3.1.
Spandex vordert bij dagvaarding – na vermeerdering en vermindering van eis – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. voor recht te verklaren dat [verwerende partij] met de door hem gepleegde fraude en diefstal onrechtmatig heeft gehandeld jegens Spandex en hiermee aansprakelijk is voor alle als gevolg hiervan door Spandex geleden en te lijden schade;
b. [verwerende partij] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 318.217,01 ter vergoeding van de door Spandex geleden schade als gevolg van voornoemd onrechtmatig handelen, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 september 2020 althans de datum van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
c. [verwerende partij] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 10.667,44 als gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:677 lid 2 BW, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 september 2020 tot aan de dag van algehele voldoening;
d. [verwerende partij] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 4.833,37 ter vergoeding van de door Spandex gemaakte onderzoekskosten voor Hoffmann, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 september 2020 althans de datum dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
e. [verwerende partij] te veroordelen tot vergoeding van de door Spandex gemaakte beslagkosten voor het leggen van conservatoir beslag, zulks voor het geval betaling binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis uitblijft, te vermeerderen met de wettelijke rente tot aan de dag van algehele voldoening;
f. [verwerende partij] te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke (incasso)kosten van € 3.491,09, zulks, voor het geval betaling binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis uitblijft, te vermeerderen met de wettelijke rente tot aan de dag van algehele voldoening;
g. [verwerende partij] te veroordelen tot betaling van de kosten van dit geding, waaronder begrepen de verschotten, het advocatensalaris en eventuele nakosten, zulks, voor het geval betaling binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis uitblijft, te vermeerderen met de wettelijke rente tot aan de dag van algehele voldoening.
3.2.
Spandex legt aan haar vorderingen ten grondslag dat [verwerende partij] onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door tijdens zijn dienstverband bij Spandex te frauderen met de administratie en geld over te boeken naar zijn privérekening. Zij heeft hierdoor schade geleden bestaande uit het overgeboekte bedrag van totaal € 343.217,01 en houdt [verwerende partij] hiervoor aansprakelijk. Spandex heeft [verwerende partij] om deze reden op staande voet ontslagen en maakt daarom aanspraak op de gefixeerde schadevergoeding van artikel 7:677 lid 2 BW. Zij heeft bovendien kosten moeten maken omdat zij Hoffmann in heeft moeten schakelen om de rol van [verwerende partij] , zijn aansprakelijkheid en de hoogte van de schade vast te kunnen stellen. Hoffmann heeft hiervoor een bedrag van € 4.833,37 bij haar in rekening gebracht, waarvoor zij [verwerende partij] eveneens aansprakelijk houdt. Spandex heeft bovendien kosten moeten maken voor het leggen van conservatoir beslag, de buitengerechtelijke werkzaamheden en het voeren van deze procedure. De ex-echtgenote van [verwerende partij] heeft, nadat zij na de echtscheiding enig eigenaar van de voormalige echtelijke woning is geworden, een bedrag van € 25.000,00 aan Spandex betaald. Dit bedrag heeft Spandex in mindering gebracht op de door [verwerende partij] veroorzaakte schade, zodat thans nog een bedrag van (€ 343.217,01 - € 25.000,00 =) € 318.217,01 aan schadevergoeding wordt gevorderd.
3.3.
[verwerende partij] voert verweer. Er is sprake is van een zodanige gokverslaving dat het denken, willen, oordelen en doelgericht handelen van [verwerende partij] daardoor zo ingrijpend werd beïnvloed, dat zijn handelen niet of in verminderde mate aan hem kan worden toegerekend, omdat zijn stoornis/verslaving dat handelen in overwegende mate beheerst.
Spandex baseert de gefixeerde schadevergoeding ten onrechte op de opzegtermijn die Spandex in acht had moeten nemen in plaats van de voor [verwerende partij] geldende opzegtermijn van een maand. Spandex heeft bovendien niet tijdig een verzoekschrift bij de kantonrechter ingediend, zodat zij niet-ontvankelijk verklaard dient te worden. [verwerende partij] betwist voorts de verschuldigdheid van de buitengerechtelijke incassokosten, rente, onderzoekskosten en beslagkosten.