook erkend dat verbondenheid van zorg, begeleiding en het gebruik van de woning ‘mogelijk wel, in het begin’ de bedoeling is geweest van partijen. Ook [gedaagde] zelf heeft tijdens de zitting erkend dat met haar is gesproken over aan haar te verlenen zorg, voordat zij de woning betrok .

4.14.

Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat partijen niet alleen bij het aangaan de bedoeling hadden dat het gebruik van de woning gepaard zou gaan met substantiële zorg en begeleiding, maar ook dat het gebruik van de woning daar niet los van kon worden gezien. De zorg- en gebruikersovereenkomst zijn contractueel en ook naar de over en weer kenbare bedoelingen van partijen bij het aangaan van die overeenkomsten dermate nauw met elkaar verbonden dat het eind van de eerst vermelde overeenkomst tot gevolg heeft dat de andere evenmin in stand kan blijven. Zij kunnen, gelet op hun opzet en hun inhoud, niet los van elkaar worden gezien in die zin dat [gedaagde] bij het wegvallen van de zorgovereenkomst onverminderd aanspraak zou kunnen maken op het woon-/huurgenot in/van de woning, dat haar nu juist in het kader van die begeleiding is toegekend. [gedaagde] was ermee bekend, althans diende te begrijpen, dat de woning haar uitsluitend in samenhang met de zorgovereenkomst ter beschikking werd gesteld. Gelet op die koppeling moet voorshands worden aangenomen dat indien de zorg en woonbegeleiding eindigt, of vanwege het niet krijgen van financiering niet van de grond komt, ook de daarmee verband houdende aanspraak om de woning te bewonen in haar kern getroffen wordt (vgl Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 7 mei 2013 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ9779).

4.15.

[gedaagde] stelt dat er een overeenkomst ‘is ontstaan’ die zich in feite concentreert om het gebruik van de woning, omdat er feitelijk nooit zorg is verleend. Dit wordt in zoverre door Chiqcare betwist, dat zij stelt dat er aanvankelijk wel zorg is verleend en dat daarvoor ook is gefactureerd. Zij betwist niet (onderbouwd) dat er na mei 2015 feitelijk geen zorg meer aan [gedaagde] is verleend. [gedaagde] stelt dat de door haar ontvangen facturen voor zorg en begeleiding tot mei 2015 onjuist zijn, nu de daarin vermelde zorg nooit zou zijn verricht, wat op haar beurt weer Chiqcare betwist. Wat er daar ook van zij, niet betwist is dat Chiqcare steeds vanaf januari 2015 (na de overgang van de financiering van zorgvoorzieningen vanuit de AWBZ, waarvoor een indicatiebesluit was gegeven, naar financiering vanuit de Wmo) tot oktober 2018 heeft gecorrespondeerd met verschillende instanties (het Zorgkantoor afdeling toekenning PGB, SVB Servicecentrum PGB, de gemeente [plaats], Sociaal Domein,de gemeente [woonplaats] en het ministerie van VWS) met het doel om zorgverlening aan [gedaagde] gefinancierd te krijgen. In die omstandigheden kan, zonder nadere onderbouwing, die op dit punt ontbreek, niet worden aangenomen dat Chiqcare heeft aanvaard dat het zorg- begeleidingselement en de financiering daarvan uit de gecombineerde zorg- en gebruikersovereenkomsten zou ontvallen, of dat [gedaagde] daarvan mocht uitgaan. Uit de voortdurende pogingen om zorg gefinancierd te krijgen volgt immers dat Chiqcare onverminderd steeds de intentie heeft gehad om, als dit werd gefinancierd, alsnog de zorg te gaan leveren. Een andere onderbouwing van hoe uit de samenhangende overeenkomsten die zagen op de combinatie zorg en begeleid wonen een overeenkomst ‘is ontstaan’ die zich enkel concentreert op het gebruik van de woning is niet gegeven.

4.16.

Voor zover de rechtbank de stellingen van [gedaagde] nog zo moet begrijpen dat zij stelt dat Chiqcare geen beroep kan doen op het ontbreken van financiering van de zorg omdat zij zelf, aldus [gedaagde] , een door de gemeente aangeboden financiering van acht uur zorg per week zou hebben geweigerd, omdat zij hogere indicaties en vergoedingen zou wensen, wordt ook deze stelling als onvoldoende gemotiveerd verworpen. Chiqcare heeft betwist dat zij het toekennen van een voorgenomen maatwerkvoorziening PGB van 8 uur ambulante zorg per week heeft geweigerd. Zij heeft deze betwisting onderbouwd met een brief aan de gemeente [woonplaats] van 31 mei 2018 waarop zij juist positief op een voorgenomen financiering voor dit aantal uren zorg reageert. Zij heeft voorts een kennelijk daarop volgende briefwisseling tussen de voormalige advocaat van [gedaagde] en Chiqcare overgelegd. Daarin schrijft de advocaat dat zij verbaasd is van Chiqcare een ingevuld PGB-plan te ontvangen met het verzoek dit door [gedaagde] te laten tekenen, dat [gedaagde] op basis van de WMO 2015 de aanvraag zélf dient in te dienen en dat zij Chiqcare ‘adviseert’ eerst samen met [gedaagde] een PGB-plan op te stellen en schrijft Chiqcare als reactie dat zij betwist dat de aanvraag niet met [gedaagde] is besproken en dat zij voorstelt dat [gedaagde] zelf naar de gemeente gaat om een PGB-plan in te vullen, omdat Chiqcare zelf niet diagnosticeert en niet in discussie gaat over de zorgvraag van [gedaagde] . Van enige weigering aan de zijde van Chiqcare van een financieringsvoorstel van acht uur zorg per week lijkt op basis van deze stukken geen sprake, en een nadere onderbouwing op dit punt, die hier wel verwacht had mogen worden, is niet gegeven.

4.17.

Een andere onderbouwing op grond waarvan Chiqcare niet de tussen partijen contactueel overeengekomen consequenties zou mogen verbinden aan het ontbreken van financiering heeft [gedaagde] niet gegeven.

Aan de stellingen van [gedaagde] dat de directeur van Chiqcare eerder vanwege wangedrag uit het ambt van deurwaarder gezet zou zijn, dat aan de zijde van Chiqcare sprake is van valsheid in geschrifte en dat Chiqcare slechts uit zou zijn op het innen van zo veel mogelijk geld en niet op het verlenen van zorg, gaat de rechtbank, wat daar verder ook van zij, voorbij nu [gedaagde] daaraan geen concrete consequenties verbindt.

4.18.

De conclusie is dat de contractuele bepalingen met zich brengen dat het niet vergoed kunnen krijgen of zelf betalen van de zorg er toe leidt dat zowel de overeenkomst als de gebruikersovereenkomst kunnen worden beëindigd, zoals dat dus terecht is gedaan in de brief van Chiqcare van 24 oktober 2019. In de hiervoor in 4.13 en 4.14 weergegeven omstandigheden, waarbij het zorgelement dat van het ‘huurgenot’ overheerst, kan geen beroep gedaan worden op de wettelijke huurbescherming (vgl Hoge Raad, 28 juni 1985, ECLI:NL:HR:1985:AC8975 NJ 1986, 38).

4.19.

Het vorenstaande betekent dat de gevorderde verklaring voor recht kan worden toegewezen. Nu [gedaagde] niet bereid is in te gaan op het voorstel rechtstreeks van [naam] te huren dient zij de woning te verlaten en ontruimen. Chiqcare erkent dat [gedaagde] , mede gelet op haar kwetsbare situatie, een redelijke termijn moet worden gegund om een nieuwe woning te kunnen vinden en te kunnen verhuizen, waarbij de rechtbank een termijn van 6 maanden na vonnisdatum redelijk acht. Omdat dit vonnis ten uitvoer kan worden gelegd, eventueel met behulp van de sterke arm, en Chiqcare niet heeft gesteld dat ze daarnaast ook belang heeft bij de gevorderde dwangsommen wanneer [gedaagde] niet tot ontruiming overgaat, zullen de door Chiqcare gevorderde dwangsommen worden afgewezen. Nu [gedaagde] geen verweer heeft gevoerd tegen de gevorderde gebruikersvergoeding voor het gebruik van de woning tot het moment van de ontruiming zal dit deel van de vordering worden toegewezen, zij het pas vanaf 1 november 2020, aangezien geen punt van geschil is dat de betaling van de gebruikersvergoeding tot en met het moment van de zitting op 13 oktober 2020 is voldaan.

4.20.

[gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Chiqcare worden begroot op:

- dagvaarding € 85,09

- griffierecht 656,00

- salaris advocaat 1086,00 (2,0 punten × tarief € 543,00)

Totaal € 1.827,09

5 De beslissing

De rechtbank

5.1.

verklaart voor recht dat de zorgovereenkomst en de gebruikersovereenkomst zijn geëindigd op 24 oktober 2019

5.2.

veroordeelt [gedaagde] om binnen 6 maanden na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] te [plaats], met alle aanwezige personen en goederen, voor zover de laatste niet het eigendom zijn van Chiqcare, te verlaten en te ontruimen en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van Chiqcare te stellen,

5.3.

veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Chiqcare te betalen de gebruikersvergoeding van € 450,00 per maand, te rekenen vanaf 1 november 2020 tot de dag van de ontruiming van de woonruimte door [gedaagde] , een gedeelte van een maand voor een volle maand te rekenen,

5.4.

veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Chiqcare tot op heden begroot op € 1.827,09,

5.5.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.6.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. T.P.E.E. van Groeningen en in het openbaar uitgesproken op 2 december 2020.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.