RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 387728/CV EXPL 08-7015
datum uitspraak: 11 februari 2009
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap Detamo Zuidwest BV
te Barendrecht
eisende partij
hierna te noemen Detamo
gemachtigde mr. I.M.I. Apperloo (DAS Rechtsbijstand)
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde]
gemachtigde mr. Th.T.M. van Hemert
De procedure
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk¬ken:
- het door de kantonrechter tussen partijen gewezen tussenvonnis van
19 november 2008,
- de akte van uitlatingen van Detamo,
- de akte: conclusie gedaagde na uitlating eiser van [gedaagde].
Bij het vonnis van 19 november 2008 was Detamo toegelaten te reageren op de producties die door [gedaagde] bij zijn aanvulling op de conclusie van dupliek nog in het geding waren gebracht. Detamo heeft dat bij akte gedaan. Bij dat vonnis was niet bepaald dat [gedaagde] nog weer op die akte van Detamo zou kunnen reageren. Hij heeft daartoe daarom ten onrechte de gelegenheid gekregen. Om die reden zal de kantonrechter de akte van [gedaagde] van 14 januari 2009 niet bij zijn beoordeling betrekken.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a. Partijen hebben op 20 maart 2007 een arbeidsovereenkomst gesloten op basis waarvan [gedaagde] met ingang van 20 maart 2007 in dienst is getreden van Detamo voor de duur van zijn werkzaamheden in het kader van het project Vialis in Haarlem.
b. [gedaagde] was werkzaam in de functie van eerste monteur tegen een salaris van laatstelijk €1.650,00 bruto per maand, exclusief emolumenten.
c. De arbeidsovereenkomst tussen partijen bevatte -voor zover hier van belang- het volgende concurrentiebeding:
“(…)
Het is werknemer verboden tot tenminste 1 jaar na beëindiging van deze arbeidsovereenkomst om werkzaamheden uit te voeren voor de opdrachtgever of aan opdrachtgever gelieerde bedrijven (bijvoorbeeld haar opdrachtgever), direct of indirect, waarvoor werknemer op dat moment werkzaam is of in de afgelopen 12 maanden werkzaam is geweest, zulks op verbeurte van een direct opeisbare boete van €100,00 per iedere dag dat hij/zij in overtreding is, te betalen aan werkgever onverminderd het recht van werkgever om volledige schadevergoeding te vragen.”
d. [gedaagde] heeft bij brief van 1 juli 2007 de arbeidsovereenkomst opgezegd per 31 juli 2007 en daarin het volgende aan Detamo geschreven:
“(…)
De reden hiervan is een andere aanbieding van een andere werkgever.
Ik wilde u tevens bedanken voor de fijne samenwerking.
(…)”
e. Detamo heeft met die opzegging ingestemd.
f. [gedaagde] is met ingang van 1 augustus 2007 als chef monteur in dienst getreden van Multiflex Detachering BV (hierna: Multiflex) tegen een salaris van €2.000,00 bruto per vier weken.
g. Multiflex heeft [gedaagde] gedetacheerd bij Vialis.
De vordering
Detamo vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Detamo te betalen:
a. de uit hoofde van het gesloten non-concurrentiebeding reeds verbeurde boetes ad €100,00 per dag te rekenen vanaf 1 augustus 2007 tot 19 november 2007 berekend op €7.900,00;
b. de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2007 tot aan de dag der algehele voldoening over het sub a. gevorderde;
c. de buitengerechtelijke incassokosten van €833,00;
d. de kosten van de procedure.
Detamo heeft het volgende aan haar vordering ten grond¬slag gelegd:
Ingevolge het concurrentiebeding is het voor [gedaagde] verboden om ten minste een jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst werkzaamheden uit te voeren voor de opdrachtge-ver of aan de opdrachtgever gelieerde bedrijven, direct of indirect, waarvoor [gedaagde] op dat moment werkzaam is of de afgelopen 12 maanden werkzaam is geweest.
Op 1 augustus 2007 heeft Detamo geconstateerd dat [gedaagde] werkzaam is bij een con-currerend bedrijf, Multiflex. [gedaagde] is door Multiflex in hetzelfde project bij Vialis te Haarlem gedetacheerd.
Aangezien [gedaagde] is overgestapt naar een concurrerend bedrijf, waarbij de klant en het project niet veranderd zijn, handelt [gedaagde] in strijd met het concurrentiebeding.
De werkzaamheden die in strijd met het concurrentiebeding zijn, zijn door [gedaagde] in de periode van 1 augustus 2007 tot 19 november 2007 verricht.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft [gedaagde] Detamo genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven. Detamo heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten belope van €833,00. [gedaagde] dient deze kosten ingevolge de algemene betalingsvoorwaarden dan wel ingevolge artikel 6:96 lid 2 sub c BW aan Detamo te voldoen. Voorts is [gedaagde] vanaf 1 augustus 2007 de wettelijke rente verschuldigd geworden.
Het verweer
[gedaagde] heeft de vordering gemotiveerd betwist. Hij heeft primair geconcludeerd tot afwijzing van de vordering en subsidiair tot matiging van de vordering op alle toe te wijzen onderdelen. Het verweer van [gedaagde] valt uiteen in de volgende onderdelen:
Toezegging en positieverbetering bij Multiflex
Bij het aangaan van het contract met Detamo is aan [gedaagde] toegezegd, dat hij in aanmerking zou gaan komen voor een leidinggevende functie. Ook is toegezegd dat Detamo hem zou ondersteunen en dat hij gelegenheid zou krijgen voor een opleiding. Na enige tijd bleek dat Detamo haar toezeggingen niet nakwam. [gedaagde] kreeg in die tijd een arbeidscontract aangeboden door Multiflex, waarbij hem is toegezegd dat daar wel die mogelijkheden waren. Hij heeft daarbij een hoger salaris, te weten: €2.000,00 bruto per vier weken gekregen, in plaats van €1.650,00 bruto per maand bij Detamo. Hij kreeg ook een hogere klasse auto van de zaak, waarmee hij ook privé mocht rijden.
Detachering bij Vialis
Multiflex had aan [gedaagde] medegedeeld dat hij elders, dus niet bij Vialis, te werk gesteld zou worden.
Van Multiflex vernam [gedaagde] later dat Vialis direct gemeld heeft, dat zij graag wilde dat [gedaagde] bij hen zou blijven werken.
Het is niet de keuze van [gedaagde] geweest om bij Vialis te gaan werken, maar een beslissing van Multiflex.
[gedaagde] heeft van Multiflex begrepen dat zij overleg heeft gevoerd met Detamo. [gedaagde] heeft er vervolgens op vertrouwd dat de zaak in orde was.
Op 1 augustus 2007 waren Detamo, Multiflex en Vialis op de hoogte van de situatie. Het zou beslist in de rede hebben gelegen als Detamo, vaste opdrachtnemer van Vialis, bij Vialis zou hebben aangeklopt om op te treden tegen een in haar ogen onrechtmatige situatie. Nu Detamo dat niet heeft gedaan en de situatie richting Vialis verder op zijn beloop heeft gelaten, kan geconcludeerd worden dat Detamo impliciet afstand heeft gedaan van haar recht op nakoming van het concurrentiebeding.
Het concurrentiebeding
Het concurrentiebeding is voor [gedaagde] niet goed te volgen. Hij was in de veronderstelling dat hij niet binnen een gebied van 50 kilometer vanaf Detamo zou mogen werken. Omdat Barendrecht en Haarlem meer dan 50 kilometer van elkaar liggen, verwachtte [gedaagde] geen problemen.
Door [gedaagde] is de complete tekst van het concurrentiebeding klaarblijkelijk niet begrepen zoals Detamo dat heeft bedoeld.
Onredelijk bezwarend beding
[gedaagde] voert slechts uitvoerend werk uit en heeft geen leidinggevende taken en geen zeggenschap. Als zodanig heeft hij geen enkele invloed op concurrentieverhoudingen en ligt nakoming van het concurrentiebeding niet in de rede. Het beding bergt dan ook duidelijk een onredelijke component in zich en beperkt [gedaagde] in onredelijke zin te sterk in zijn toch al wat beperktere mogelijkheden. Bovendien mag [gedaagde] binnen 50 kilometer van het werk bij Detamo zijn eigen werk niet doen, dat is ook onredelijk bezwarend.
Schade
Detamo heeft nagelaten om aan te geven waaruit haar schade concreet bestaat.
Zij moet toch minstens aannemelijk maken waaruit de schade bestaat en op basis waarvan zij [gedaagde] aansprakelijk stelt voor die schade.
Strijd met redelijkheid en billijkheid
Toewijzing van de vordering zou onder de geschetste omstandigheden in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid, nu Detamo ook zelf al direct via haar relatie en opdrachtgever Vialis in actie had kunnen komen en dit nagelaten heeft.
Buitengerechtelijke incassokosten
Detamo maakt niet inzichtelijk welke werkzaamheden zij heeft verricht buiten het sturen van enkele standaardbrieven.
Rente
Er is eerder geen aanspraak gemaakt op rente. [gedaagde] betwist de gevorderde rente nu daarvoor geen enkele rechtsgrond wordt opgevoerd.
De beoordeling van het geschil
1. Blijkens de formulering van de vordering, vordert Detamo slechts de boete ad €100,00 per dag, zoals genoemd in het hierboven onder de vaststaande feiten geciteerde gedeelte van het concurrentiebeding.
2. Het vorenstaande betekent dat de kantonrechter niet hoeft in te gaan op dat deel van het verweer van [gedaagde] dat betrekking heeft op de ook in het concurrentiebeding genoemde afstand van 50 km, nu deze afstand geen betrekking heeft op de onderhavige overtreding en boete.
3. Ook hoeft de kantonrechter niet in te gaan op het verweer van [gedaagde] dat Detamo de gestelde schade niet voldoende concreet zou hebben onderbouwd, omdat in deze procedure geen schadevergoeding wordt gevorderd maar de contractuele boete.
4. Het gaat er in deze zaak dus om of [gedaagde] het genoemde beding heeft overtreden door (in dienst te treden bij Multiflex en) werkzaamheden te verrichten voor de opdrachtgever van Detamo, te weten: Vialis, bij welke opdrachtgever van Detamo [gedaagde] werkzaam is geweest toen hij nog bij haar in dienst was.
5. Gelet op het vaststaande feit dat [gedaagde] werkzaamheden is gaan verrichten op hetzelfde project Vialis waar hij voorheen voor Detamo werkzaamheden verrichtte, moet de kantonrechter concluderen dat [gedaagde] het concurrentiebeding heeft overtreden.
6. Gelet op het verweer van [gedaagde] moet vervolgens worden beoordeeld of [gedaagde] desondanks de boete in het geheel niet of tot een gematigd bedrag is verschuldigd.
7. De kantonrechter verwerpt het verweer van [gedaagde] voor zover dit is gebaseerd op door [gedaagde] gestelde toezeggingen van Detamo. [gedaagde] heeft niet gesteld waarom dergelijke toezeggingen er toe zouden moeten leiden dat het concurrentiebeding buiten toepassing zou moeten worden gelaten. Voorts worden deze toezeggingen gemotiveerd door Detamo bestreden. Nu bovendien [gedaagde] in zijn opzeggingsbrief Detamo heeft bedankt voor de fijne samenwerking, heeft [gedaagde] deze stelling onvoldoende concreet onderbouwd. Voor zover [gedaagde] met deze stelling mede heeft bedoeld dat de redelijkheid en billijkheid zich verzetten tegen toewijzing van de vordering, zal daarop hierna worden teruggekomen.
8. De kantonrechter acht het concurrentiebeding niet onredelijk bezwarend voor [gedaagde]. Het is immers in tijdsduur en gebied begrensd. Het beding is ook voldoende duidelijk. Voor zover dat voor [gedaagde] niet het geval was ten tijde van de ondertekening, dient dat voor zijn rekening te blijven.
9. Onvoldoende gebleken is dat Detamo ermee bekend was dat en/of dat tussen Detamo en Multiflex overleg is geweest over het feit dat [gedaagde] bij Vialis zou worden te werk gesteld. Ook indien ervan moet worden uitgegaan dat Vialis zelf de keuze op [gedaagde] heeft laten vallen, was het, gelet op het concurrentiebeding, de plicht van [gedaagde] om Multiflex en Vialis erop te wijzen dat het hem verboden was bij Vialis te (blijven) werken. Dat hij dit heeft gedaan is gesteld noch gebleken. De kantonrechter verwerpt daarom ook het op die wetenschap bij Detamo gebaseerde verweer van [gedaagde].
10. De kantonrechter is ten slotte van oordeel dat voldoende aanleiding bestaat om de contractuele boete te matigen. Hij overweegt daartoe het volgende.
11. De arbeidsovereenkomst was slechts van korte duur, te weten voor de duur van het project Vialis. [gedaagde] verrichtte slechts uitvoerende en geen leidinggevende werkzaamheden. Voorts had [gedaagde] geen enkele beslissende bevoegdheid. Verder is gebleken dat sprake was van een verbetering in de arbeidsvoorwaarden voor [gedaagde] bij Multiflex ten opzichte van de arbeidsvoorwaarden bij Detamo, zoals door [gedaagde] is gesteld en door Detamo onvoldoende gemotiveerd is weersproken.
12. Met toepassing van het bepaalde bij artikel 6:94 lid 1 BW is de kantonrechter van oordeel dat onder al deze omstandigheden de billijkheid klaarblijkelijk eist dat de contractuele boete wordt gematigd. Daarom wijst de kantonrechter als eenmalige boete een bedrag van €1.500,00 toe.
13. De vordering zal daarom tot het bedrag van €1.500,00 worden toegewezen.
14. Detamo heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. [gedaagde] heeft deze vordering (gemotiveerd) betwist. In deze procedure is onvoldoende gebleken dat de door Detamo verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De omstandigheid dat [gedaagde] niets van zich heeft laten horen voorafgaande aan het tussen partijen gevoerde kort geding (zoals door Detamo is gesteld) en dat Detamo om die reden veel werkzaamheden zou hebben verricht, doet daar niet aan af, omdat die werkzaamheden onvoldoende concreet zijn onderbouwd. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
15. De wettelijke rente over het toe te wijzen bedrag zal worden toegewezen nu daartegen geen afzonderlijk relevant verweer is gevoerd en [gedaagde] in strijd heeft gehandeld met het concurrentiebeding en derhalve een direct opeisbare boete verschuldigd is.
16. Partijen worden over en weer in het ongelijk gesteld. Daarom zullen de proceskosten tussen worden gecompenseerd.
Beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwij¬ting aan Detamo te betalen €1.500,00, te ver¬meerderen met de wette¬lijke rente over dat bedrag berekend vanaf 1 augustus 2007 tot aan de dag der alge¬hele voldoening.
Bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voor¬raad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.