RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton Locatie Zaandam
zaak/rolnr.334784 CV EXPL 07-314
datum uitspraak: 5 april 2007
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
Kesteren Medical Factoring B.V.
te Kesteren
eisende partij
hierna te noemen Kesteren Medical Factoring
gemachtigde Hofstee NGC gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
destijds te [adres],
thans te [adres]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde]
gemachtigde: geen (procedeert in persoon).
De procedure
Kesteren Medical Factoring heeft op gronden zoals in de dagvaarding vermeld een vordering ingesteld tegen [gedaagde].
Hierop heeft [gedaagde] geantwoord.
Vervolgens is schriftelijk voort geprocedeerd.
Tenslotte is de uitspraak op vandaag bepaald.
De inhoud van alle processtukken, waaronder begrepen de mogelijk door partijen overgelegde producties, wordt als hier overgenomen beschouwd.
De vordering
Kesteren Medical Factoring vordert dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen aan Kesteren Medical Factoring te betalen de somma van € 1.941,65 met (verdere) rente en kosten.
Het verweer
Het verweer strekt tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van de vordering.
De feiten
In deze procedure zijn de volgende feiten voldoende komen vast te staan omdat deze niet, dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist zijn gebleven.
1. Tandarts A.M. Geils (orthodontist) heeft in de periode januari 2003 tot en met maart 2004 een orthodontistische behandeling gegeven aan [gedaagde], die zich daartoe bij hem had gemeld. [gedaagde] was toen nog een scholiere van 16/17 jaar oud.
2. De rekeningen zijn gestuurd aan het adres van de ouders van [gedaagde], [adres] te [adres]. Deze rekeningen zijn niettegenstaande aanmaning onbetaald gebleven.
3. Inmiddels woont [gedaagde] op zichzelf.
4. De vordering is rechtsgeldig gecedeerd aan Kesteren Medical Factoring.
De beoordeling van het geschil
[gedaagde] heeft als verweer gevoerd dat zij ten tijde van de behandeling nog een minderjarige scholiere was en ervan uitging (en mocht gaan) dat haar ouders zouden zorgen voor de financiële afwikkeling. Dat heeft ze ook aan de tandarts gemeld. Zij vindt dat haar ouders de rekening moeten betalen.
Daarover wordt als volgt geoordeeld.
Ingevolge het bepaalde in artikel 7.447 was [gedaagde] ook als zestienjarige reeds bekwaam om zelfstandig de in deze procedure bedoelde behandelingovereenkomst te sluiten met tandarts Geils en is zij daarom zelf aansprakelijk voor de betaling van de rekening. Noch de tandarts noch Kesteren Medical Factoring, aan wie de vordering is gecedeerd, hebben daarvoor een directe vordering op de ouders van [gedaagde]. Dat betekent dat [gedaagde] wel degelijk zelf moet betalen.
Dat laat onverlet dat [gedaagde] op basis van de wettelijke regeling inzake de ouderlijke onderhoudsplicht haar ouders ook thans nog, met terugwerkende kracht, kan aanspreken tot vergoeding van de tandheelkundige kosten die zij aldus zelf heeft moeten bekostigen. Verwezen wordt naar de artikelen 1.404 en 406 van het Burgerlijk Wetboek (zie HR 11/12/1987, NJ 1988,723 en HR 3/11/1989, NJ 1990, 501 voor de periode na meerderjarigheid), alsmede de artikelen 1.395a en 403 van het Burgerlijk Wetboek. Voor nadere informatie, alsmede die voor gesubsidieerde rechtshulp, kan zij zich wenden tot het Juridisch Loket, dan wel een advocaat.
Samenvattend zal de vordering worden toegewezen, echter zonder de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, nu onvoldoende is gebleken dat de door Kesteren Medical Factoring bedoelde aanmaningen [gedaagde] hebben bereikt.
Voor wat betreft de wettelijke rente zal worden volstaan met toewijzing van de wettelijke rente, nu het door een tandarts door middel van algemene voorwaarden overeenkomen van een contractuele vertragingsrente van 1% per maand met een nog thuis wonende scholiere van slechts 16 jaar, zonder dat vooraf enige zekerheid is verkregen omtrent de betaling, moet worden aangemerkt als een onredelijk bezwarend beding, zoals bedoeld in artikel 6.253 van het Burgerlijk Wetboek.
Aangezien de vordering voor een niet onbelangrijk deel wordt afgewezen, worden de proceskosten gecompenseerd.
Beslissing
[gedaagde] wordt veroordeeld om aan Kesteren Medical Factoring te betalen de somma van € 1.219,60 met de wettelijke rente over de daarvan deel uitmakende factuurbedragen, telkens te berekenen vanaf 30 dagen na de betreffende factuurdatum, tot de dag dat alles betaald is.
Iedere partij draagt de eigen proceskosten.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar verklaard bij voorraad.
Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.Visser, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 april 2007, in tegenwoordigheid van de griffier.