Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBGEL:2023:2857

Rechtbank Gelderland
14-04-2023
30-05-2023
10357065 \ HA VERZ 23-7
Arbeidsrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig,Beschikking

Ontbinding arbeidsovereenkomst op verzoek van werkgever o.g.v. verstoorde arbeidsverhouding. Toekenning beëindigingsvergoeding.

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2023-0654
VAAN-AR-Updates.nl 2023-0654

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Nijmegen

zaakgegevens 10357065 \ HA VERZ 23-7 \ 25115 \ 41245

uitspraak van 14 april 2023

beschikking

in de zaak van

[verzoeker] ,

gevestigd te Veenendaal,

verzoekende partij,

gemachtigde mr. J. Eerbeek,

tegen

[verweerder] ,

wonende te [woonplaats] ,

verwerende partij,

gemachtigde H.P.F.E.M. van IJzendoorn.

Partijen worden hierna werkgever en werknemer genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift van 24 februari 2023

- het verweerschrift, tevens zelfstandig voorwaardelijk tegenverzoek, met producties

- de aanvullende producties van werkgever

- het aanvullende verweer van werknemer

- de aanvullende productie van werkgever

1.2.

De zaak is mondeling behandeld op de zitting van 13 april 2023. Verschenen zijn [persoon 1 ] en [persoon 2] namens werkgever, bijgestaan door haar gemachtigde, en werknemer, bijgestaan door zijn gemachtigde. Mr. Eerbeek heeft een pleitnotitie voorgedragen en de griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de zitting is besproken.

2 Het verzoek en het verweer

2.1.

Werkgever verzoekt kort gezegd de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden. Ter zitting heeft werkgever te kennen gegeven aan dit verzoek enkel nog ten grondslag te leggen dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub g BW en wel zodanig dat van haar in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Herplaatsing op een redelijke termijn is volgens haar niet mogelijk.

2.2.

Werknemer heeft ter zitting erkend dat inmiddels sprake is van een zodanig verstoorde arbeidsverhouding, dat van werkgever in redelijkheid niet meer kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Ook hij ziet geen mogelijkheden tot herplaatsing.

2.3.

Voor het geval dat het verzoek om ontbinding van werkgever zou worden toegewezen, verzoekt werknemer om toekenning van een beëindigingsvergoeding. Werkgever heeft zich daartegen niet verzet.

3 De beoordeling

3.1.

Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden.

3.2.

De kantonrechter stelt voorop dat het verzoek van werkgever geen verband houdt met een opzegverbod.

3.3.

Een arbeidsovereenkomst kan alleen worden ontbonden als daar een redelijke grond voor is. In de wet, het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), is bepaald wat een redelijke grond is (artikel 7:669 lid 3 BW). Ook is voor ontbinding vereist dat herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt (artikel 7:669 lid 1 BW).

3.4.

Naar het oordeel van de kantonrechter is er in dit geval een redelijke grond voor ontbinding. Er is namelijk sprake van een verstoorde arbeidsverhouding tussen partijen, zodanig dat van werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De kantonrechter is verder van oordeel dat herplaatsing van werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is.

3.5.

De kantonrechter concludeert dat zij het verzoek van werkgever zal toewijzen en de arbeidsovereenkomst tussen partijen zal ontbinden. Het einde van de arbeidsovereenkomst zal worden bepaald op 1 juni 2023. Dat is de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd, verminderd met de duur van deze procedure (artikel 7:671b lid 8 BW).

3.6.

Partijen zijn het erover eens geworden dat, bij een ontbinding van de arbeidsovereenkomst per genoemde datum, werkgever uiterlijk op 1 juli 2023 een beëindigingsvergoeding van € 16.636,72 bruto aan werknemer betaalt.

3.7.

Gelet op de uitkomst van deze procedure zal de kantonrechter bepalen dat partijen ieder hun eigen proceskosten moeten betalen.

4 De beslissing

De kantonrechter,

4.1.

ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 juni 2023;

4.2.

veroordeelt werkgever om uiterlijk op 1 juli 2023 aan werknemer een beëindigingsvergoeding te betalen ten bedrage van € 16.636,72 bruto;

4.3.

bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten betaalt;

4.4.

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

4.5.

wijst het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. M.J.P. Heijmans en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2023.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.