RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Winschoten
Zaak\rolnummer: 429989 \ EJ VERZ 09-173
beschikking d.d. 8 december 2009
inzake
de coöperatie U.A. Coöperatie Avebe U.A.,
gevestigd en kantoorhoudende te (9607 PT) Foxhol, Avebe-weg 1,
verzoekster, hierna Avebe te noemen,
gemachtigde mr. D. Kuijken, advocaat te Groningen.
tegen
P.,
wonende te Veendam,
verweerder, hierna P. te noemen,
gemachtigde mr. F.A.A.C. Traa, advocaat te Utrecht.
PROCESGANG
Bij voorwaardelijk verzoekschrift is verzocht de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen in de zin van artikel 7:685 BW. P. heeft zich bij verweerschrift verzet tegen de gevraagde ontbinding.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 24 november 2009. Partijen (Avebe vertegenwoordigd door de heren W.B. Bouwmeester, directeur P&O en G.J. Meursing, commercieel directeur) en hun gemachtigden zijn ter zitting verschenen, waar zij hun wederzijdse standpunten (nader) uiteen hebben gezet, mede aan de hand van de door mr. Kuijken opgestelde pleitaantekeningen. Tevens heeft de heer D. Heinen, bestuurder van FNV Bondgenoten, een nadere toelichting gegeven. Van het verhandelde is door de griffier aantekening gehouden.
De uitspraak is bepaald op heden.
OVERWEGINGEN
1. De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod.
2. De gewichtige redenen die Avebe aan het voorwaardelijke verzoek ten grondslag heeft gelegd komen er op neer dat het onder de omstandigheden van het geval gerechtvaardigd is dat de bij Avebe noodzakelijk geworden inkrimping van arbeidsplaatsen wordt gerealiseerd doordat P. gebruik maakt van de (alsdan kennelijk niet verplicht geachte) prepensioenregeling.
3. In het vonnis dat heden is gewezen in het kort geding dat P. tegen Avebe aanhangig heeft gemaakt (426359 \ VV EXPL 09-34) heeft de kantonrechter geoordeeld dat Avebe, door P. te ontslaan en te verplichten om gebruik te maken van de prepensioenregeling, een leeftijdsonderscheid maakt als bedoeld in de Wet Gelijke Behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (hierna: WGBL) en dat daarvoor geen objectieve rechtvaardiging in de zin van artikel 7 lid 1 sub c van de WGBL aanwezig is. De overwegingen die de kantonrechter daaraan in genoemd vonnis heeft gewijd dienen als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
4. De feiten en omstandigheden die Avebe in de onderhavige procedure heeft aangevoerd, en die volgens Avebe zouden moeten maken dat de kantonrechter desondanks tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen partijen zou moeten overgaan, zijn door de kantonrechter reeds meegewogen bij zijn oordeel dat P. niet verplicht kan worden gebruik te maken van de prepensioenregeling. Toewijzing van het verzoek van Avebe zou de beoogde bescherming tegen – niet objectief gerechtvaardigde – leeftijdsdiscriminatie ondergraven. Dat de arbeidsplaats van P. per 1oktober 2009 volgens Avebe is komen te vervallen kan daaraan niet afdoen, omdat Avebe deze stelling niet nader heeft onderbouwd en P. deze stelling ter zitting gemotiveerd heeft betwist.
5. Uit het voorgaande vloeit voort dat het voorwaardelijke verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen partijen zal worden afgewezen.
6. Avebe zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. Gelet op de samenhang met de procedure in kort geding zullen deze kosten worden bepaald op € 250,00 voor salaris van de gemachtigde (indiening verweerschrift).
BESLISSING
De kantonrechter:
wijst het voorwaardelijke verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen partijen af;
veroordeelt Avebe in de kosten van deze procedure, aan de zijde van P. tot aan deze uitspraak vastgesteld op € 250,00 voor salaris van de gemachtigde;
ontzegt – voor zover nodig – het meer of anders gevorderde.
Deze beschikking is gewezen door mr. B. van den Bosch, kantonrechter, en op 8 december 2009 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: wj