RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer: 154776
Vonnis van 25 februari 2009
op het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening van
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker.
Op 24 februari 2009 is ter griffie het verzoek ingekomen van verzoeker tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Tevens heeft verzoeker de rechtbank verzocht een voorlopige voorziening ex artikel 287 lid 4 Faillissementswet (Fw) te geven in verband met de door de Directeur Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam tegen 25 februari 2009 te 11:00 uur aangezegde openbare verkoop van de auto met het kenteken [kenteken].
Verzoeker heeft aangevoerd dat hij de auto nodig heeft voor zijn woon/werkverkeer, en dat doorgang van de openbare verkoop tot verminderde betaling van zijn schuldeisers zal leiden.
Verzoeker heeft op 25 februari 2009 per fax stukken ter onderbouwing van zijn verzoek aan de rechtbank doen toekomen.
De rechtbank overweegt als volgt.
De werkgever van verzoeker is National Car Rental Holland B.V. Deze werkgever heeft op 25 februari 2009 schriftelijk verklaard, dat het van essentieel belang is dat verzoeker ter uitvoering van zijn functie beschikt over eigen vervoer.
De rechtbank stelt vast dat de werkgever van verzoeker zich begeeft op de autoverhuurmarkt. Gelet daarop acht de rechtbank aannemelijk dat na de openbare verkoop van de auto een passende oplossing kan worden gevonden, waardoor de uitvoering door verzoeker van zijn werkzaamheden ook zonder eigen auto zal worden gewaarborgd. Gelet hierop moet er voorshands van worden uitgegaan dat het verzoeker indien hij wordt toegelaten tot de schuldsaneringsregeling niet zal worden toegestaan zijn auto te behouden.
Mede in aanmerking genomen dat het merendeel van de bij de Dienst Belastingen openstaande bedragen ziet op parkeerovertredingen, waarvan mag worden aangenomen dat deze met de auto in kwestie zijn begaan, is de rechtbank van oordeel dat het verzoek dient te worden afgewezen.
Beslissing
De rechtbank:
- wijst het verzoek af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 25 februari 2009.