[eiser] heeft gesteld dat de verontreiniging van de bodem waar het hier om gaat, aanwezig was ten tijde van de levering. Bij schrijven van 15 mei 2009 heeft hij [gedaagde] van een blauwe verkleuring van het grondwater, die op verontreiniging duidt, op de hoogte gebracht. Bij brief van 3 augustus 2009 is daar de verontreiniging van de grond met asbest aan toegevoegd. [gedaagde] heeft betwist dat voornoemde verontreiniging aanwezig was ten tijde van de levering. Zij heeft gesteld dat Kosmeijer op het terrein aan auto’s sleutelt waardoor de verontreiniging kan zijn ontstaan en/of vervuilde grond op het terrein heeft gebracht. De aanwezigheid van voornoemde verontreiniging kan, aldus [gedaagde] , niet worden afgeleid uit het rapport van Outline Consultancy omdat dit dateert van juli 2010, dus anderhalf jaar na het sluiten van de koopovereenkomst.
De rechtbank overweegt dat [eiser] voldoende gemotiveerd heeft gesteld dat de verontreiniging aanwezig was ten tijde van de overdracht. Hij heeft immers kort na de overdracht [gedaagde] reeds gewezen op de blauwe verkleuring van het grondwater bij schrijven van 15 mei 2009 en op de aanwezigheid van asbest bij schrijven van 3 augustus 2009. Ook het rapport van Outline Consultancy, alhoewel daterend van juli 2010, wijst op de aanwezigheid van in ieder geval zeer sterk verhoogde gehalten aan lood en barium en een matig verhoogd gehalte aan zink en op de aanwezigheid van wit, bruin en blauw asbest.
De rechtbank wenst thans, gezien de betwisting van [gedaagde] , over de vraag of de verontreiniging aanwezig was ten tijde van de overdracht op 27 februari 2009 een deskundige te raadplegen.
[eiser] heeft voorts gesteld, onder verwijzing naar het rapport van Outline Consultancy, dat de verontreiniging in de bodem dermate ernstig is dat zij een normaal gebruik van de onroerende zaak als woning, daaronder de tuin inbegrepen, in de weg staat. [gedaagde] heeft een en ander betwist. Gezien het karakter van de aangetroffen stoffen zoals deze zijn benoemd in het rapport van Outline Consultancy, wenst de rechtbank, voor het geval de deskundige constateert dat de verontreiniging reeds aanwezig was op 27 juli 2009, hem voorts te raadplegen over de vraag of de verontreiniging qua aard en omvang dermate ernstig is dat zij een normaal gebruik van woning, waaronder begrepen de tuin, in de weg staat. Dit laatste kan bijvoorbeeld het geval zijn omdat een urgente noodzaak bestaat om in te grijpen en/of omdat sprake is van een gevaar voor de gezondheid dan wel om nader te omschrijven andere redenen. Tevens wenst de rechtbank van de deskundige te vernemen welke kosten gemoeid zijn met sanering van de bodem.
Bij beantwoording van de voornoemde vragen dient de deskundige uitdrukkelijk de verontreiniging met asbest van die met de andere stoffen (in het bijzonder met barium, lood, zink, kobalt, koper, kwik, molybdeen, PAK, PCB en minerale oliën) te onderscheiden.