Bij brief van 22 februari 2022 heeft de gemachtigde van [verzoeker] aan [verweerder] geschreven:
“(…)
Bij deze wil ik u laten weten, dat ik heb kennisgenomen van het gespreksverslag d.d. 29 november 2021, opgesteld door (….), Register Arbeidsdeskundige. Onderstaand treft u namens de heer [verzoeker] zijn reactie aan op het gespreksverslag:
1. Het gespreksverslag is zodanig opgesteld met het gegeven, dat werkgever (eenzijdig) heeft besloten het dienstverband niet te laten beëindigen vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid, maar het dienstverband door te laten lopen tot de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt (7 april 2023). Er wordt immers aangegeven dat werkgever het salaris tot de AOW-datum zal doorbetalen. Dit is niet correct. Zie hierna.
2. De heer [verzoeker] zal zodra de mogelijkheid zich voordoet een WIA-uitkering aanvragen (…)
3. De arbeidsovereenkomst tussen [verweerder] en de heer [verzoeker] zal worden beëindigd wegens het bereiken van langdurige arbeidsongeschiktheid (104 weken vanaf 14 januari 2020) onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding. De heer [verzoeker] zal u te zijner tijd hier een verzoek toe doen.
4. Op basis van de Xella-uitspraak zal [verweerder] gehoor moeten geven aan een dergelijk verzoek van de heer [verzoeker] , op basis van goed werkgeverschap. Dit ondanks het gegeven dat de werknemer vlak erna zijn AOW-leeftijd bereikt. (…)
5. Tot die tijd zal [verzoeker] conform het advies van de Arbo-arts re-integreren.
Bovenstaande betekent, dat de heer [verzoeker] , zodra het moment zich voordoet, [verweerder] zal verzoeken het dienstverband te beëindigen wegens langdurige arbeidsongeschiktheid en onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding, welke u ook van het UWV gecompenseerd krijgt.
(…).”