RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton Locatie Zaandam
zaak/rolnr.: 311868 / CV EXPL 06-3269
datum uitspraak: 24 augustus 2006
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
Groene Land PWZ Achmea Zorgverzekeringen N.V.
te Utrecht
eisende partij
hierna te noemen Groene Land PWZ
gemachtigde deurwaarder W.Th. Schoonebeek
tegen
[verweerster]
te [adres],
gedaagde partij
hierna te noemen [verweerster]
gemachtigde geen (procedeert in persoon).
De procedure
Groene Land PWZ heeft op gronden zoals in de dagvaarding (uitgebracht op 16 mei 2006) vermeld een vordering ingesteld tegen [verweerster]. Op de eerst dienende dag heeft Groene Land PWZ de vordering verminderd met de op 6 maart 2006 ontvangen hoofdsom van € 59,65.
Hierop heeft [verweerster] geantwoord.
Vervolgens is schriftelijk voort geprocedeerd.
Tenslotte is de uitspraak op vandaag bepaald.
De inhoud van alle processtukken, waaronder begrepen de mogelijk door partijen overgelegde producties, wordt als hier overgenomen beschouwd.
De vordering
Groene Land PWZ vordert na vermindering van eis dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [verweerster] zal veroordelen aan Groene Land PWZ te betalen de somma van € 1,24 aan rente berekend tot 11 mei 2006 alsmede € 44,03 wegens buitengerechtelijke kosten en verder de proceskosten.
Het verweer
Het verweer strekt tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van de vordering.
De beoordeling van het geschil
Het gaat in deze zaak om de premie ziekenfonds over de maand oktober 2005 die door [verweerster] pas op 3 maart 2006 is betaald, dat is overigens ruim voor het uitbrengen van de dagvaarding. Toen de dagvaarding werd uitgebracht was de hoofdsom dus al lang en breed betaald.
Wat overblijft zijn de rente en kosten.
Voor wat betreft de gevorderde rente moet worden vastgesteld dat die is berekend tot 11 mei 2006, dus tot ruim na betaling van de rentedragende hoofdsom. Dat kan dus niet kloppen. Op basis van de mij bekende gegevens kan ik de wel verschuldigde rente niet berekenen, zodat de rentevordering moet worden afgewezen.
Voor wat betreft de buitengerechtelijke kosten moet worden geconstateerd dat niet aannemelijk is geworden dat extra werkzaamheden zijn verricht die niet tot de proceskosten behoren. Integendeel, uit het dossier moet worden opgemaakt dat geheel op de automatische piloot is gevaren en dat geen werkelijke moeite is gedaan om buitengerechtelijk met [verweerster] in gesprek te raken. Onweersproken is gebleven dat [verweerster] nog € 110,92 tegoed had wegens onverschuldigd betaalde premie voor de maand januari 2006, toen [verweerster] immers elders verzekerd was. Het argument dat dit niet verrekend kon worden omdat deze premie, zoals ik begrijp dat is bedoeld te stellen, formeel niet door Groene Land PWZ zou zijn ontvangen maar door een, zoals ik begrijp dochter of zuster vennootschap, mag daarvoor wel als bewijs dienen. Groene Land PWZ kan mij in elk geval, zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet wijs maken dat zij een en ander niet had kunnen regelen als zij daarvoor haar best had gedaan. Kortom: een typisch voorbeeld van "een paarse krokodil", waarvoor [verweerster] niet hoeft te betalen.
Samenvattend moet de vordering worden afgewezen met veroordeling van Groene Land PWZ in de proceskosten.
De hierna te noemen proceskosten moeten door Groene Land PWZ aan [verweerster] worden uitbetaald. Blijft zij daarmee in gebreke dan kan [verweerster] deze kosten via een gerechtsdeurwaarder incasseren.
Beslissing
De vordering wordt afgewezen.
Groene Land PWZ wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure, deze voor zover gerezen aan de zijde van [verweerster] tot op heden begroot op € 50,--.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.Visser, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 augustus 2006, in tegenwoordigheid van de griffier.