Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBGEL:2024:5526

Rechtbank Gelderland
19-04-2024
26-08-2024
10737095 \ CV EXPL 23-2858
Arbeidsrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig,Op tegenspraak

Beëindiging arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, uitleg bepaling vaststellingsovereenkomst, Haviltex-norm, bedoelingen van partijen, uitleg begrip dienstbetrekking, vaststellingsovereenkomst door gemachtigde werkgever opgesteld, geen sprake van schending van enige bepaling in de vaststellingsovereenkomst als gevolg waarvan de werkgever (o.a.) het vergoedingsbedrag uitkeren.

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2024-1101
VAAN-AR-Updates.nl 2024-1101
Sdu Nieuws Arbeidsrecht 2024/322

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Nijmegen

zaakgegevens 10737095 \ CV EXPL 23-2858 \ 25115 \ 40140

uitspraak van 19 april 2024

vonnis

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Quality Dental B.V.

gevestigd te Elst Gld

eisende partij in conventie

verwerende partij in reconventie

gemachtigde S.B.H. Dijkstra (DAS Rechtsbijstand)

tegen

[ged in conv/eiser in reconv]

wonende te [woonplaats]

gedaagde partij in conventie

eisende partij in reconventie

gemachtigde mr. R.P.V.W. Willems

Partijen worden hierna Quality Dental en [ged in conv/eiser in reconv] genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 8 december 2023 en de daarin genoemde processtukken;

- de mondelinge behandeling op 14 maart 2024, waaraan voorafgaand Quality Dental een conclusie van antwoord in reconventie heeft ingediend en [ged in conv/eiser in reconv] aanvullende producties (17 t/m 19). De griffier heeft aantekeningen gehouden van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling aan de orde is geweest.

1.2.

Vervolgens is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[ged in conv/eiser in reconv] is op 1 september 2014 in dienst getreden bij Quality Dental als mondhygiëniste op grond van een arbeidsovereenkomst voor laatstelijk onbepaalde tijd. [ged in conv/eiser in reconv] vervulde haar functie voor 24 uur per week tegen een bruto maandsalaris van

€ 2.034,11.

2.2.

[ged in conv/eiser in reconv] is in het najaar van 2020 met zwangerschapsverlof gegaan. Na afloop van het zwangerschapsverlof heeft [ged in conv/eiser in reconv] zich ziekgemeld bij Quality Dental in verband met psychische klachten.

2.3.

[ged in conv/eiser in reconv] heeft zich op 23 november 2022 hersteld gemeld bij Quality Dental. Voordat Quality Dental wenste eerst een deskundigenoordeel van een bedrijfsarts, alvorens zij [ged in conv/eiser in reconv] weer zou toelaten tot haar werkzaamheden.

2.4.

Partijen zijn vervolgens in een discussie geraakt over de vraag of [ged in conv/eiser in reconv] al dan niet in staat was om haar werkzaamheden te hervatten. Uiteindelijk hebben partijen besloten om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen middels een vaststellingsovereenkomst. De vaststellingsovereenkomst is opgesteld door de gemachtigde van Quality Dental.

2.4.1.

In de vaststellingsovereenkomst, die door [ged in conv/eiser in reconv] op 13 januari 2023 is getekend, is, voor zover hier van belang, het volgende bepaald:

1.1

De tussen Partijen bestaande arbeidsovereenkomst eindigt met wederzijds goedvinden per 1 juni 2023, hierna te noemen: ‘de Einddatum’, waarbij 31 mei 2023 de laatste dag van het dienstverband is. Partijen nemen een opzegtermijn van vier maanden in acht.

1.2

Werkgever zal aan Werknemer een vergoedingsbedrag uitkeren ter hoogte van EUR 10.521,06 bruto, te betalen binnen dertig dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst op een door Werknemer te bepalen wijze, mits fiscaal toelaatbaar en niet kostenverhogend voor Werkgever.

(..)

1.4

Indien Werknemer voor de Einddatum elders een nieuwe dienstbetrekking aanvaardt, dan dient zij dit terstond te melden aan Werkgever en eindigt het dienstverband per die eerdere datum zonder dat Werknemer gehouden is om enige opzegtermijn in acht te nemen. Zulks met dien verstande dat het vergoedingsbedrag uit artikel 1.2 wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de helft van de loonsom over de periode tussen de eerdere datum en de Einddatum.

1.5

Werknemer verklaart dat zij ten tijde van de ondertekening van deze overeenkomst noch een nieuwe dienstbetrekking elders heeft aanvaard, noch daarop een concreet vooruitzicht heeft. Mocht nadien blijken dat Werknemer op het tijdstip van ondertekening van deze overeenkomst reeds een andere dienstbetrekking had, dan wel een reëel vooruitzicht daarop, dan wel ter zake relevante informatie heeft

verzwegen, dan komt het recht op de vergoeding bedoeld artikel 1.2 te vervallen, terwijl de overige bepalingen van deze overeenkomst van kracht blijven. (..)

2.2

Tot de Einddatum behoudt Werknemer haar aanspraak op salaris inclusief ‘vakantietoeslag en overige emolumenten waarop zij uit hoofde van de arbeidsovereenkomst aanspraak heeft, tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald. (..)

2.5.

[ged in conv/eiser in reconv] heeft zich op of omstreeks 17 januari 2023 als zelfstandige in het Handelsregister ingeschreven onder de naam [naam 1] .

2.6.

Bij e-mail van 23 juni 2023 heeft de gemachtigde van [ged in conv/eiser in reconv] Quality Dental gesommeerd binnen 7 dagen tot een correcte afwikkeling van het dienstverband over te gaan, omdat [ged in conv/eiser in reconv] het opgebouwde vakantiesaldo niet uitbetaald had gekregen bij de eindafrekening.

2.7.

Bij brief van 30 juni 2023 heeft de gemachtigde van Quality Dental inhoudelijk daarop gereageerd en daarbij [ged in conv/eiser in reconv] gesommeerd € 5.331,62 aan Quality Dental (terug) te betalen. In de brief staat, voor zover hier van belang:

(..)

Partijen sloten een vaststellingsovereenkomst op grond waarvan [ged in conv/eiser in reconv] – kort gezegd – zou zijn vrijgesteld van werk met behoud van loon en zij een ontslagvergoeding zou ontvangen. Daartoe stelde cliënte meerdere voorwaarden. (..) Deze voorwaarden zijn opgenomen in de artikelen 1.4 en 1.5 van de vaststellingsovereenkomst.

Recent leerde cliënte dat [ged in conv/eiser in reconv] voornoemde bepalingen schond. Zij deed een onderzoek om na te gaan hoe dat precies zit. Cliënte beschikt na dat onderzoek over (onder andere) een uittreksel van de KvK waaruit volgt dat [ged in conv/eiser in reconv] reeds op 8 januari haar eenmanszaak ‘ [naam 1] ’ vestigde, uiteraard naast andere bewijsstukken die dat bevestigen. [ged in conv/eiser in reconv] verzuimde echter dat te noemen in de onderhandeling, hoewel voornoemde bepalingen uit de overeenkomst aanleiding hadden moeten zijn om dat te doen. [ged in conv/eiser in reconv] tekende de overeenkomst immers op 13 januari 2023, dus kennelijk nádat zij haar eenmanszaak ging drijven.

(..)

Ten eerste brengt toepassing van artikel 1.4 mee dat de arbeidsovereenkomst eindigde per 8 januari 2023. Cliënte was daarom vanaf die datum geen loon en emolumenten meer verschuldigd. Voor zover er loon en emolumenten zijn betaald vanaf 8 januari 2023 was dat onverschuldigd en dient [ged in conv/eiser in reconv] dat terug te betalen.

(..)

Ten tweede brengt toepassing van artikel 1.5 mee dat [ged in conv/eiser in reconv] geen recht heeft op de contractueel overeengekomen vergoeding van artikel 1.2.

[ged in conv/eiser in reconv] heeft nog recht op betaling van de vakantie uren tot 8 januari 2023. (..)

Cliënte verrekend het bedrag dat [ged in conv/eiser in reconv] nog dient te ontvangen aan vakantie uren tot 8 januari 2023 met het bedrag dat [ged in conv/eiser in reconv] aan loon dient terug te betalen. Per saldo heeft cliënte na die verrekening nog (..) € 5.331,62 tegoed.

(..)

2.8.

De gemachtigde van [ged in conv/eiser in reconv] heeft bij brief van 17 juli 2023 de vordering van Quality Dental van de hand gewezen, door onder meer het volgende aan te voeren:

(..)

Artikel 1.4 en 1.5 spreken namelijk expliciet over een ‘nieuwe dienstbetrekking elders’ en niet over het starten van een eigen onderneming. Met een dienstbetrekking (elders) wordt immers bedoeld de arbeidsverhouding die is gebaseerd op een overeenkomst tussen een werkgever en een werknemer waarbij de werknemer tegen betaling werk verricht. In het geval van een eigen onderneming van cliënte wordt aan deze definitie niet voldaan.

Daarnaast was er slechts sprake van een oriënterende handeling om in de toekomst wellicht als zzp’er aan de slag te gaan, zodat de arbeidskansen van cliënte werden vergroot. De Kamer van Koophandel heeft dit kennelijk verkeerd geregistreerd waarna een startdatum van 08 januari is geregistreerd. Naar aanleiding van contact met de Kamer van Koophandel werd duidelijk dat dit een administratieve fout betrof, een verschrijving. Deze is inmiddels hersteld.

(..)

Nu de startdatum van 18 januari 2023 van de onderneming van cliënte is gelegen na de ondertekening van de vaststellingsovereenkomst op 13 januari, heeft cliënte dan ook geen enkele bepaling geschonden. Zij behoefde bovendien niet te benoemen dat zij een eigen onderneming ging starten nu er in dit geval geen sprake is van een dienstbetrekking (elders).

(..)

Door middel van dit schrijven verzoek ik uw cliënte nogmaals vriendelijk (..) over te gaan tot een correcte afwikkeling van het dienstverband.

(..)

2.9.

Bij brief van 21 juli 2023 heeft de gemachtigde van Quality Dental meegedeeld dat Quality Dental geen aanleiding ziet om haar standpunt te herzien. Daarbij is opgemerkt:

Dat [ged in conv/eiser in reconv] poogt om haar sporen te wissen neemt niet weg dat cliënte alle bewijsstukken reeds heeft veiliggesteld en dat zij kan bewijzen dat [ged in conv/eiser in reconv] niet de waarheid spreekt. Cliënte heeft bewijsstukken waaruit zelfs blijkt dat [ged in conv/eiser in reconv] werkzaamheden verrichtte toen zij behoorde te re-integreren bij cliënte. Kortom, cliënte voelt zich dermate bij de spreekwoordelijke poot genomen dat zij de procedure als aangekondigd zal starten. Zij zal dus niet voldoen aan enig verzoek om te betalen.

3 De vordering en het verweer in conventie

3.1.

Quality Dental vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

I. Primair voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst eindigde per 8 januari 2023,

althans per een in goede justitie te bepalen datum; danwel

Subsidiair de gevolgen van de vaststellingsovereenkomst zodanig te wijzigen dat

de arbeidsovereenkomst eindigde per 8 januari 2023, althans een in goede justitie te

bepalen datum;

Zowel primair als subsidiair:

II. [ged in conv/eiser in reconv] te veroordelen om aan Quality Dental te betalen:

a. een bedrag van € 10.417,27 aan hoofdsom, dan wel € 5.331,62 na verrekening van het openstaande vakantiegeld;

b. een bedrag van € 879,17 aan buitengerechtelijke incassokosten;

c. de bedragen onder a en b te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 15 juli 2023;

althans een in goede justitie te bepalen bedrag vermeerderd met wettelijke rente vanaf het in goede justitie te bepalen moment;

III. voor recht te verklaren dat het recht van [ged in conv/eiser in reconv] op betaling van de vergoeding bedoeld in artikel 1.2 van de vaststellingsovereenkomst is komen te vervallen zodat Quality Dental niet is gehouden om die ontslagvergoeding aan [ged in conv/eiser in reconv] te betalen;

IV. veroordeling van [ged in conv/eiser in reconv] in de kosten van dit geding, het salaris van de gemachtigde van Quality Dental daaronder begrepen, en, voor zover voldoening binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis uitblijft, met nakosten.

3.2.

Quality Dental baseert haar vordering op het volgende. [ged in conv/eiser in reconv] heeft de contractuele afspraken zoals opgenomen onder 1.4 en 1.5 van de vaststellingsovereenkomst geschonden omdat zij per 8 januari dan wel per 1 februari 2023 een dienstbetrekking elders had, dan wel heeft zij ter zake van haar nieuwe dienstbetrekking informatie verzwegen als gevolg waarvan de arbeidsovereenkomst per 8 januari 2023 ten einde is gekomen.

Daarnaast is sprake van dwaling omdat Quality Dental de vaststellingsovereenkomst niet onder deze voorwaarden had gesloten als zij had geweten dat [ged in conv/eiser in reconv] een eenmanszaak was gestart per 8 januari 2023 of per 1 februari 2023 zou starten. Quality Dental wil de nadelen die voortvloeien uit de vaststellingsovereenkomst opgeheven zien op een wijze die strookt met de voorwaarden zoals Quality Dental die wilde bieden, te weten dat de loonbetalingsverplichting (eerder) zou eindigen als [ged in conv/eiser in reconv] op een enige (andere) wijze in haar inkomen zou voorzien.

In beide gevallen heeft Quality Dental het salaris over de periode 9 januari tot 1 juni 2023 zonder rechtsgrond en dus onverschuldigd aan [ged in conv/eiser in reconv] betaald, zodat [ged in conv/eiser in reconv] gehouden is dit aan Quality Dental terug te betalen. Aangezien [ged in conv/eiser in reconv] , ondanks aanmaning niet tot terugbetaling is overgegaan, is zij ook de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten verschuldigd.

Voorts heeft voornoemde schending van de artikelen 1.4 en 1.5 tot gevolg dat het recht op de vergoeding zoals bedoeld in artikel 1.2 van de vaststellingsovereenkomst komt te vervallen.

3.3.

[ged in conv/eiser in reconv] voert verweer. Daarop wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4 De vordering en het verweer in reconventie

4.1.

[ged in conv/eiser in reconv] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Quality Dental te veroordelen om aan [ged in conv/eiser in reconv] te betalen een bedrag van € 15.607,25 bruto (bestaande uit € 10.521,60 bruto aan vergoedingsbedrag en € 5.085,65 aan openstaande vakantiedagen en vakantiegeld), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2023 tot de dag van volledige betaling, met veroordeling van Quality Dental in de proceskosten, waaronder de kosten van juridische bijstand.

4.2.

[ged in conv/eiser in reconv] baseert haar vordering op het volgende. Quality Dental is op grond van artikel 1.2 van de vaststellingsovereenkomst gehouden binnen 30 dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst een bedrag van € 10.561,60 bruto aan vergoedingsuitkering aan [ged in conv/eiser in reconv] over te maken. Daarnaast maakt [ged in conv/eiser in reconv] aanspraak op € 5.085,65 bruto aan niet betaalde vakantiedagen en vakantiegeld.

Aangezien de arbeidsovereenkomst per 1 juni 2023 is geëindigd en Quality Dental voornoemde bedragen niet binnen 30 dagen na de einddatum van de arbeidsovereenkomst aan [ged in conv/eiser in reconv] heeft betaald, is zij vanaf 1 juli 2023 ook de wettelijke rente verschuldigd.

4.3.

Quality Dental voert verweer. Daarop wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5 De beoordeling van het geschil in conventie en in reconventie

5.1.

Omdat de vorderingen in conventie en in reconventie nauw met elkaar samenhangen, bespreekt de kantonrechter deze gezamenlijk.

5.2.

Partijen hebben een geschil over de vraag hoe artikelen 1.4 en 1.5. van de vaststellingsovereenkomst moeten worden uitgelegd, met name waar het gaat om het begrip ‘dienstverband’. Omdat partijen het niet eens zijn over de uitleg van het beding, moet de kantonrechter het beding uitleggen aan de hand van de zogenaamde Haviltex-norm.1 Daarbij gaat het doorgaans niet alleen om de letterlijke tekst van een overeenkomst, maar ook om de vraag welke betekenis partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepaling mochten toekennen en wat zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Kort gezegd: wat waren de bedoelingen van partijen?

5.3.

Quality Dental stelt – kort samengevat – dat zij heeft bedoeld slechts loon door te (willen) betalen voor zover [ged in conv/eiser in reconv] niet op een andere wijze van inkomen werd voorzien of een concreet uitzicht daarop had. [ged in conv/eiser in reconv] heeft de bepalingen echter opgevat dat deze enkel van toepassing zijn op de situatie waarin zij een arbeidsovereenkomst met een (andere) werkgever zou sluiten en dus niet op de situatie waarin zij als zzp’er aan de slag zou gaan. In het geval dat de uitleg van [ged in conv/eiser in reconv] gevolgd zou worden, stelt Quality Dental zich op het standpunt dat zij niet de wil had om de vaststellingsovereenkomst onder deze voorwaarden te sluiten en had [ged in conv/eiser in reconv] daar volgens haar ook niet gerechtvaardigd op mogen vertrouwen.

5.4.

Hoewel de tekst van de vaststellingsovereenkomst bij de uitleg daarvan niet de enige factor is die meegewogen moet worden is dat wel een belangrijke factor.

De kantonrechter acht het begrip ‘dienstbetrekking’ zuiver taalkundig niet voor meerderlei uitleg vatbaar. Een dienstbetrekking is een arbeidsverhouding die is gebaseerd op een overeenkomst tussen een werkgever en een werknemer over de manier waarop de werknemer tegen betaling werk verricht. Werkzaamheden als een zzp’er worden (in de regel) op basis van een overeenkomst van opdracht uitgevoerd, zodat deze werkzaamheden niet onder het begrip ‘dienstverband’ begrepen dienen te worden.

Tussen partijen staat vast dat zij niet hebben onderhandeld over de (inhoud van de) betreffende bedingen in de vaststellingsovereenkomst. De gemachtigde van Quality Dental heeft desgevraagd een beëindigingsvoorstel gedaan middels de door hem opgestelde vaststellingsovereenkomst, welk voorstel direct door [ged in conv/eiser in reconv] is aanvaard. Er zijn geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit moet worden afgeleid dat [ged in conv/eiser in reconv] ondanks de inhoud en strekking van de betreffende bedingen moest of kon begrijpen dat Quality Dental onder het begrip ‘dienstbetrekking’ ook het te vergaren inkomen als zzp’er bedoelde, noch dat Quality Dental er gerechtvaardigd vanuit mocht gaan dat [ged in conv/eiser in reconv] dit begreep of behoorde te begrijpen.

Gelet daarop is er temeer reden om doorslaggevende betekenis toe te kennen aan de tekst van het beding en het begrip ‘dienstbetrekking’.

Indien Quality Dental het vergaren van inkomen als zzp’er (of een concreet uitzicht daarop) ook als reden voor voortijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst had willen overeenkomen, had het op haar weg gelegen dat kenbaar te maken en dienaangaande (ook) een voorbehoud op te nemen in de vaststellingsovereenkomst. Dat zij dit heeft nagelaten dient, mede gelet op het feit dat de vaststellingsovereenkomst door de gemachtigde van Quality Dental is opgesteld, voor haar rekening en risico te blijven.

5.5.

Het voorgaande leidt er eveneens toe dat een beroep op dwaling door Quality Dental niet kan slagen. De kantonrechter acht in dit kader nog het volgende van belang. Partijen zijn op enig moment in een patstelling geraakt over de arbeids(on)geschiktheid van [ged in conv/eiser in reconv] , waarbij Quality Dental op enig moment heeft gedreigd de loondoorbetaling te stoppen. Uiteindelijk heeft (de gemachtigde van) [ged in conv/eiser in reconv] Quality Dental uitgenodigd om een voorstel te doen ter beëindiging van het geschil en de arbeidsovereenkomst. De gemachtigde van Quality Dental heeft daarop een uitgebreid voorstel gedaan middels de door hem opgestelde vaststellingsovereenkomst, waarover partijen niet hebben onderhandeld. [ged in conv/eiser in reconv] mocht er vanuit gaan dat het voorstel van Quality Dental goed was doordacht.

Onder die omstandigheden hoefde [ged in conv/eiser in reconv] niet uit eigen beweging mee te delen dat zij (vergaande) plannen had om als zzp’er aan de slag te gaan. Van belang daarbij is dat niet is gesteld dat [ged in conv/eiser in reconv] ten tijde van het ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst reeds werkzaamheden als zzp’er verrichtte en daaruit een substantieel inkomen genereerde. Dat kan ook niet worden afgeleid uit de enkele inschrijving in het Handelsregister. Het overnamecontract (productie 9 bij conclusie van antwoord) geeft ook geen aanleiding om anders aan te nemen.

5.6.

De conclusie is dan ook dat [ged in conv/eiser in reconv] niet in strijd heeft gehandeld met de bepalingen 1.4 en 1.5 van de vaststellingsovereenkomst, waardoor de arbeidsovereenkomst op 31 mei 2023 ten einde is gekomen. De primair gevorderde verklaring voor recht wordt daarom afgewezen. Hetzelfde geldt voor de subsidiaire vordering nu de gestelde nadelige gevolgen voor rekening en risico van Quality Dental dienen te blijven.

5.7.

Aangezien geen sprake is van schending van enige bepaling in de vaststellingsovereenkomst, is de arbeidsovereenkomst op 31 mei 2023 geëindigd en was Quality Dental tot en met die datum het loon aan [ged in conv/eiser in reconv] verschuldigd. Daardoor is de grondslag aan de door Quality Dental gevorderde hoofdsom en de daarmee samenhangende nevenvorderingen komen te ontvallen. De vorderingen in conventie worden dan ook afgewezen.

5.8.

Dit leidt er eveneens toe dat Quality Dental gehouden is het vergoedingsbedrag van

€ 10.521,60 (bruto), zoals bepaald in artikel 1.2., aan [ged in conv/eiser in reconv] te betalen, zoals in reconventie door [ged in conv/eiser in reconv] gevorderd. Daarnaast heeft Quality Dental erkend dat [ged in conv/eiser in reconv] aanspraak heeft op € 5.085,65 (bruto) aan niet betaalde vakantiedagen en vakantiegeld. Beide vorderingen worden daarom toegewezen.

5.9.

De meegevorderde wettelijke rente wordt ook toegewezen omdat Quality Dental heeft nagelaten binnen 30 dagen voornoemde bedragen na het einde van de arbeidsovereenkomst aan [ged in conv/eiser in reconv] te betalen.

5.10.

Quality Dental wordt in conventie en in reconventie in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.

6 De beslissing

De kantonrechter

in conventie

6.1.

wijst de vorderingen af;

6.2.

veroordeelt Quality Dental in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [ged in conv/eiser in reconv] vastgesteld op € 812,00 (€ 406,00 * 2 punten) aan salaris voor de gemachtigde;

in reconventie

6.3.

veroordeelt Quality Dental aan [ged in conv/eiser in reconv] te betalen (het netto-equivalent van) een bedrag van € 15.607,25 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2023 tot de dag dat alles is betaald;

6.4.

veroordeelt Quality Dental in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [ged in conv/eiser in reconv] vastgesteld op € 406,00 (€ 406,00 * 2 * 1/2 punt) aan salaris voor de gemachtigde;

in conventie en in reconventie

6.5.

verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. M.J.P. Heijmans en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2024.

1 HR 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4158; Haviltex

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.