RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rep.nr.: 375570 / AO VERZ 08-183
datum uitspraak: 26 maart 2008
BESCHIKKING VOORWAARDELIJKE ONTBINDING ARBEIDSOVEREENKOMST
inzake
de besloten vennootschap Menzies World Cargo Nederland B.V.
te Luchthaven Schiphol
verzoekster
hierna: Menzies
gemachtigde: mr. L.M. van der Sluis
tegen
[verweerder]
te [woonplaats]
verweerder
hierna: [verweerder]
gemachtigde: mr. J.J. Kaldenbach (FNV Bondgenoten)
De procedure
Op 29 februari 2008 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van Menzies. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 12 maart 2008, gelijktijdig met de door [verweerder] gevorderde voorlopige voorziening. Partijen hebben hun standpunten ter zitting nader toegelicht. De gemachtigden van partijen hebben pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht. Menzies heeft tevens een CD-Rom overgelegd. De kantonrechter heeft deze ter zitting bekeken.
De feiten
a. [verweerder], thans 39 jaar oud, is op 16 november 1987 bij Menzies in dienst getreden. Hij was laatstelijk werkzaam op basis van een dienstbetrekking van 38,77 uur per week in de functie van Voorman Een op Afdeling B tegen een salaris van € 2.520,88 bruto exclusief vakantiegeld en overige emolumenten.
b. In de van toepassing zijnde Collectieve Arbeidsovereenkomst Menzies World Cargo Nederland 2005-2007 (hierna: de CAO) is onder meer het volgende opgenomen:
4.6 De werknemer is mede verantwoordelijk voor de handhaving van de orde, reinheid en van goede sfeer in het bedrijf en verplicht tot naleving van de desbetreffende aanwijzingen en voorschriften door of namens de werkgever gegeven.
De werknemer is verplicht de eigen veiligheid en die van anderen naar vermogen in acht te nemen door:
- zich op de hoogte te stellen van voorschriften, opgestelde veiligheidsvoorschriften, zoals die bij de werkgever gelden; (…)
4.15 De werkgever en de werknemers zijn overeengekomen dat discriminatie op grond van huidkleur of ras, geloof, seksuele geaardheid, geslacht, alsmede seksuele intimiteiten en/of intimidatie, agressie en/of geweld niet getolereerd zullen worden. Overtreding zal met een disciplinaire maatregel worden bestraft; herhaalde overtreding kan een dringende reden voor ontslag opleveren.
4.16 Medewerkers die zich op grond van bovenstaand artikel bedreigt of geïntimideerd voelen, kunnen zich ook in verbinding stellen met een vertrouwenspersoon. (…) Indien de klachtencommissie de klacht gegrond verklaart, zal de overtreding met een nader vast te stellen disciplinaire maatregel worden bestraft. De klachtencommissie zal hierover een bindend advies uitbrengen aan de bestuurder. Herhaling of een zeer ernstige overtreding kan een dringende reden voor ontslag opleveren.
c. De heer [XXX] (hierna: [XXX]) werkte tot en met december 2007 eveneens op afdeling B. [XXX] is homoseksueel.
d. Bij Menzies heeft recentelijk een ernstig ongeval met een heftruck plaatsgevonden. Naar aanleiding daarvan heeft Menzies alle medewerkers, waaronder [verweerder], er in een interne mededeling op gewezen dat men nooit met een heftruck mag gaan rijden zolang er mensen dicht in de buurt staan.
e. [YYY] (hierna [YYY]), inmiddels voormalig werknemer van Menzies, heeft met zijn mobiele telefoon een aantal filmpjes gemaakt met daarop gedragingen van de werknemers van afdeling B jegens [XXX]. Hij heeft deze filmpjes voorzien van onder meer de teksten “effe lekker stoeien met Mattie” en “homo” en ze op de internetsite ‘youtube’ geplaatst.
f. Op een filmpje is te zien dat [verweerder] met een vorkheftruck het kantoor nadert waar [XXX] aan het werk is. [XXX] ziet of hoort de vorkheftruck niet aankomen. [verweerder] tracht met de lepel van de vorkheftruck de stoel waarop [XXX] zit op te tillen. De stoel komt daarbij in beweging. [verweerder] stapt vervolgens van de vorkheftruck af en gaat vlak achter [XXX] staan, raakt [XXX] met beide handen aan, maakt met zijn onderlichaam stotende bewegingen en beweegt zijn hand voor zijn kruis. [verweerder] loopt uiteindelijk het kantoor uit en zegt dan: “is voor jou toch heel normaal dit (…)’ Op ander filmpje is te zien dat [verweerder] [XXX] laat schrikken door een plotselinge schreeuw.
g. In de week van 12 januari 2008 hebben twee duty managers aan de leiding van Menzies laten weten dat er bepaalde filmpjes op internet stonden die op de werkvloer van Menzies waren gemaakt. De duty managers hebben daarbij aangegeven dat het ‘onschuldige filmpjes’ betrof en dat zij de filmer zouden aanpakken. Het is bij Menzies verboden om op de werkvloer te filmen.
h. Tijdens een CAO-overleg op 17 januari 2008 maakte één van de duty managers in aanwezigheid van de directie weer een opmerking over de filmpjes. Hierop heeft de directie besloten aandacht aan de filmpjes te besteden.
i. Op vrijdagavond 18 januari 2008 en nogmaals op zaterdagmorgen 19 januari 2008 zijn de filmpjes bekeken door de heer [AAA] (toenmalig) directeur van Menzies, de heer [BBB] en mevrouw [CCC].
j. Op 19 januari 2008 heeft Menzies de arbeidsovereenkomst met vier werknemers, waaronder [YYY] en [verweerder], per direct beëindigd. Aan [verweerder] is medegedeeld dat hij is ontslagen wegens seksuele intimidatie van een collega en rijgedrag met een vorkheftruck in strijd met de veiligheidsvoorschriften.
Het verzoek
Menzies verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst, voor het geval het dienstverband tussen partijen nog mocht blijken te bestaan, primair wegens een dringende reden en subsidiair wegens veranderingen in de omstandigheden, zonder toekenning van een vergoeding. Ter toelichting stelt Menzies - samengevat - het volgende.
Zij besteedt veel aandacht aan een veilige werkomgeving en een goede sfeer, waarbinnen een ieder gelijk - dus zonder discriminatie - en met respect wordt behandeld. Alle werknemers weten en worden ook geacht te weten hoe om te gaan met materieel en hoe zich als werknemer te gedragen. [verweerder] heeft zich schuldig gemaakt aan het pesten, intimideren en/of treiteren van een collega en het overtreden van veiligheidsvoorschriften. Het gaat niet slechts om een geintje. [XXX] heeft in een gesprek op 19 januari 2008 verteld dat hij zich juist vanwege de incidenten heeft laten overplaatsen. Het gedrag van [verweerder] is hem extra aan te rekenen. In de eerste plaats is hij Voorman Een, zodat hij een voorbeeldfunctie vervult. Voorts wist hij dat [XXX] al eerder op het werk was gepest en dat Menzies de schuldigen daarop toen ernstig heeft aangesproken. Ten slotte heeft [verweerder] opleidingen gevolgd voor het besturen van een heftruck, terwijl hij ook kennis had van het ongeval met een heftruck. Hij weet dus dat een heftruck zeker niet mag worden gebruikt voor het optillen van een collega die op een stoel zit.
Voor het geval dat het ontslag op staande voet geen stand mocht houden, geldt dat Menzies ieder vertrouwen in [verweerder] als werknemer en zeker als voorman kwijt is. Er is daarmee voldoende gewichtige reden om de arbeidsovereenkomst zo snel mogelijk te ontbinden. De aanleiding van de ontbinding ligt in de risicosfeer van [verweerder], zodat hem geen vergoeding toekomt.
Het verweer
[verweerder] concludeert primair om Menzies niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoek dan wel het verzoek af te wijzen. Voor het geval de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] om toekenning van een vergoeding van € 151.425,25 bruto. Ter toelichting voert [verweerder] - samengevat - het volgende aan.
Menzies houdt zich in een bepaald geval ook niet aan de veiligheidsvoorschriften. [verweerder] wist niet dat de filmpjes op internet zijn gezet. [verweerder] heeft zich niet althans niet opzettelijk schuldig gemaakt aan het pesten of (seksueel) intimideren van [XXX]. Het gaat slechts om een kwajongensstreek, dan wel om normaal gedrag tussen collega’s. Dat blijkt ook uit een email van [XXX] aan [verweerder], waarin [XXX] aangeeft het ontslag van [verweerder] te betreuren.
Het is daarom niet terecht dat Menzies het dienstverband wenst te beëindigen.
195 werknemers hebben een petitie getekend waarin Menzies wordt verzocht het dienstverband met onder meer [verweerder] voort te zetten. Er is daarom geen belemmering voor Menzies om [verweerder] in dienst te laten. [verweerder] verzoekt de kantonrechter daarom primair de arbeidsovereenkomst niet te ontbinden. Voor zover de arbeidsovereenkomst wel dient te eindigen, geldt dat [verweerder] daarvan geen verwijt kan worden gemaakt. Menzies had voor een
andere maatregel moeten kiezen. Menzies heeft het nagelaten een passende financiële voorziening voor [verweerder] te treffen. Met het oog op alle omstandigheden is een vergoeding op basis van correctiefactor 2 op zijn plaats.
De beoordeling van het verzoek
1. De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod als bedoeld in artikel 7:685 lid 1 BW.
2. Menzies stelt dat de arbeidsovereenkomst - voor zover deze nog mocht bestaan - in ieder geval moet eindigen omdat zij door het gedrag van [verweerder] het vertrouwen in hem als voorman en werknemer volledig kwijt is. [verweerder] ontkent dat zijn - op de filmpjes vastgelegde - gedrag kan worden betiteld als het pesten, treiteren dan wel (seksueel) intimideren van [XXX]. Bij de kantonrechter bestaat daarover op grond van de getoonde beelden echter geen twijfel; deze beelden laten namelijk serieus getreiter zien, dat is gericht op seksuele geaardheid en waarbij steeds dezelfde persoon het mikpunt is. De email achteraf van [XXX] dat hij het ontslag betreurt, brengt geen verandering in het oordeel van de kantonrechter. Er staat voorts voldoende vast dat [verweerder] de veiligheids-voorschriften heeft overtreden door volstrekt oneigenlijk gebruik van de vorkheftruck, hetgeen een potentieel gevaar opleverde. Voor de kantonrechter staat voldoende vast dat Menzies ten gevolge van het gedrag van [verweerder] geen enkel vertrouwen meer in hem heeft, mede gezien de normen en waarden die zij in haar CAO uitdraagt. Dat geldt temeer waar [verweerder] het gebeurde ten onrechte bagatelliseert.
3. De kantonrechter is van oordeel dat in ieder geval sprake is van een zodanige verandering van omstandigheden, dat de arbeidsovereenkomst op korte termijn dient te eindigen. De kantonrechter zal daarom tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst overgaan. De handtekeningenlijsten brengen geen verandering in dat oordeel. De wens van een groep werknemers om een collega in dienst te laten kan een werkgever namelijk niet het recht ontnemen de arbeidsovereenkomst te laten ontbinden, indien er voor de ontbinding een gewichtige reden bestaat.
4. Vervolgens moet de vraag aan de orde komen of aan [verweerder] in redelijkheid een vergoeding toekomt. De kantonrechter beantwoordt die vraag ontkennend, aangezien de oorzaken van het ontbindingsverzoek geheel in de risicosfeer van [verweerder] liggen.
5. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van hetgeen in deze beschikking is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
6. Gezien de aard van de procedure worden de kosten tussen partijen gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Beslissing
De kantonrechter:
- ontbindt de arbeidsovereenkomst, voor het geval deze nog tussen partijen bestaat,
tegen 1 april 2008;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.P. Stolp en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.