RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 389559/CV EXPL 08-7763
datum uitspraak: 26 november 2008
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[eiser]
te [woonplaats]
eisende partij
hierna te noemen [eiser]
gemachtigde mr. B.R. Angad Gaur
tegen
de besloten vennootschap Aero Groundservices B.V.
te luchthaven Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde partij
hierna te noemen Aero Groundservices
gemachtigde H. Terhoeven
De procedure
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk¬ken:
- de dagvaarding van 24 juni 2008, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het door de kantonrechter tussen partijen gewe¬zen en op 17 september 2008 uitgesproken tussenvonnis,
- de aantekeningen van de griffier van de ingevolge dat vonnis op 31 oktober 2008 gehouden comparitie van partijen en de voorafgaande aan die zitting door de gemachtigde van [eiser] aan de kantonrechter en de wederpartij gezonden productie.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a. [eiser] is met ingang van 1 juni 1991 in dienst getreden van Aero Groundservices.
b. Het laatstelijk door [eiser] genoten salaris bedroeg €1.861,17 bruto per maand, exclusief 8% vakantiegeld en overige emolumenten.
c. [eiser] was (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt in de periode van 9 juli 2007 tot 11 oktober 2007.
d. De bedrijfsarts heeft per e-mail de volgende berichten aan Aero Groundservices gezonden op de daarbij vermelde data:
23 augustus 2007:
“Ik sprak dhr [eiser] op mijn spreekuur. Ik adviseer om hem nu arbeidsgeschikt te melden voor 4u/d. [eiser] geeft aan dat het boven verwachting gaat, Het werk gaat hem goed af. Zijn hoofdpijn is nagenoeg over.
Wegens zo nu en dan voorkomende duizelingen: advies voor tijdelijke parkeerruimte dichterbij AG.
Een vervolgafspraak staat op 17-09.”
27 september 2007:
“Voor vandaag was bovengenoemde medewerker uitgenodigd voor een spreekuurbezoek. Hij is echter zonder berichtgeving niet verschenen. (…)”
4 oktober 2007:
“Voor vandaag was bovengenoemde medewerker weer uitgenodigd voor een spreekuurbezoek. Hij is ook nu zonder berichtgeving niet verschenen. Gezien het feit dat er onduidelijkheden rond zijn ziekte en behandeling spelen is het mijns inziens van belang om hem op korte termijn te spreken.”
8 oktober 2007:
“Vandaag gezien: zou allemaal weer ‘goed’ zijn. Heb [eiser] gevraagd naar duidelijkheid omtrent namen en ziekenhuizen etc. Wist hij niet duidelijk te maken: hij komt nu komende donderdag 11/10 met afsprakenkaart langs om namen en afspraken te controleren en voor ons de mogelijkheid om de juiste specialist te benaderen voor aanvullende informatie.”
11 oktober 2007:
“In een telefonisch contact vertelde dhr. [eiser] dat zijn behandeling nu is afgesloten en dat zijn afsprakenkaart was ingenomen door de chirurg. Ik heb daarom contact gezocht met collega De Wit in het OLVG, op sein 44282, die door hem als behandelaar werd genoemd.
• Collega De Wit uitte zijn verbazing dat ik contact met hem zocht over een patiënt met een neurologische aandoening (hij is immers algemeen chirurg). Dit is de aandoening waarvoor dhr [eiser] naar zijn zeggen onder behandeling was.
• Hij kent hem niet, hoewel hij zich iemand met een dergelijke, weinig voorkomende aandoening sowieso zou herinneren.
• Bij nazoeken blijkt dhr. [eiser] wel als patiënt ingeschreven te zijn in het OLVG. Echter, hij is op verschillende tijdstippen op verschillende afdelingen onder behandeling geweest in een tijdvak van 1995 tot 2003.
• In 2007 is hij niet behandeld bij de afdeling chirurgie.
Concluderend: uit de afsprakendatabase van het ziekenhuis blijken geen data betreffende dhr. [eiser] over afspraken in 2007. Het lijkt dus niet waarschijnlijk dat hij in 2007 in het OLVG onder behandeling is geweest voor de door hem genoemde aandoening.”
e. Partijen hebben vervolgens op vrijdag 11 oktober 2007 met elkaar gesproken. Na afloop van dat gesprek heeft Aero Groundservices [eiser] tot maandag 15 oktober 09.30 uur de gelegenheid gegeven informatie ten behoeve van de bedrijfsarts over te leggen. Aero Groundservices heeft [eiser] daartoe voor de rest van zijn dienst op die vrijdag verlof gegeven.
f. Op 15 oktober 2007 hebben partijen weer met elkaar gesproken. Ter bevestiging van dit gesprek heeft Aero Groundservices op 16 oktober 2007 -onder meer- het volgende aan [eiser] geschreven:
“Tijdens dit gesprek heeft u een kopie gegeven van een afspraakbevestiging met de heer De Wit op donderdag 15 november 2007, een kopie van een afspraak in het AMC voor het maken van een foto en u heeft een machtiging ondertekend voor het opvragen van informatie bij uw huisarts (…). Dit zijn allen afspraken die in de toekomst liggen. U kon echter geen bewijzen overleggen over de periode van juli tot en met oktober 2007.
De bedrijfsarts is op dit moment in afwachting van medische informatie omtrent uw ziektebeeld van uw huisarts.”
g. Aero Groundservices heeft [eiser] op 22 oktober 2008 op staande voet ontslagen. Aero Groundservices heeft [eiser] in die brief het volgende medegedeeld:
“De reden voor het ontslag is dat u onwettig afwezig bent en doordat u ons heeft voorgelogen, het vertrouwen in u zeer ernstig hebt beschaamd en tevens in strijd handelt met goed werknemerschap. Elk van de feiten op zich, alsook in onderlinge samenhang bezien, vormen een dringende reden voor ontslag op staande voet.”
h. Op 23 oktober 2007 heeft bedrijfsarts per e-mail het volgende aan Aero Groundservices bericht:
“Ter bevestiging van mijn mondelinge rapportage aan u maandagmiddag 22 oktober 2007, wil ik u hierbij schriftelijk e.e.a. bevestigen:
Naar aanleiding van nadere informatie over de heer [eiser] wil ik u als volgt informeren:
• Op 22 oktober heeft mijn collega R. Kruijt Spanjer, met schriftelijke toestemming van de heer [eiser], telefonisch contact gehad met de huisarts van de heer [eiser]. Uit dit gesprek zijn gegevens naar voren gekomen die een grote invloed hebben op ons medisch oordeel over de mate van arbeidsgeschiktheid van de heer [eiser] de afgelopen 3 maanden.
• De voornaamste conclusie is dat er voor ons geen medische onderbouwing is voor de door de heer [eiser] geclaimde ernstige medische beperkingen die hij de afgelopen 3 maanden zou hebben gehad.
• Door de manier waarop de heer [eiser] de klachten heeft gepresenteerd en de ernst van de aangegeven klachten, die tot op heden niet zijn onderbouwd, is ons vertrouwen in hem ernstig geschaad.
• Indien de mededelingen van de heer [eiser] in de afgelopen 3 maanden meer volgens de wel te onderbouwen realiteit zouden zijn geweest, zou onze advisering over de mate van zijn inzetbaarheid, essentieel anders zijn geweest.
Ik heb de heer [eiser] in uw aanwezigheid geconfronteerd met onze bevindingen. De heer [eiser] heeft daarop aangegeven te hebben gelogen over zijn aandoening.
(…)”
De vordering
[eiser] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht zal verklaren dat het ontslag per 23 oktober 2007 nietig is dan wel nietig zal verklaren als zijnde in strijd met de wet en regelgeving en met name artikel 6 juncto artikel 9 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945.
II. Aero Groundservices zal veroordelen om aan [eiser] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen:
a. het loon ad €1.861,17 per maand vanaf 23 oktober 2007 tot het tijdstip, waarop de dienstbetrekking zal zijn beëindigd, vermeerderd met de door de wet voorgeschreven wettelijke interessen in verband met niet tijdige betaling van het loon/salaris, alsmede vermeerderd met de vakantietoeslag ad 8% over dit loon en de overige tussen partijen overeengekomen toeslagen over vermelde periode.
b. de wettelijke verhoging als bedoeld in artikel 7:625 BW over de sub a. gevorderde bedragen.
c. de wettelijke rente over de sub a tot en met b gevorderde bedragen vanaf 24 juni 2008.
d. de opgelopen pensioenschade.
III. Aero Groundservices zal veroordelen om [eiser] binnen één week na het te wijzen vonnis in de gelegenheid te stellen de bedongen werkzaamheden te verrichten, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van €1.000,00 per dag, voor iedere dag of een gedeelte daarvan, dat Aero Groundservices ook na betekening van het te wijzen vonnis in gebreke mocht blijven aan een zodanige veroordeling te voldoen.
IV. Aero Groundservices zal veroordelen in de kosten van de procedure.
V. Aero Groundservices zal veroordelen tot betaling van alle ontstane incassokosten door niet tijdige betaling van het loon/salaris:
- Agis Zorgverzekeringen invorderingskosten €288,64
- Watergeld invorderingskosten pro memorie
- Geerlings & Hofstede invorderingskosten €82,24
- ABN AMRO pro memorie
- Pensioenschade pro memorie
[eiser] heeft het volgende aan zijn vordering ten grond¬slag gelegd:
[eiser] is op 22 oktober 2007 tegen zijn wil door Aero Groundservices op staande voet ont-slagen, zonder dat [eiser] Aero Groundservices daartoe een dringende reden had gegeven en zonder dat Aero Groundservices toestemming had gekregen van het CWI.
[eiser] heeft niet met het ontslag ingestemd en heeft bij brief van 5 november 2007 de nietig-heid daarvan ingeroepen met de mededeling dat hij bereid bleef de bedongen werkzaamheden te verrichten.
Naast de loondoorbetaling heeft [eiser] recht en belang bij toelating tot de bedongen werk-zaamheden.
Voorafgaande aan het ontslag op staande voet was [eiser] van 9 juli 2007 tot 11 oktober 2007 arbeidsongeschikt. Uit een door [eiser] afgeluisterd gesprek tussen twee behandelende medici dacht [eiser] een kwaadaardige tumor in zijn hersenen te hebben. [eiser] heeft deze medi-sche situatie gemeld bij de arbo-arts.
Naderhand is gebleken dat de klachten van [eiser] geen verband houden met een kwaadaardi-ge hersentumor.
Aero Groundservices heeft [eiser] op 23 oktober 2007 op staande voet ontslagen.
Een oproep van de arbodienst is achterwege gebleven. Salaris of ziektegeld wordt door de werkgever niet uitbetaald, wat ook weer negatieve gevolgen heeft voor de gezondheid van [eiser], waardoor hij lijdt aan psychische aandoeningen en waardoor secundaire victimisatie wordt veroorzaakt.
De werkgever is zonder verdere navraag tot de conclusie gekomen door [eiser] te zijn voorge-logen en heeft geconstateerd dat [eiser] onwettig afwezig is geweest.
Het verweer
Aero Groundservices betwist de vordering en voert daartoe -samengevat- het volgende aan:
[eiser] heeft het voor Aero Groundservices en de bedrijfsarts onmogelijk gemaakt om zijn arbeidsongeschiktheid te beoordelen en zijn re-integratie te begeleiden.
Op 27 september 2007 stond een spreekuur bezoek gepland. [eiser] is zonder enig bericht niet op deze afspraak verschenen. [eiser] is vervolgens ook niet op de op 4 oktober 2007 geplande afspraak verschenen, wederom zonder iets van zich te laten horen. De bedrijfsarts heeft het niet verschijnen van [eiser] op genoemde afspraken aan Aero Groundservices bevestigd.
Op 11 oktober 2007 heeft [eiser] aan de bedrijfsarts medegedeeld dat de afsprakenkaart was ingenomen door de specialist die hem behandeld zou hebben, dr. De Wit te Amsterdam. Bij controle bleek dat [eiser] niet bij deze dokter onder behandeling is geweest voor de gestelde aandoening. In een gesprek op 11 oktober 2007 is [eiser] blijven volharden in zijn bewering dat hij bij dr. De Wit onder behandeling is geweest.
In een gesprek op 22 oktober 2007 heeft [eiser] uiteindelijk toegegeven dat hij heeft gelogen over zijn arbeidsongeschiktheid en over het bestaan van een hersentumor.
Nu [eiser] in de maanden juli, augustus, september en oktober 2007 arbeidsgeschikt was, kan niet anders worden geconcludeerd dan dat hij ongeoorloofd afwezig is geweest van zijn werk.
De beoordeling van het geschil
1. De kantonrechter is van oordeel dat het ontslag op staande voet op goede gronden is gegeven en overweegt daartoe het volgende.
2. Zoals uit de bovengenoemde vaststaande feiten blijkt, is [eiser] met ingang van 23 augustus 2007 gedeeltelijk arbeidsgeschikt geacht door de bedrijfsarts. Voorts komt uit die feiten naar voren dat [eiser] een aantal malen niet is verschenen op het met hem afgesproken spreekuur met de bedrijfsarts, zonder dat hij voor zijn afwezigheid een gerechtvaardigde verklaring heeft gegeven.
3. Toen [eiser] vervolgens wel gehoor gaf aan oproepen door de bedrijfsarts heeft hij deze onjuiste informatie gegeven.
4. De bedrijfsarts heeft geconstateerd dat geen sprake was van de behandeling die [eiser] hem had opgegeven. Eén en ander zou de bedrijfsarts, zoals hij Aero Groundservices heeft bericht, aanleiding hebben gegeven tot een ander oordeel.
5. [eiser] heeft aangevoerd dat het duidelijk moet zijn geweest dat hij in dusdanige psychische omstandigheden verkeerde dat hem niet kan worden kwalijk genomen dat hij onjuiste informatie heeft verstrekt en dat Aero Groundservices meer onderzoek had moeten verrichten naar de achtergrond van het door [eiser] verstrekken van onjuiste informatie. [eiser] heeft in dat verband gesteld dat hij, op basis van een door hem afgeluisterd gesprek tussen twee behandelende medici, dacht dat hij een kwaadaardige tumor in de hersenen had.
6. De kantonrechter deelt die visie van [eiser] niet. Aero Groundservices heeft telkens de bedrijfsarts ingeschakeld en is dus niet zonder onderzoek overgegaan tot het ontslag op staande voet. Aero Groundservices mocht vertrouwen op wat de bedrijfsarts haar mededeelde. Nu het voor de bedrijfsarts pas na onderzoek duidelijk werd dat [eiser] verkeerde informatie heeft verstrekt, is niet aannemelijk dat het voor Aero Groundservices mogelijk zou zijn geweest daar zelf eerder achter te komen. Voorts is gesteld noch gebleken dat de bedrijfsarts in de gezondheidstoestand van [eiser] aanleiding heeft gevonden te concluderen dat [eiser] geen verwijt treft voor de verkeerde informatie. Voorts heeft [eiser] op geen enkele manier aannemelijk gemaakt dat hij zijn vermoeden op basis van het door hem afgeluisterde gesprek met de bedrijfsarts en/of zijn huisarts heeft besproken. Als hij dat wel had gedaan, dan zou het misverstand snel uit de wereld zijn geweest.
7. Op grond van het vorenstaande komt de kantonrechter tot de conclusie dat de vordering moet worden afgewezen.
8. Wat partijen verder nog te berde hebben gebracht behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van wat in dit vonnis is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
9. [eiser] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld.
Beslissing
De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van Aero Groundservices begroot op €600,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.