I. de arbeidsovereenkomst tussen partijen met inachtneming van de geldende opzegtermijn van ten minste één maand en daardoor niet eerder dan met ingang van 1 april 2025 te ontbinden;
II. Denkavit te veroordelen, om binnen vijf dagen na het wijzen van de beschikking, aan [verzoeker] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de resterende transitievergoeding ad € 967,18 bruto, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
III. Denkavit te veroordelen, om binnen vijf dagen na het wijzen van de beschikking, aan [verzoeker] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de billijke vergoeding ter hoogte van ad € 23.905,33 bruto, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
IV. Denkavit te veroordelen om binnen vijf dagen na het wijzen van de beschikking, aan [verzoeker] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een eindafrekening, zijnde uitbetaling van de niet-genoten vakantieuren ad € 1.314,11 bruto, vakantietoeslag ad € 769,90 bruto en de pro rata kerstgratificatie 2025 ad € 801,97 bruto, althans door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedragen;
V. Denkavit te veroordelen, om binnen vijf dagen na het wijzen van de beschikking, aan [verzoeker] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de wettelijke rente over de verzoeken I t/m IV;
VI. Denkavit te veroordelen, om binnen vijf dagen na het wijzen van de beschikking, aan [verzoeker] schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificaties te verstrekken, waarin de bedragen en betalingen van sub I t/m V zijn verwerkt, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 100,- per dag of een gedeelte daarvan dat Denkavit hiermee in gebreke blijft, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom per dag;
VII. Denkavit te veroordelen in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van de in deze te wijzen beschikking.